Iio. 19176.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 20 december
1967 (bijlage no. 18);
BESLUIT:
met B. Huisman, wonende te Leeuwarden, De Ruyterueg 47, sen overeenkomst
van grondruil aan te gaan, waarbij:
a. de gemeente Leeuwarden overdraagt aan B. Huisman, voornoemd, het per
ceel grond, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer
15283, groot 3 ca en
b. B. Huisman, voornoemd, overdraagt aan de gemeente Leeuwarden het nor-
ceel grond, kadastraal bekend alsvoren, nummer 15285, groot 0,35 ca,
welke percelen op de bij dit besluit behorende tekening met een rode,
respectievelijk groene kleur zijn aangegeven, zulks onder bijbetaling
van een toegift, groot 66,25 door B. Huisman en verder onder de volgen
de bedingen:
1de te ruilen eigendommen worden overgedragen met alles wat daarop of
daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en
lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur en hypotheek;
2. de levering en de betaling van de toegift geschieden op de dag van liet
verlijden van de akte van overdracht;
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, velke
van de over te dragen percelen geheven worden, voor rekening van do
verkrijgers van deze percelen;
4. de vervreemders zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
6. het aanbrengen en onderhouden van een afrastering op de nieuwe eigen-
domsgrens geschiedt door en voor rekening van de verkrijger van het
onder a. bedoelde perceel;
7de op deze ruilovereenkomst vallende kosten, registratie- en ovorschrij-
vingsrechten inbegrepen, komen voor rekening van de verkrijger van hex
onder a. bedoelde perceel.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Pre-advies naar aanleiding van adres over gebruik oude veemarktterrein.
Bijlage no. 19. Leeuwarden, 20 december 1967-
Aan de Gemeenteraad.
De heer K. van der Veen, eigenaar van de Friese Banden Service, Lange-
marktstraat 36, heeft zich met een adres d.d. 22 november j.l. tot de raad
gericht over het gebruik van oen gedeelte van het oude veemarktterrein. Alvorens
op dit adres in te gaan lijkt het ons goed U op de hoogte te brengen van het
geen zich mot betrekking tot deze aangelegenheid in het verleden heeft voorge
daan
Op 19 maart 1963 werd ons namens de directeur van de N.V. "FABO" medewer
king verzocht voor de plaatsing van een benzine- en dieseloliepomp bij het
pand Langemarkstraat 36- De mogelijkheid tot het leveren van benzine en olie
zou er toe kunnen bijdragen, dat het bandenservicestation bij het publiek
een grotere bekendheid zou verwerven. Daarnaast zouden de auto's van hot eigen
bedrijf bij de pompen kunnen tanken. Wij hebben daarop bij brief van 2 mei
",963 geantwoord, dat de Langemarktstraat een belangrijke en drukke verbindings
weg zou gaan vormen tussen het westelijke stadsdeel, met de nieuwe veemarkt,
cn het stadscentrum. Wij deelden verder mede, dat in verband mot de vrij be
perkte ruimte, die voor het verbeteren nn verbreden van deze straat beschik
baar is, het trottoir aan de noordzijde ongeveer op detegenwoordige breedte
zou worden gehandhaafd. Dit trottoir zou niet breed genoeg worden om hieraan
ruimte te onttrekken ten behoeve van het plaatsen van benzinepompen, laat
staan voor het aanbrengen van een uitwijkstrook voor tankende auto's. Bovendien
achtten wij het niet in het belang van het toekomstige verkeer over deze weg
om mee te werken aan het stichten van een verkooppunt voor benzine op deze
plaats. Wij konden dan ook geen vrijheid vinden enige medewerking toe te zoggen.
Op 21 juni 1963 heeft de toenmalige voorzitter van ons college de direc
teur van de FABO ruimschoots gelegenheid gegeven met hem van gedachten te
wisselen, onder meer over het bovengenoemde punt. Een verslag van dit onderhoud
is gedaan in de brief van genoemde directeur d.d. 4 juli 1963 5 gericht tot do
Burgemeester. Volgens deze brief heeft de Burgemeester ook bij genoemd onderhoud
gewezen op de belangrijke rol, die de Langemarktstraat zou gaan spelen in het
toekomstige verkeer. Van de zijde van de FABO is daarbij gewezen op hot xeit,
dat bepaalde verkeersmaatregelen, zoals een stop- of een parkeerverbod, voor die-
straat voor het bedrijf verlammend zouden werken. Om een dergelijk gevolg te
voorkomen werd gevraagd op het oude veemarktterrein ruimte te verschaffen voor
a. een benzinestation en
b. een gelegenheid om op een rustige en veilige wijze grote truc- en vrachtwagens
van nieuw bandenmateriaal te kunnen voorzien.
Ons college antwoordde op deze brief bij schrijven van 11 september 1963»
dat hot bleef bij de mening, dat na het gereedkomen van het nieuwe tracee van de
Langemarktstraat hieraan geen ruimte kon worden onttrekken voor het inrichten
van een benzinestation. Wij attendeerden er nog eens op, dat het hier niet
ging om het simpel plaatsen van één of meer pompen, doch tevens om een ver
keerstechnisch verantwoorde uitwijkstrook, waar de te tanken automobielen veilig
zouden kunnen worden bediend. Be ruimte hiervoor ontbrak ten enenmale. Yerder
deelden wij mede, dat de toekomstige ontwikkeling van het oude veemarktterrein
niet toe laat, dat hieraan ruimte wordt onttrokken voor het inrichten van een
herstelplaats c.c. autobandenser/ice.
Bij schrijven van 8 oktober 1963 vroeg de directeur van de FABO ons of reeds
was besloten voor de Langemarktstraat verkeersmaatregelen, zoals een stop- of
een parkeerverbod, ie nemen. Daarop antwoordden wij op 29 oktober 1963dat
zulks voorlopig niot in ons voornomen lag. Of hiertoe binnen afzienbare tijd
eventueel aanleiding zal kunnen ontstaan, hangt - zo schreven wij - onder meer
af vac do ontwikkeling van het verkeer langs do Langemarktstraat en van de
definitieve bestemming van 'nat terrein van dc oude veemarkt.