- 3 - tussen beide sectoren in niet onbelangrijke mate zouden kunnen worden scheef getrokken Het Kabinethecht er bijzonder aan dat zijn beleid in de gehele over heidsdienst zal worden gevolgd. Bij afwijkingen daarvan zal toepassing van artikel 126 van de Ambtenarenwet 1929 worden bevorderd. Hoewel bij het hierboven aangegeven beleid bezwaarlijk voor do laagst bezoldigden een extra salarismaatregel kan worden getroffen, heeft het Kabinet gemeend ten behoeve van deze categorie van overheidspersoneel een bij zondere voorziening te moeten treffen op het min of meer van het algemene loonbeleid geïsoleerde terrein van de vakantie-uitkering. Deze maatregel houdt in beginsel in, dat ten behoeve van het gehuwde overheidspersoneel oen "vloer" in de vakantie-uitkering (welke &fa van het salaris bedraagt) wordi gelegd en wel voor 1968 van 540,-- per jaar en voor 1969 van 600,-- per jaar. Ik stel mij voor U hierover nader in te lichten nadat het Georganiseerd Overleg hieromtrent in begin 1968 zal zijn afgesloten." Wij wijzen er nog op, dat behalve de bovenbedoelde salarisverhoging van 2°fo aan het burgerlijk rijkspersoneel per 1 januari 1968 ook nog een ver hoging van 1 wordt toegekend, zijnde de zgn. nacalculatie trend 1967. Deze laatste verhoging maakt in feite deel uit van do salarismaatregelen per 1 januari 1967 en kan daarom tuiten verdere beschouwing blijven. In een op 23 januari 1968 gehouden vergadering heeft het Centraal Orgaan zich beraden over het .aan de aangesloten gemeenten uit te brengen advies met betrekking tot de per 1 januari 1968 voor het gemeentepcrsonocl te treffen salarisvoorzieningen. Het Centraal Orgaan is daarbij tot de conclusie geko men, dat het niet verantwoord zou zijn aan de gemeenten een afwijkend advies te geven. In het bijzonder gelet op de bereidheid van de Reg-ring om in het kador van het algemene regeringsbeleid over deze materie te .prokon met de- Stichting van do Arbeid, alsmede op het voorstel om te komen t'ot- oen minimum- vakantietoelage, meent het Centraal Orgaan de aangesloten gemoeten te moe ten aanoevelen voor het jaar 1968 voor het gemeentepersoneel salaries:'.' tru-- gelen te treficr. overeenkomstig dee welke zijn vervat in de circulair., vaid de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 21 december 1967. De contrales van overheidspersoneel kunnen alt standpunt van het Centraal Orgaan niet de len. Zij zijn n.l. van oordeel, dat, gelet op do in 1968 te verwachten kos tenstijgingen, con salarisverhoging van 2°/o beslist onvoldoende is cn dat op grond van sociale overwegingen in elk geval een zodanig systeem gekozen had dienen te worden, dat een achteruitgang in bestedingsniveau voor de larero inkomensgroepen zcu zijn voorkomen. Indien echter de gemeentebesturen, die het standpunt van het Centraal Orgaan wol delen, voorshands bij wijze van voor- schol' maatregelen troffen overeenkomstig dio welke voor het Rijkspersoneel zijn getroffen, zullen de personeelsorganisaties zich daartegen niet verzet ten, zulks teneinde een viorte uitbetaling in de gegeven omstandigheden niet in do weg te staan. Het mag, gezien het gestelde in de circulaire van do Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 21 december 1967, maar ook gelet op het resultaat van de vanwege hot Centraal Orgaan met genoemde Staatssecretaris gevoerde besprekingen, als vaststaand worden "aangenomendat een besluit tot regeling - van de gemeentelijke salarissen, dat afwijkt van de Rijksrichtlijnen, tegen over de ambtenaren geen effect zal kunnen sorteren, omdat het zal worden ge troffen door toepassing van artikel 126 van de Ambtenarenwet 1y29 (schorsing, gevolgd door een aanmaning tot wijziging of intrekking en zo nodig wijziging' of intrekking bij Koninklijk Besluit). Een zodanig besluit zou naar onze me ning dan ook bepaald niet in het belang var, de ambtenaren zijn; immers er zou den betaalde verwachtingen worden gewekt, die toch niet gehonoreerd kunnen worden en er zou oen periode van rechtsonzekerheid ontstaan. Alleen al om deze redenen is er naar ons oordeel praktisch geen andere reële oplossing dan het volgen van de RijksrichilijnenVoorts zou, zoals wij ook ai in ons 0,rder- aangehaald voer: tol van 9 febri iri 1 67 vermeldden, door afwijkjn A Bijksricntlijnon d mil id in salarisv: rzioningon voor 1 isperso- neel worden verbroken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 199