-14-
I
Bi j1age 2Vervo1g
Wet Uitkeringen Wegen
De "Wet Uitkeringen Wegen" (stbl. 367 van 1966) kent telken-
jare aan de provincie een uitkering toe ter tegemoetkoming in
de ten laste van de onderhoudsplichtigen komende kosten van
onderhoud en van rente en afschrijving van kapitaalsuitgaven
voor de aanleg en de verbetering van de in do provincie ge
legen, niet bij het rijk in onderhoud zijnde secundaire, tertiair
en quartaire wegen. Op grond van genoemde Wet moeten Provinciale
Staten een verdelingsverordening vaststellen, volgens welke de
jaarlijkse uitkering naar evenredigheid" van uc behoeften van ge
noemde wegen onder de onderhoudsplichtigen wordt verdeeld.
Secundaire wegen.
Aan de hand van het door Provinciale Staten voor deze wegen vast
gestelde wegenplan en op grond van de provinciale verdelingsver
ordening kan een uitkering voor 19^9 worden geraamd van 14»500,
Tertiaire wegen
Ook voor deze wegen is door Provinciale Staten een wegenplan vast
gesteld. De uitkering wordt voor 1969 voor deze wegen geraamd op
2.300,-.
Quartaire wegen
Blijkens de Provinciale uitkeringsverordening wijzen Gedeputeerde
Staten de wegen of wegvakken aan, die als quartaire wegen worden
aangemerkt. Voor de berekening van de uitkering wordt rekening
gehouden net de w -glongto, de breedte, de draagkracht van de
ondergrond en de toegankelijkheid vöor het verkeer. Aan de hand
van bovenvermelde omschrijving wordt voor 19^9 een uitkering ver
wacht van 6.7OO,-.
Kleuteronderwijs
In vorige aanbiedingsbrieven werd gewezen op het onbevredigende
niveau van de vergoedingsnormen. Ook nu blijkt weer, dat de norms
bij lange na niet voldoende zijn om de kosten te dekken.
Door de Vereniging van ïïederlandsche Gemeenten wordt met de
minister overleg gepleegd over optrekking van do normen.
Wij wij zen U hierbij op .do nadelige saldi van de paragraf on la
en 1b van hoofdstuk VIII van de gewone dienst.
Lager onderwi j 3
De voor 19&9 geraamde noriauitkeringen uit hot Gemeentefonds inge
volge artikel 5 van de Financiële Verhoudingswet zijn besproken-
in het onderdeel Financiële verhoudingswet i960. De voor 1969
terzake geraamde bedragen zijn vermeld in do reca,pitulatie aan
het slot van a's beschouwingen.
Hierna volgt oen overzicht, waaruit blijkt in hoeverre de netto
onderwijskosten door de betreffende uitkeringen worden gedekt.
basisonderwijs uitkeringen kosten
1. stichten en inrichten
gebouwen 879» 500,- 1.034.275,-
2. exploitatiekosten 1.451-580,- 1.525-725?-
3. gymnastieklokalen 182.015,- f 177*455»-
2.512.695,- 2.537.455,-
buitengewoon onderwijs
4. stichting en exploitatie 1.287.000,- 1.282.275,-
3.799.695,- f 3.8I9.75O,-