ft
No. 8094-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN:
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 mei 1968,
bijlage no. 242,
gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
BESLUIT
deel te nemen in de door de gemeenteraden in de provincie Friesland aan
te gane Gemeenschappelijke regeling "bestuursschool Friesland", overeen
komstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Medewerking voor de aanschaffing van een televisietoestel ten behoeve van
de school voor gewoon lager onderwijs aan de J.H.Knoopstraat. (Willem de
Zwijgerschool)
Bijlage no.243. Leeuwarden, 22 mei 1963.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit d.d. 9 oktober 1967, no. 14339» is de door het bestuur
der Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier, gevraagde medewer
king voor de aanschaffing van een televisietoestel ten behoeve van de school
voor gewoon lager onderwijs aan de J.H.Knoopstraat, de Willem de Zwijgerschool
geweigerd. Ons hiervan aan Uw Raad uitgebracht advies is bij de stukken ter
inzage gelegd.
Bij schrijven, ingekomen 6 februari 1968, heeft het schoolbestuur op
nieuw verzocht gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de aan
schaffing van een televisietoestel ten behoeve van vorenbedoelde school.
Wij hebben omtrent deze aangelegenheid een nader onderzoek ingesteld.
Het is U bekend, dat de Kroon indertijd heeft beslist, dat de aanschaf
fing van een televisietoestel de normale eisen, aan het geven van lager on
derwijs te stellen, niet te boven gaat, indien de school door de Stichting
Nederlandse Onderwijstelevisie is aangewezen deel te neraen aan het landelijk
televisie-experiment. Uit het ingestelde ondersoek is ons gebleken, dat door
de Stichting N.O.T. weliswaar geen scholen meer worden aangewezen om aan het
experiment deel te nemen, doch dat scholen, die zulks verzoeken, alsnog
kunnen worden ingeschakeld, indien althans de Stichting van mening is, dat
deze scholen voor deelneming in aanmerking kunnen komen en in staat zijn
aan de te stellen voorwaarden te voldoen.
De Willem de Zwijgerschool is op deze wijze thans inderdaad als experimen-
teerschool aanvaard en zal dus voortaan deelnemen aan de schooltelevisie
uitzendingen, die volgens verkregen inlichtingen op deskundige wijze worden:
begeleid
Zoals blijkt uit ons voronaangohaald advies, waren wij van mening,
dat, zolang de schooltelevisie nog in een experimenteerstadium verkeert, de
waarde hiervan nog moet worden bewezen en dat het nut van dit medium thans
nog niet zodanig is, dat daardoor de belangrijke kosten van het aanschaffen
en installeren van televisietoestellen op de scholen wordengprechtvaardigd
Hoewel onze zienswijze in dit opzicht niet is gewijzigd, zijn wij wel van
oordeel, dat dit standpunt niet in alle gevallen tot een afwijzende beslis
sing behoeft te leiden en dat de omstandighedenwaarin een bepaalde school
verkeert aanleiding kunnen zijn voor die school een uitzondering te maken.
Wij menen, dat een zodanige situatie zich thans inderdaad voordoet bij dn Villen
de ZwijgerschoolDeze school is namelijk door het Christelijk Pedagogisch
Strudiecentrum aangewezen als experimenteerschool voor de provincie Friesland
en wordt ook bij de lessen door dit centrun begeleid. Op deze school worden
dan ook de vernieuwingsmethoden, die zich de laatste tijd bij het onderwijs
voordoen, in de praktijk toegepast. De leerkrachten van deze school ontvangen
hiervoor een speciale scholing.
Volgens verkregen inlichtingen acht het Christelijk Pedagogisch Studie
centrum het, zowel in het belang van de Willem de Zwijgerschool als in dat van
het experiment, zeer wenselijk, dat de door hem aangewezen vernieuwingsschool
bij het experiment schooltelevisie wordt ingeschakeld.
Wij merken hierbij nog op, dat blijkens een schrijven van de Stichting
N.O.T. onder meer de overweging, dat de Willem de Zwijgerschool door het
Chr. Pedagogisch Studiecentrum als vernieuwingsschool voor de provincie
Friesland is aangewezen, heeft geleid tot de toelating van deze school bij
het experiment.