- 3 -
Naast deze - in eerste aanleg - 55 parkeerneters, bestemd
voor zeer kort tot kort parkeren, blijven er, als deze plaatsen
aan de blauwe zone zijn onttrokken, nog 818 zoneplaatsen besclik-
baar. In de binnenstad vindt men voorts nog een aanzienlijk aan
tal plaatsen voor langparkeerdersverspreid over vele straten.
Dit aantal, dat moeilijk exact is vast te stellen, kan worden ge
schat op 800. Tenslotte biedt het dicht bij de binnenstad gele
gen parkeerterrein aan de Langeraarktstraat nog eens plaats voor
700 auto's, zodat het aantal plaatsen voor langparkeerders voor
de binnenstad in de praktijk kan worden gesteld op 1500.
kas voor de invoering van parlceerschijven het vaststellen
van een gemeentelijke regeling niet nodig, gezien iv.et in het Vegen-
verkeersreglementthans hot Reglement verkeersregels en verkeers
tekens, bepaalde, anders is dit met betrekking tot het invoeren
van parkeernetersDe bevoegdheid daartoe is voor de gemeentebe
sturen laatstelijk vastgelegd in artikel 20 van de et op de motor
rijtuigenbelasting (Stbl. 1966, no.532). In dit artikel wordt onder
meer gesproken van het gebruik van weggedeelten binnen de voor
de toepassing van de Wegenverkeerswet geldende bebouwde kom, waarop
parkeren krachtens gemeentelijke verordening slechts voor een door
een parkeeraeter aangegeven tijdsduur van ten hoogste twee uren is
toegestaan. De strafrechtelijke basis voor een parkeerneterver
ordening is thans te vinden in artikel 85, sub f, van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens, behelzende een verbod tot parkeren
"bij een binnen de bebouwde kom bij of krachtens besluit van de
gemeenteraad geplaatste parkeermeter tenzij, voor wat betreft motor
voertuigen op meer dan twee wielen aan de bij of krachtens plaat
selijke verordening gegeven voorschriften wordt voldaan." Voor
schriften die niet op dit parkeren als zodanig betrekking hebben,
doch voor een goede gang van zaken toch niet in de verordening
kunnen worden gemist, zoals die betreffende het plaatsen van fiet
sen, of bromfietsen tegen parkeermeters en van andere voorwerpen
dan motorvoertuigen binnen een parkeervak, vinden hun grondslag
in artikel 168 van de gemeentewet. Deze laatste voorschriften zijn
opgenomen in hoofdstuk II van de hierna afgedrukte Parkeermeter-
verordening. De tekst van deze verordening stemt nagenoeg overeen
met een door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgesteld model.
Voor de verdere inhoud van deze verordening zij verwezen naar de
bijgevoegde toelichting. Tot het aanwijzen van de verschillende
plaatsen is ons college bevoegd krachtens de door de .laad ver
leende machtiging d.d. 19 december 1966, no. 18526tot het tref
fen van verkeersmaatregelen. De aanwijzing zal geschieden door
opneming van de betreffende plaatsen in het Verkeersbesluit.
Het toezicht op de naleving van de Parkeermeterverordening
zal in eerste instantie worden uitgeoefend door de politie. Wel
licht zal dit werk op den duur kunnen worden verricht door een
speciale, met opsporingsbevoegdheid toegeruste, parkeerwachter. In
de redactie van artikel 9 van de Parkeermeterverordcning is hier
mede reeds rekening gehouden.
Naast de Parkeermeterverordening (strafverordening) dient
ook nog een Parkeergeldverordening (belastingverordening) te wor
den vastgesteld. Een ontwerp hiervoor gelieve U mede bij de stuk
ken aan te treffen. Het daarin opgenomen parkeertarief bedraagt
voor s
a., ten hoogste een half uur 0.10
b. ten hoogste een uur 0.25
No. 13245a,
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUW RD: ik
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
14 augustus 1968 (bijlage nr. 337)l
van
BESLUIT s
vast te stellen de volgende verordening
Verordening, regelende het parkeren bij
parkeerneters
Hoofdstuk.1
Voorschriften betreffende het parkeren van motorvoertuigen
op meer dan twee wielen bij parkeermeters.
Artikel 1
1. Burgemeester en Wethouders wijzen de weggedeelten, gelegen
binnen de bebouwde kom, alsmede de dagen en uren.aan, waarop
en gedurende welke, parkeren slechts is toegestaan voor een
door hen bepaalde, door een parkeermeter aangegeven tijdsduur.
2. Zij dragen er zorg voor,dat elke parkeermeter is voorzien
van genoegzame aanwijzingen omtrent het gebruik van de meter.
Artikel 2.
Het, Is verboden enig door Burgemeester en etliouders inge
volge artikel 1 aangewezen tijdvak een motorvoertuig op meer dan
twee wielen te parkeren bij een parkeermeters
a. indien de parkeermeter niet in werking is gestold;
b. indien de parkeermeter aangeeft? <iat de parkeertijd is ver
streken;
c. indien bij de parkeermeter reeds een motorvoertuig staat
geparkeerd.
Artikel 3.
Het is verboden een parkeermeter in werking- te stellen of
handelingen met het oogmerk tot een zodanige inwerkin. .stelling;
te verrichtens
a. op andere wijze, met andere middelen of mot andero munten dan
op de parkeermeter aangegeven;
b. in strijd net enige op de parkeermeter gegeven aanwijzing om
trent het gebruik van de meter.
Artikel 4
Het is verboden enig muntstuk in de meter te werpen op een
tijdstip, dat niet samenvalt met of onmiddellijk volgt op de
feitelijke aanvang van het parkeren.