Subsidieverzoek van de Stichting Noord-Ncaerland.sc Kunstijsbaan. Bijlage no. 104 Leeuwarden, 8 februari 1968. Aan de Gemeenteraad. Het' bestuur van de Stichting Noord-Nederlandse Kunstijsbaan heeft zich tot U gericht met het verzoek een jaarlijks subsidie toe te kennen op basis van 0,05 per inwoner, voorlopig voor een periode van drie jaar, ingaande 1 januari 1968,ten behoeve van de kunstijsbaan te Heerenveen. Als argumentatie van zijn verzoek brengt het stichtingsbestuur het volgen de naar voren. 1De provinciale en gemeentebesturen doen al het mogelijke om de werkgelegen heid te bevorderen, industrie aan te trekken, infrastructurele werken uit te voeren en maatschappelijke begeleidingen op gang te brengen. Tot die maatschappelijke begeleidingen behoort naar de mening van hot bestuur ook de kunstijsbaan te Heerenveen, die bedoeld en bestemd zou zijn voer hot gchcLe nocadoi en di. iv.rosi ode dear hut gehele noorden zou dienen to worden gedragen. 2. In hot noordon is do ijssport een geliefde sport. De helft van het aantal leden van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijdersbond woont binnen de grenzen van Friesland, Groningen en Drenthe. 3* De kunstijsbaan werkt naar de mening van het stichtingsbestuur een actieve sportbeoefening, een gezonde recreatie en dus ec-n zinvolle vrije tijdsbe steding voor velen sterk in de hand. Dit subsidieverzoek heeft ons aanleiding gegeven ons ernstig te beraden op het U hieromtrent te geven advies. Wij kunnen instemmen met het standpunt, dat de kunstijsbaan in Heerenveen een functie heeft voor een veel groter gebied dan de gemeente, waar deze is gelegen. Het lijkt ons ook volkomen aanvaardbaar, dat gesteld wordt, dat deze sportakkommodatie een interprovinciaal karakter draagt en een belangrijke aan winst is voor het gehele noorden des lands. Wat de subsidiëring betreft menen wij in de eerste plaats te moeten opmer ken, dat in alle grotere plaatsen, die een centrumfunctie hebben, wel op do een of andere wijze -dikwijls zelfs in verscheidene vormen- voorzieningen moe ten worden getroffen, die voor een (soms zeer wijde) omgeving van belang zijn. In dit verband moge er op worden gewezen, dat juist met het oog op de tot standkoming van voorzieningen als hier bedoeld ten behoeve van ontwikkelings kernen in probleemgebieden extra-uitkeringen uit het gemeentefonds worden toegekend (voor de eerste 10.000 inwoners 6.-- per inwoner, van 10.000 tot 35-000 inwoners 5>— per inwoner en vervolgens eventueel 4>~ per inwoner, een en ander vermenigvuldigd met het uitkeringspercentage, dat momentcol 195 bedraagt)Heerenveen is een dergelijke kern. Het ligt in de eerste plaats op de weg van de desbetreffende gemeente uit deze middelen de helpende hand te- bieden bij de exploitatie van de hier bedoelde voorzieningen. Zijn de exploitatie-uitkomsten van een voorziening, als waarom het hier gaat, zodanig, dat met de hulp die- de gemeente van vestiging kan en behoort te verlenen tekorten nog niet kunnen worden vermeden, dan dient naar onze me ning, gelet op het provinciale belang dat hier aan de orde is, van het provin ciale bestuur van Friesland een verdere bijdrage te worden gevraagd» Wij menen, dat zulks ook geheel zou aansluiten op het beleid, dat het provinciaal bestuur met betrekking tot de subsidiëring voert. Het is namelijk bekend, dat dit bestuur in het algemeen het standpunt huldigt, dat de provincie geen subsidie 'behoort te geven ten behoeve vanmeur lokale belangen. Daar ziet het provinci aal bestuur een taak voor de gemeenten. De provincie heeft dan ook de neiging zich te beperken tot de stimulering van activiteiten, die voor de gehele pro vincie van belang geacht kunnen worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 285