Ho12371. DE ILIAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 31 juli 1968 (bijlage no. 311); gelet op artikel 170 van de Gemeentewet; BESLUIT met de II.Y. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te s-Gravenhage eën 6 5/8 °Jo rentende lening aan te gaan, groot f.2.000.000,tegen een koers van 99~h$ en verder onder de voorwaarden, vermeld in de bij dit besluit behorende ontwerp-overeenkomst van geldlening. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Onteigening t.b.v. de aansluiting van de weg naar Drachten aan de Aldlansdyk. Bijlage no. 312 Leeuwarden, 31 juli 1968. Aan de Gemeenteraad. Op 29 januari 1968 hebt U een krediet ad 400.000,-- beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van let grondwerk en het maken van het dijklichaam van dc noordelijke oprit van de toekomstige brug over het Van Harinxmakanaal in de secundaire weg Leeuwarden-Drachten. Verder heeft U op 19 februari j.l. inge stemd met de door de provincie Friesland ontworpen plannen tot het bouwen van een basculebrug met aanbruggen over het Van Harinxmakanaal. De beide hier- voren bedoelde werken zijn thans in uitvoering. De kosten van de bouw van de brug, voorzover betreft het gedeelte ten zui den van de noordelijke aanbrug, alsmede de kosten van aanleg van het wegvak ten zuiden van de brug komen ten laste van de provincie Friesland; de kosten van aansluiting van de nieuwe weg op de Aldlansdyk, derhalve de kosten van het wegvak, gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan 't Aldlan, zullen voor rekening van onze gemeente komen. De plannen voor het maken van deze aansluiting verkeren reeds in een vergevorderd stadium van voorbereiding en zullen op korte termijn aan U ter vaststelling worden aangeboden. De grond, benodigd voor do uitvoering van do laatstbedoelde plannen, is reeds gedeeltelijk gemeente-eigendom; een ander gedeelte is thans nog in par ticuliere handen. Met de betrokken eigenaren worden onderhandelingen gevoerd omtrent de aankoop van deze gronden door onze gemeente. Deze onderhandelingen zijn nog niet afgesloten; wij hopen, dat zij tot een gunstig resultaat zul len leiden. V/ij zijn evenwel van oordeel, dat het niet verantwoord is het uiteindelijk resultaat van de onderhandelingen af te wachten mot de kans, dat -al was het maar mot één eigenaar- niet tot overeenstemming wordt gekomen. Om de daaruit voortvloeiende ernstige vertraging te voorkomen lijkt het ons gewenst dat een besluit tot onteigening wordt genomen, opdat op grond daarvan, ingeval onver hoopt langs minnelijke weg geen overeenstemming kan worden bereikt, de recht bank kan worden gevraagd de onteigening uit te spreken. Deze onteigening zal dienen te geschieden op grond van titel Ha van de Onteigeningswetvolgens welke de onteigening voor do aanleg van wegen kan geschieden uit kracht van een door Hare Majesteit de Koningin, de Raad van State gehoord, genomen besluit. Aan Hare Majesteit de Koningin zal derhalve moeten worden verzocht tot onteigening te willen besluiten. Wij hebben te dien c-inde een onteigeningsplan gemaakt, hetwelk voor U ter inzage ligt. Op grond van hot vorenstaande geven wij U in overwoging te besluiten Hare Majesteit de Koningin te verzoeken tot de hierbcdoelde onteigening over te gaan en ons op te dragon daartoe tot Hare Majesteit de Koningin een gemotiveo: verzoek te richten. Burgemeester en V/ethoudcrs van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 237