Voorbcrcidingsbosluit c:: artikel 21 en volgende van de V/et op de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van het toekomstige bestemmingsplan "Rengerspark" Bijlage no. 39. Leeuwarden, 17 januari 1968. Aan de Gemeenteraad. Hoewol het momenteel in voorbereiding zijnde ontverp-bestemmingsplan "Rengerspark", in hoofdzaak betrekking hebbende op de gronden gelegen tussen de Bammelaan, do Jelsumcrstraatde Spanjaardslaan en de Dokkumer Ee, beschouw dient te worden als een nadere uitwerking van het geldende uitbreidingsplan in hoofdzaken "'t lelan"laat het zich aanzien dat daarbij een deel van de in laatstgenoemd uitbreidingsplan gelegde bestemmingen moet worden gewijzigd. Dit betreft met name de thans geldende industriebestemming langs de westzijde van de Dokkumer Ee. Daar het gevaar bestaat dat er voordat het plan "Rengerspark" in procedure zal zijn gebracht, bouwaanvragen zullen binnenkomen die niet kunnen worden geweigerd, omdat zij in overeenstemming met het 'geldende uit breidingsplan zijn, doch waarvan moet worden aangenomen dat de verwezenlijking van het plan "Rengerspark" daardoor schade zal ondervinden, koiat het ons ge wenst voor, gebruik te maken van de in artikel 21 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening genoemde mogelijkheid zulks te voorkomen. Genoemd wetsartikel bepaalt namelijk, dat de gemeenteraad kan verklaren dat voor een bepaald gebied een bestemmingsplan wordt voorbereid. Komt na het bekend maken van dit zgn. V00RBEREIDIHGS33ESLÜIT een aanvraag om bom/vergunning binnen, dan moeten Burgemeester en V/ethouders de beslissing aan houden, indien er geen reden is de gevraagde vergunning te weigeren (strijd mei het geldende bestemmingsplan of strijd met de bouwverordening)De aanhouding- duurt totdat het voorbereidingsbesluit is vervallen, hetgeen als regel het ge val is, indien niet binnen één jaar na de dagtekening daarvan een ontwerp-plan ter inzage is gelegd. Is wel een ontwerp-plan ter inzage gelegd dan wordt, mitc het plan tijdig wordt vastgesteld, de voorbereidingsbescheming overgenomen door het ontwerp-plan en wordt de gevraa-gde vergunning aangehouden totdat op het bestemmingsplan onherroepelijk is beslist. Voor a.anvragen om bouwvergunning die in overeenstemming zijn met hot in voorbereiding zijnde bestemmingsplan kunnen Burgemeester en V/ethouders van de aanhoudingsplicht afwijken en dus vergunning verlenen, indien vooraf van Gedeputeerde Staten do verklaring is ontvangen, dat zij, de inspecteur van de Ruimtelijke Ordening gehoord, tegen het verlenen der vergunning geen bezwaar hebben (artikel 50, lid 8 V/oningwet) Het gebied waarvoor naar onze mening de hiervoor omschreven voorberei dingsbescheming gewenst is - op do voor U bij de stukken ter inzage gelogde kaart met zwarte arcering aangegeven - is belangrijk kleiner van omvang dan het gebied dat zal worden bestreken door het toekomstige bestemmingsplan "Rengerspark" omdat wij de gronden waarvan vaststaat dat de bestemming niet gewijzigd zal worden en die welke eigendom van de gemeente zijn, daarin niet hebben betrokken. Onder modedeling dat de Commissie Openbare V/erken hieromtrent is gehoord, stellen vij U op grond van het bovenstaande voor over te gaan tot vaststelling van een besluit zoals hierna in ontwerp is afgedrukt. Burgemeester en Uethoudcrs van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 128