I
WfihrV'7 iVSfr-JSSvisSB*.
Ho. 6793
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen oen op 23 januari 1968 ingekomen aanvrage van het bestuur der
Vereniging voor Christelijk Schoolondorwijs alhier, om geluen uit de ge
meentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van een radio met pla
tenspeler ten behoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de
J.H. Knoopstraat, de Willem de Zwijgerschool
overwegendedat een radio voor liet onderwijs aan deze school van be
lang wordt geacht;
dat voor de muzikale vorming van de leerlingen van betekenis is, dat
gelegenheid wordt gegeven tot het onder verantwoorde leiding in school
verband luisteren naar muziek mot, waar nodig, eon toelichting daarop;
dat bij de Willem do Zwijgerschool het zang- en muziekonderwijs onder
verantwoorde leiding wordt gegeven;
dat deze school tevens door het Christelijk Pedagogisch Centrum als
experimenteerschool voor de provincie Friesland is aangewezen;
dat op grond van het hiervoren vermelde de aanvrage van het school
bestuur do normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen,
niet overschrijdt;
dat de aanvrage ook overigens voldoet aan de in artikel 73 der Lager-
onderwijswet 1920 gestelde eisen;
gelot op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 mei 1968
(bijlage no. 203);
BESLUIT
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
I
IH
Secretari£
Wethouders jaarwedden
Bijlage no. 204- Leeuwarden, 1 mei ,968.
Aan de Gemeenteraad.
Blijkens een brief van Gedeputeerde Staten van Friesland van 21 maart
1958, no. 3585, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken bij circulaire
van 29 februari 1968 aan de Gedeputeerde Staten der provinciën mededeling
gedaan van de maximale normen, wolke dieren te worden aangehouden tij oen
verhoging van de jaarwedden der wethouders per 1 januari i960
In verband, met die circulaire zijn Gedeputeerde Staten voornemens de
in de regeling van de jaarwedden der wethouders in do onderscheidene ge
meenten in Friesland opgenomen jaarwedden, te rekenen met ingang van 1 janu
ari 19o8 naaer vast te stellen op de bedragen, vermeld in de bij genoemde
brief gevoegde bijlage.
De wedde van de wethouders dozer gemeente is laatstelijk bij besluit
van Gedeputeerde Staten van 20 juli 1967, no. 9041te rekenen van 1 janu
ari 19S{ af, vastgesteld op 27. 225,-per jaar. De thans voorgestelde
verhoging tot f 28.625,gaat niet uit boven de algemene salarisverhoging
voor het overheidspersoneel per 1 juli 1967 en 1 januari 1968 cn de nacal
culatie trend 1967 (1,5 2 9+ 1,6$).
Ik moge Uw Raad in overweging geven als zijn oordeel uit te spreken,
dat de wethoudersjaarwedden in deze gemeente met ingang van 1 januari 1968
behoren te worden vastgesteld op 28.625,-- per jaar, zijnde het bedrag
in eerdergenoemde bijlage aangegeven en het College van Gedeputeerde Staten
in deze zin te berichten.
De Burgemeester van Leeuwarden,
J.S. Brandsma.