Aangaan van een overeenkomst tot het ontbinden van een pachtovereenkomst,
alsmede tot het beëindigen van een huurovereenkomst met R. Braaksma, alhier.
Bijlage no. 329. Leeuwarden, 14 augustus 1968.
Aan de Gemeenteraad.
Ter realisering van het bestemmingsplan '"t Aldlan" heeft de gemeente
krachtens een raadsbesluit van 27 april 1966 in het genot van huur aange
kocht een gedeelte ter grootte van plm. 0.17.50 ha van het perceel, kadas
traal bekend gemeente Euizum, sectie G, no. 65. Dit perceelsgedeelte is
cot t\ "oo - hrvr gebleven bij de heer R. Braaksma, wonende te Leeuwarden,
Tijnjeuijk 49. Tevens kocht de gemeente ingevolge raadsbesluit van 10 augus
tus i960 in het genot van pacht voor dit doel aan het perceel, kadastraal
bekend nisvoren, no. 71, groot 1.01.70 ha. Dit perceel, dat evenals het
eerstgenoemde op de ter inzage gelegde tekening roodomlijnd is aangegeven,
is nog altijd in pacht bij voornoemde Braaksma.
Met de heer Braaksma hebben wij thans overeenstemming bereikt omtrent
het ontbinden van de pachtovereenkomst, alsmede omtrent het beëindigen van
de huurovereenkomst. Wij achten zulks nodig teneinde bij de verwezenlijking
van het bestemmingsplan vrij over de bedoelde percelen, welke zijn gelegen
tussen de Botmarge en de Tijnjedijk, te kunnen beschikken.
De pachter/huurder kan zich met het ontbinden van de overeenkomsten ver
enigen indien aan hem een schadeloosstelling tot een bedrag van 52.000,
wordt toegekend. In dit bedrag is begrepen een som voor vergoeding van de
op de bedoelde percelen aanwezige opstallen,alsmede een som wegens vergoeding
van inkomensschade. Wij achten dit bedrag, waaromtrent na onderhandeling
uiteindelijk overeenstemming werd bereikt, voor de gemeente aanvaardbaar.
De ontbinding van de overeenkomsten kan overigens onder de gebruikelijke
voorwaarden plaatsvinden,
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.