Verzoek om adhesiebetuiging aan een motie van de Raad der gemeente Purmerend. Bijlage no. 107. Leeuwarden, 15 februari 1968. Aan de Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders van Purmerend hebben zich bij brief van 18 juli 1967 tot U gewend met het verzoek adhesie te betuigen aan een door de Raad van de gemeente Purmerend aangenomen motie waarin \irordt geprotesteerd tegen de zware druk, die door de Minister van Binnenlandse Zaken op de gemeenten, die eei aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds hebben gevraagd, wordt uitgeoefend ten aanzien van de verhoging van de plaatselijke belastingen. In genoemde motie wordt o.m. gesteld, dat de Raad van Purmerend van oordeel is, dat het onbillijk is de gevolgen van een structureel begrotingstekortveroorzaakt door taken van bovengemeentelijk belang, af te wentelen op de inwoners van de gemeente Bovengenoemd verzoek hebt IJ in Uw vergadering van 7 augustus 1967 om advies in handen van ons college gesteld. Aangezien het hier een niet urgente aangelegenheid van algemene financiële aard betreft, hebben wij de afdoening hiervan bij de behandeling van de eerst volgende gemeentebegroting op zijn plaats geacht. Hoewel wij de inhoud van de door de Raad van Purmerend gevoerde discussies over de verhoging van de plaatselijke belastingen - naar welke discussies de co- tie verwijst - niet kennen, nemen wij aan dat deze betrekking zullen hebben ge had op een opvoering van de tarieven der gemeentelijke belastingen tot de in de ministeriële circulaire van 21 december 1966, nr. F 66/42358» genoemde normen. Een fotocopie van die circulaire ligt ter inzage. Be redelijkheid van een dergelijke richtlijn kunnen wij over het algemeen wel inzien. Tegenover de aanspraken van de gemeenten op een redelijke voorziening door het Gemeentefonds in de behoefte aan algemene middelen mag worden verlangd, dat door de heffing van plaatselijke belastingen zoveel mogelijk wordt bijge dragen in allerlei kosten, welke de gemeenten ten gerieve van haar inwoners moeten maken. Uit de bewoordingen van de motie van de Raad van Purmerend kan worden opge maakt, dat die gemeente blijkbaar op grond van "taken van bovengemeentelijk be lang" een aanvullende bijdrage heeft gevraagd. Yoor die taken wil men blijkbaar de eigen inwoners geen belastingverhoging tot het in de ministeriële circulaire vermelde niveau opleggen. Be motie geeft echter geen informatie omtrent de concrete knelpunten in de gemeente Purmerend. Van de discussies in de Raad van Purmerend, waarnaar de motie verwijst, is - zoals gezegd - geen ver slag overgelegd. Of het in Purmerend werkelijk om bovengemeentelijke voorzie ningen gaat, kunnen wij niet beoordelen. In die situatie kan onzes inziens in redelijkheid niet worden verlangd, dat aan een verzoek om adhesiebetuiging wordt voldaan. Adhesiebetuigen betekent o.i. niet alleen dat men een oordeel uitspreekt over de algemene vage strekking van de petitie, maar ook over de achtergronden van het ontstaan van de misstanden, welke door het inwilligen van de petitie zouden kunnen worden opgeheven. Nu omtrent deze achtergronden niets bekend is, stellen wij U voor, de motie voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 96