Onteigening van gronden, gelegen in liet uitbreidingsplan "Lekkumercnd"
Bijlage no. 50 Leeuwarden. 17 januari 1968.
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van do raad van 18 september j.l. (bijlage no. 255 van 7 sep
tember 1967) werd voorlopige goedkeuring verleend aan het plan tot onteige
ning in het belang van de volkshuisvesting krachtens hot bepaalde in artikel
77 j lid 1, onder 1°, van do Onteigeningswet van een aantal percelen en por-
ceelsgedceiten. Het h.-zit van de te onteigenen gronden is voor de gemeente va
belang teneinde uitvoering te kunnen geven aan hot door de raad op 29 septem
ber 1965 vastgestelde uitbreidingsplan "Lekkumorond"-, voorzoveel betreft het
gedeelte ter. eesten van de Verzotsstraat. Dit plan werd met de bijbehorende
bobouwingsvcorschrifton door Gedeputeerde Staten van Friesland goedgekeurd
bij besluit van 26 april 1966, no. 4815- Togen deze laatste beslissing is dpo
oen aantal belanghebbenden beroep ingesteld bij Hare Majesteit do Koningin.
Hieromtrent s nog geen uitspraak gedaan, zodat do goedkeuring van hot uit
breidingsplan thans nog niet onherroepelijk is geworden.
Do op het onteigeningsplan betrekking hebbende stukkon, bedoeld in arti
kel £0, 2o lid, dor Onteigeningswet, hebben vanaf 27 september- 1967 gedurende
dertig dagen voor een ieder ter gemeentesecretarie tor inzage gelegen. Dc tor
inzage-legging is op 26 september j.l. op de gebruikelijke wijze on door pu
blicatie in oen drietal ter plaatse verspreid wordende nieuwsbladen tor open
bare kennis, gebracht.
Binnen de daarvoor wettelijk gestelde tormijn zijn drie bezwaarschriften
tc-gon hc-t voorlopig goedgekeurde cnteigeningsplan ingediend.
Uit de briwf van de heer J. Pot, Anomoonstraat 2, alhier, blijkt, dat zij
bezwaar tegen het onteigoningspian van zuiver financiële aard is. V/ij kunnen
ten aanzien van dit geval opmerken, dat de schade, die adressant als gevolg
van do voorgenomen onteigening als eigenaar zal lijdon, t.z.t. naar objec
tieve maatstaven door buiten partijen staande deskundige derden zal worden
beoordeeld en door do rechter zal worden vastgesteld, waarbij adressant ge
legenheid krijgt zijn belangen te verdedigen. V/ij zijn dan ook van oordeel,
dat dit bc-zwaarschrift ongegrond moot worden verklaard.
Hot tweede bezwaarschrift is van de hoer S.L. V/ijnia, te Hardogarijp, die
eigenaar is van een perceel, dat volgens hot plan "Lekkumorond" bestemd is
voor het stichten van gebouwen voor bijzondere doeleinden. Adressant wenst
de grond te gporuikon voor het stichten van een garagebedrijfhetgeen duo
in strijd is met het geldende uitbreidingsplan. Voor het realiseren van dit
plan zal de gemeente de beschikking over het onderhavige perceel dienen te vc
krijgen. Het ingediende bczwaarschrift geeft geen aanleiding tot het achter
wege laten van do voorgenomen onteigening van dit perceel. Ook dit bezwaar
schrift dient derhalve ongegrond te worden verklaard.
Tenslotte is ingekomen een bezwaarschrift van de heer Y.S. Helling?.,
Lckkunorwog 66, alhier. Leze maakt bezwaar tegen de voorgenomen onteigening
omdat dit in strijd zou zijn mot een op 17 januari 1962 gemaakte afspraak,
volgens wélke hij de gelegenheid zou krijgen de aan hom in eigendom toebe
horende percelen zelf te doen bebouwen binnen een termijn van drie jaren
Adressant stelt, dat deze termijn nog niet is verstreken omdat voor Int be
treffende gobied eerst op 29 september 1965 eer. uitbreidingsplan in onderdo-
lon word vastgesteld en voor de gronden, gelogen ten zuiden van do prof.ar.
P.S. Gerbrandywog zelfs nog geen uitbreidingsplan geldt.
Ten aanzien van het vorenstaande kunnen wij vermolden, dat op 17 januari
1982 0.tl. werd afgesproken, dat do gemeente zo spoedig mogelijk een ontwerp
van hot gedetailleerde uitbreidingsplan aan dc hoor Hellinga zou toezenden;
opdat aan de hand daarvan de bouumogclijkhoden zouden kunnen worden be
zeer-. Doze to zo ding hooft plaats v ndon bij brief van -r-. 19
.8/6. Dc brief met de daarbij behorende ti koning van het ontwerp-uitbroi-
dingoplan hebben wij bij de stukkon voor U ter inza gel gd. V erts is over-