-2-
9. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan
geheven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
de levering voor rekening van de koper;
10. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan
tot die wegens uitwinning;
11. partijen deen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wet
boek;
12. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verle
den voor een cLoor koper aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde
notaris
13* de to stichten opstallen dienen te worden ontworpen onder supervi
sie van de architect der gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
mi
Vaststelling van de bedragen overeenkomstig artikel 47? eerste lid, der Kleu-
teronderwijswet voor de jaren 1964 en 1965vaststelling van de bedragen over
eenkomstig artikel 47tweede lid, der wet over het tijdvak van 1961 tot en
met 1965 en de voorlopige vaststelling van en het verlenen van voorschotten
op de extravergoedingen, bedoeld in artikel 73» derde lid, der wet ten behoeve
van de besturen van de bijzondere kleuterscholen over dit tijdvak.
Bijlage no. 456
Leeuwarden, 27 november 1968.
Aan de Gemeenteraad.
De besturen van de bijzondere kleuterscholen ontvangen ingevolge artikel
73, eerste en tweede lid, van de Kleuteronderwijswet in eerste instantie voor
de bestrijding van de materiële exploitatiekosten van de gemeente gelijke be
dragen per lokaal en per kleuter als de gemeente terzake van het Rijk ontvangt.
Aangezien de uitgaven van de gemeente in de praktijk uiteraard niet precies
gelijk zijn aan de van het Rijk ontvangen bedragen strekt artikel 47? eerste
lid, van de wet ertoe om aan de hand van de gemeenterekening te komen tot vast
stelling van de bedragen, die de gemeente zowel in totaal als per lokaal voor
de kosten, bedoeld in artikel 38? onderdelen h. en i.en oveneens zowel in
totaal als per kleuter voor de kosten, bedoeld in artikel 38, ondex^delen j.
tot en met 1. over een verstreken jaar werkelijk heeft uitgegeven. De over
schrijding door de gemeente van de bedragen, die het Rijk per lokaal en per
kleuter beschikbaar heeft gesteld, komt dan volgens de regels, gesteld in ar
tikel 47? tweede lid, en artikel 73? derde lid, der wet aan de bijzondere
kleuterscholen ten goede.
Ingevolge het bepaalde in het eerste lid van artikel 47 van de Kleuter
onderwijswet stelt de Raad van een gemeente waar één of meer openbare kleuter
scholen bestaan, jaarlijks voorlopig vast de daar omschreven bedragen. Aange
zien de exploitatiekosten in twee rubrieken zijn ondergebracht, moet bij de
voorlopige vaststelling van die kosten met elk van deze rubrieken rekening
worden gehouden. Het bepaalde in het eerste lid, onder a. tot en met c., heeft
betrekking op de kosten per lokaal; dat in het eerste lid, onder d. tot en met
f., op de kosten per kleuter.
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen heeft de bedragen van
de door het Rijk aan de gemeente toegekende vergoedingen voor de exploitatie
kosten van het openbaar kleuteronderwijs over de jaren 1964 en 1965 vastge
steld en verrekend met do op deze vergoedingen aan de gemeente verleende voor
schotten. Thans kan dus tot vaststelling van de in de vorige alinea bedoelde
bedragen worden overgegaan.
Een overzicht van de werkelijke uitgaven ten behoeve van de openbare kleu
terscholen over 1964 en 1965 gedaan en de desbetreffende beschikkingen van de
staatssecretaris liggen voor U ter inzage.
Bij Uw besluit van 11 maart 1968, nummer 3032, zijn de in artikel 47?
eerste lid, der wet bedoelde bedragen voor de jaren 1961 en 1962 definitief
on voor het jaar 1963 voorlopig vastgesteld.
Ingevolge het tweede lid van artikel 47 wordt, telkens als er vijf jaren
verstroken zijn, in het raadsbesluit, bedoeld in het eerste lid van dit ar
tikel, tevens voorlopig vastgesteld het totaal van de bedragen onder a. en
van die onder b.alsmede het totaal van de bedragen onder d. en e., van laatsl
bedoeld lid over de voorafgaande periode van vijf kalenderjaren. Blijkt daar
bij dat het totaal ouder a. hoger is dan het totaal onder b. 'en/of dat het
totaal onder d. hoger is dan het totaal onder 0., dan wordt dit verschil of
worden deze verschillen gedeeld door het gemiddeld aantal lokalen, die in het
zelfde tijdvak volgens de maatstaf van artikel 43 noodzakelijk waren te achten
respectievelijk hot gemiddeld aantal kleutero, die in dat vijfjarig tijdvak
de scholen por jaar hebben bezocht.
Voor de berekening van .Rzc overschrijdingsbedragen mogun wij U verwijzen
naar het bijgevoegde ontwerp-besluitDaaruit blijkt, dat or over het tijdvak
van 1961 tot e-n met 1965 wel eon overschrijding per lokaal is, maar dat het
totaalbedrag van do kosten por kleuter beneden het totaalbedrag van do per
kleuter van rijkswege beschikbaar gestolde bedragen is gebleven, zodat hier
dus an over'schot aanwezig blijft. Omdat do wet «rvan uitgaat, dat zowel, de