-.1
Uit de inmiddels ter beschikking gekomen gegevens is n.l. gebleken,
dat wat de verpleegprijzen betreft, de onderlinge verschillen belangrijk
zijn verminderd, op édn enkele uitzondering na»
Wij geven er op grond hiervan - en mede gelet op het feit, dat elke poging
tot invoering van een iets meer verfijnd systeem tot nu toe heeft gefaald -
de voorkeur aan het systeem van het vaste bedrag per verpleegdag in prin
cipe te handhaven. Er zal echter een belangrijk hoger subsidie per dag nodig
zijn in verband met de gestegen verpleegprijzen. Met een subsidie van 7,--
per dag (thans 2,25) kunnen de verenigingen naar het ons voorkomt hun
werk verrichten. Bij het bepalen van dit bedrag hebben wij uiteraard reke-
ning gehouden met de andere subsidies die de verenigingen ontvangen, n.l.
van Rijk, Provincie en Praeventiefonds met de bijdragen van de ouders en
ziekenfondsen en met de gemiddelde opbrengst uit bijdragen van particulieren
collecten etc. De verpleegprijzen die de Vereniging voor Zwakzinnigenzorg
moet betalen liggen belangrijk lager dan die welke gelden voor de andere in
stellingen. In verband hiermede kan o.i. voor deze vereniging het subsidie
bedrag worden gehandhaafd op 2,25 per dag.
De uitkeringen op grond van de Algemene Bijstandswet zullen bij deze
subsidiebedragen niet nodig zijn.
Wij stellen U voor het subsidie voor de kinderuitzending voor 1968 vast
te stellen op 7,— per verpleegdag, met dien verstande, dat het subsidie
voor de Vereniging Zwakzinnigenzorg blijft gehandhaafd op 2,25 per ver
pleegdag en in verhand hiermede de terzake in de primitieve begroting opge
nomen post ad. 18.000,— te verhogen tot 36.000,-- (5000 verpleegdagen
f 7?en 400 a 2,25). Het aantal verpleegdagen vertoont een teruglopende
tendens
Tegenover deze hogere uitgaaf ad. 18.000,-- kan een bijdrage uit het
Gemeentefonds worden geraamd van 80f0 van 18.000,14.400,Het
resterende bedrag van 3.600,-- kan worden gedekt uit de stelpost voor las-
tens ti j gingen.
Kunstnijverheid sschoo1
De moeilijkheden, waarmee deze school te kampen heeft gehad, zijn er de
oorzaak van geweest, dat in de la.atste jaren geen voldoende gegevens (uit
gewerkte begrotingen en exploitatierekeningen) ter beschikking kwamen voor
een gemotiveerde herziening van het subsidie voor deze school. Evenmin
hebben er definitieve afrekeningen van het uit te keren subsidie kunnen
plaatsvinden.
ür is volstaan met het verlenen van voorschotten en het in de begrotingen
opnemen van voorlopige ramingen, gebaseerd op het laatstelijk in 1964 begro
te bedrag. De kosten zijn sedertdien echter aanmeikelijk gestegen.
De Gemeente subsidieert sedert 1961 - tot het bedrag van het exploita
tietekort - alleen de amateurscursus en de opleiding l.o. tekenen, welke op
leidingen niet voor rijkssubsidie in aanmerking komen. Voor 1968 wordt thans
blijkens de overgelegde stukken een tekort geraamd van 11.300,In de
gemeentebegroting is een subsidie opgenomen van 6.400,zodat er een
aanvullend krediet nodig is van 4.900,—te dekken uit de stelpost voor
lastenstijgingen.
Uit een ontvangen accountantsrapport over de jaren 1964 t/m 1967
waarin tevens enige correcties over de jaren 1961 t/m 196-3 zijn opgenomen,
blijkt, dat over dj jaren 1962 t/m 1967» waarover nog afrekening moet plaats
vinden, de totale tekorten 38.965,74 hebben bedragen.
Er is aan voorschotten uitgekeerd in totaal 30.325,Er moet over
deze oude jaren derhalve nog worden uitgekeerd een bedrag van 8.640,74,
waarvoor op de begroting voor het dienstjaar 1968 een post ware te ramen
van '3 „645 welk bedrag - at ngezien het een eenmalige uitkering is -
kan worden gedekt uit de post voor onvoorziene uitgaven.
In de desbetreffende jaren is wegens subsidie voor de kunstnijverheids
school in totaal geraamd 1 .325? 6.985,-- 4 x 6.075?--
32.610,--. Van dit totale bedrag is bij het verlenen van de voorschotten
in die jaren 2.285?-- ongebruikt gebleven.
Wij brengen onder uw aandacht, dat de forse stijging van het subsidie
mede is veroorzaakt door het in het exploitatietekort van de door de Gemeen
te gesubsidieerde opleidingen opnemen van de onrendabele lasten voortvloei
end uit aankoop en herstel van de directeurswoning. De aankoop van deze
woning was in de destijds bestaande situatie onvermijdelijk, evenals de in
het pand in 1967 aangebrachte herstellingen. De herstelkosten worden in een
snel tempo afgeschreven.
Wij zijn van oordeel, dat nu deze onrendabele lasten in het gemeente
lijk subsidie worden opgenomen aan de subsidiëring de voorwaarde moet wor
den verhonden, dat het bestuur van de Stichting met betrekking tot de be
stemming van en de beschikking over deze woning slechts mag handelen in
overeenstemming met ons College.
Katholieke Openbare Bibliotheek.
Het Ministerie'van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk heeft
zich bereid verklaard de afdelingen Friese literatuur van de openbare bibli
otheken in Friesland te subsidiëren, onder voorwaarde, dat de locale over
heden "bijdrogen tot ten minste de helft van het rijkssubsidie. Het rijks
subsidie voor de Friese literatuur-afdelingen bedraagt 20fó van het hoofd
subsidie. Het locale minimum is derhalve 10<f0 van dat hoofdsubsidie. Hiervan
zal de Provincie Friesland de helft voor haar rekening nemen, zodat voor
de Gemeente resteert 5' van het rijkshoofdsubsidieUit de toepassing van de
ze regeling vloeien met betrekking tot de algemene openbare bibliotheek voor
de Gemeente geen extra uitgaven voort, omdat dezo een subsidie ontvangt tot
het bedrag van het exploitatietekort, waarin begrepen dat van de Friese
afdeling. Voor de Katholieke Openbare Bibliotheek dient wel een hoger sub
sidie te worden geraamd en wel tot een bedrag van 825,Wij zijn van
oordeel, dat dit extra subsidie moet worden verleend.
Wij stellen U voor hiervoor in de gemeentebegroting voor 1968 een kre
diet op te nemen van 825?welk bedrag ware te dekken uit de stelpost
voor lastenstijgingen.
Diensteneentrum bejaarden.
Op grond van de Voorlopige Rijksbijdragoregeling Dienstencentra bejaar
den is in de primitieve begroting voor het dienstjaar 1968 voor het Dienst -n-
centrum aan de Willem Sprengerstraat een subsidie opgenomen van 64.000,--,
het maximumbedrag, waarin het Rijk voor de helft bijdraagt. De regeling kent
echter ook nog de mogelijkheid, dat op verzoek van de Gemeente een hogere
rijksbijdrage wordt verleend, n.l. ten hoogste 459 der werkelijke in de
regeling nader aangewezen uitgaven, indien ue Gemeente een subsidie ver
leent van $Ofo van die uitgaven.
Het Bestuur van het Dienstencentrum doet een beroep op het desbetref
fende artikel 9 van de regeling en verzoekt om een subsidie van 90^ der
subsidiabele uitgaven. De bovenvermelde voorlopige regeling heeft terug
werkende kracht tot 1 januari 1967in verhand waarmede het Bestuur ver
zoekt over 1967 eveneens een subsidie van 90?° te mogen ontvangen. Bij toe
passing van artikel 9 moeten de uitgaven van liet Centrum aan een beoordeling
v/orden onderworpen, in het 'bijzonder ten aanzien van de noodzakelijkheid
der gemaakte kosten.
Wij zijn van oordeel, dat er aanleiding is aan het verzoek te voldoen.
De subsidiepercentages ingevolge subsidieregelingen voor andere vormen von
maatschappelijk werk zijn met ingang van 1966 verhoogd. Voor het algemeen
maatschappelijk werk is het percentage gebracht op 90<f0 (Rijk 4596 en Ge
meente 45fo). Bij de kosten van dit werk ligt het zwaartepunt hij de per
soneelskosten. Bij het buurtwerk en het jeugdzorgwerk wordt onderscheid
gemaakt tussen personeels- en andere kosten.