Dg directeur van de PABO richtte zich op 15 september 1964 wederom tot 91 college met -het verzoek om medewerking met betrekking tot de volgende punten: a. het maken van een op- en overrit over het noordelijke trottoir van de Langi marktstraat teneinde het pand no. 36 bereikbaar te maken voor personenauto' voor hot uitvoeren van werkzaamheden; b. verlegging van do middenberm, zodat personenwagens dn vrachtwagens genoemd pand kunnen binnenrijden; c. do middenberm zodanig te onderbroken, dat vrachtwagens onder do opstal van. ao oude veemarkt kunnen worden gestationeerd ten behoeve van de bohandolin van die wagens; d. indien do sub c bedoelde medewerking niet kan worden verleend, aan hot be drijf op hot oude voomarktterrein 1 of 2 standplaatsen toe te wijzen ten behoeve van de uitoefening van het bedrijf. Op genoemde brief deelden wij op 6 oktober 1964 aan adressant mede, dat vrij bereid waren mede te werken aan het maken van een op- en overrit als hierboven cub a bedoeld. Eet verbreden van de doorbraak in do middenberm van do Langcmarktstraat over een belangrijke afstand, dan wol het maken van oen extra-doorbraak van die berm tegenover hot pand no. 36 achtten wij echter voor de verkeersveilig heid bepaald niet verantwoord. Genoemd pand zou voor vrachtauto's slechts bereikbaar zijn vanaf do zuidelijke weghelft. Deze auto's zouden derha-lvo do noordelijke weghelft moeten oversteken om het service-station to kunnen binnen rijden. Op zich zelf achtten wij dergelijke verkeersmanoevros roods gevr.arlij De situatie was echter nog moeilijker in verband met de ligging van hot pand no. 36 nabij de nieuwe Vorlaatsbrug. Bij opening van deze brug zou do rij wachtende auto's zich stellig uitstrekken tot voorbij genoemd pand. Alhoewel wij zeer wol een open oog haddon voor de belangen van genoemd bedrijf - belangen die overigons stellig zijn gediend door de zo belangrijke verbetering van. de Langcmarktstraat en de grote betekenis, die juist deze s raat zal krijg aoor de toen nog in uitvoering zijnde werken - leek het ons niet juist do be langen van het bedrijf te laten prevaleren boven die van het algemeen. Tenslotte deelden wij nog mede, dat wij geen vrijheid kondon vindon ae.n cl PABO 4ón of meer standplaatsen te verlenen onder de resterende opstallen van het oude voomarktterrein of op hot toekomstige bodeterrein. Deze terreinen zou der. een openbare bestemming krijgen. Het verlenen van standplaatsen ton behocv van de uitoefening van bedrijven zou daarmee geheel in strijd zijn. Hot look <r bovendien juist, dat elk bedrijf zijn werkzaamheden uitoefent op eigen terrein Op 14 oktober 1964 kwam de PABO op deze aangelegenheid terug. Eet bedrijf was van mening, dat wanneer hot maken van oen extra-doorbraak door de raiddon- berm van do Langomarktstraat ter hoogte van het pand no. 36 niet verantwoord jou zijn, zulks ook niet het geval is ten aanzien van do rest van deze straat. In net oostelijke gedeelte van de Langemarktstraat waren echter wel doorbraken door de middenberm aangebracht. Waarom zou zulks dan niet verantwoord zijn in hot westelijke gedeelte? 'order wordt toegegeven, dat or bij opening van de Vorlaatsbrug file-vor ming loan ontstaan. Zulks zal zich echter ook voordoen op de rost van do langc- vorl-tstraat en wellicht nog vorder. Men trekt voorts in twijfel, of de belangen van het bedrijf zijn gediend door ue verbetering van de Langemarktstraat, vooral wanneer vorkeersvoor- 7,joningon worden getroffen, die het stoppon c.q. parkoren op do straat onm.vv- Lijk zouden maken. Tenslotte wordt de vraag gesteld, waarom ten behoeve van hot bodccen'1 una ze L standplaatsen worden toegewezen op hot oude veemarktterrcin on zu.'ks nier, -i'gclijk is ten behoeve van een ander bedrijf, namelijk dat van adressant. .Dc laatstgenoemde brief werd door ons op 21 oktober 1964 beantwoord. Vi,< icelden mode, dat doorbreking van de middenberm van een belangrijke <--- r;- 'er air de Langemarktstraat in principe onjuist moot worden geacht, In ..ie" 1 gr icon belang was het noodzakelijk deze onderbrokingen op diverse iketvu te brengen omdat deze voor het gebruik van het ten zuiden van c'c Lanve- c.r kt straat gelogen, voor openbare doeleinden bestemde, terrein vkon.Ion oiu'en gemist. De praktijk zou nog moeten uitwijzen, of do gomaak.o .ituaxio oudbaar zou zijn.(intussen is het aantal aangebrachte doorbraken reeds er.ingebracht tot twee!). - 3 - Het leek ons bepaald niet verantwoord doorbrekingen als bovenbedoeld ook aan te brengen voor particuliere bedrijven, dit te minder nu de vestiging van zo'n bedrijf op zo korte afstand van do brug is gelegen. Vorder deelden wij nogmaals mede, dat een deel van het oude veemarktterrcin voorlopig zou worden gebruikt als bodecentrum.Dit terreingedoelto zou dan ook alszodanig worden gebruikt. Toewijzing van enkele vaste standplaatsen op dat terrein aan oen ander, bedrijf - niet zijnde een bodedienst - zou mot do aan het terrein te geven bestemming volkomen in strijd zijn. Bij schrijven van 2 februari 1965 doelde do directeur van do PABO mede, dat door do vaststelling van een wachtvorbod (thans parkeerverbod) voor do Langemarktstraat, hot bedrijf in feite nog slechts kon worden uitgeoefend in hot pand Langemarktstraat, hetgeen impliceerde, dat slechts personenauto's zou den kunnen worden behandeld. van do werkzaamheden van het bedrijf hooft echter betrekking op vrachtwagons, zodat door al do getroffen maatregelen hot bedrijf bijzonder ernstig werd getroffen. Op 8 maart 1965 hebben wij op de brief van do PABO gereageerd met do mededeling, dat wij om redenen van verkeersveiligheid goon vrijheid kondon vin don ontheffing te verlenen van het ingestelde wachtvorbod.Wij suggereerden na te gaan of het betreffende onderdeel van het bedrijf naar een andere plaats in onze gemeente zou kunnen worden overgebracht, waar de werkzaamhedenin een over dekte ruimte of in ieder geval op eigen terrein zouden kunnen geschieden. Tevo ren haddon wij echter mondeling reeds herhaalde malen onze medewerking terzake toegezegd. Ondanks do bovongorelovoerdo herhaalde correspondentie - de talrijke besprekingen laten wij hierbij nog maar onvermeld - moesten wij constateren, dat hot bedrijf de in behandeling te nomen of genomen vrachtauto's over trot toirs en dergelijke hoonrood on zijn werkzaamheden ging uitoefenen op het oude veemarktterrcinVoor het gebruik van do daarbij benodigde elektrische appara tuur word zelfs geregeld oen rubborkabol dwars over de Langemarktstraat uitge legd. Vorder worden, soms zelfs beladen vrachtauto's op de nieuwe asfaltbaan opgekrikt om werkzaamheden aan bandon on wielen te kunnen verrichten. Een en ander is met do PABO besproken. Van de zijde van het bedrijf is daarbij toegezegd zich te zullen houden aan de gestelde regelen. Op 14 februari 1960 wondde do PABO zich opnieuw tot ons college mot verzoek om medewerking voor do uitoefening van hot bedrijf ter plaatse. Enig nieuw aspect word niet aangevoerd. Do brief bevatte slechts oen summiere herhaling van do vragen, die tevoren reeds zo vaak en zo uitvoerig waren beantwoord. A.lhoowol wij deze brief mot een eenvoudige verwijzing naar do vorige corre spondentie haddon leunnon beantwoorden, is zulks niet geschied. De brief van do PABO word gevolgd door oen schrijven van 14 september 1966, waarbij zelfs oen voorstel word gedaan 013 hot oude voomarktterrein oen gebouw t.b.v. do PABO te stichten c.q. te betrokken bij de plannon mot betrekking tot do oude schapen- markt.Op 29 september 1966 antwoordden wij op de genoemde brieven, dat, hoewel wij begrip hadden voor do bedrijfstcchnische moeilijkheden van hot bedrijf, wij goon vrijheid kondon vindon alsnog toestemming te verlenen een gedeelte van hot voormalige voomarktterrein in gebruik te nomen als montageplaats voor het autobandonsorvicobodrijfnadrukkelijk herhaalden wij, dat het onjuist moet worden geacht bij hot voeren van een bepaald bedrijf uit te gaan van hot ge bruik van do openbare weg. Wij hebben - aldus schreven wij - al enkele koren gesuggereerd het onderhavige bedrijf naar een andere plaats in onze gemeente over te brengen. Daarbij hebben wij onzerzijds zo veel mogelijk medewerking toegezegd. Wij hebben daarbij in het bijzonder gedacht aan oen gedeelte industrieterrein. In overleg zou in deze een oplossing moeten worden gezocht. In hot kader van hot bovenstaande lag ook het verzoek om oen gedeelte van het oude voomarktterrein te mogen gebruiken c.q. te bebouwen. Dit terrein zou een openbare bestemming krijgen, hetgeen niet in overeenstemming is mot het, ook in do brief van do PABO van 14 september 1966, omschreven dool. Wij achten hot niet gewenst en tevens onverantwoord op dit openbare terrein oen bedrijf e,ls het onderhavige too to laten. Wij bleven derhalve van mening, dat naar oen andere oplossing zou moeten worden omgezien on wij raadden adressant dan ook aan zich terzake mot do directeur van hot Grondbedrijf te verstaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 63