4. Met betrekking tot de telling van de in het vorige lid bedoelde
kinderen is van overeenkomstige toepassing het bepaalde in artikel
3 van de Kindertoelage-regeling overheidspersoneel, onderscheiden
lijk in artikel 9 van de Algemene Kinderbijslagwet.
No. 15414-
DE RAAD DER C-EMEENTE LEEUWARDEN;
Gezien het voorstel.van Burgemeester en Wethouders van 25september
1968 (bijlage no. 374
Gelezen de brief van de Commissie voor Georganiseerd Overleg van
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van het Algemeen
Ambtenarenreglement
Artikel I
a. De laatste volzin van het eerste lid van artikel 25a wordt gelezen als
volgt
Indien een ambtenaar in de loop van een maand in dienst treedt, dan
wel wordt ontslagen, ontvangt hij een evenredig deel van de vakantie
toelage over die maand.
b. Het tweede lid van artikel 25a wordt vervangen door de volgende leden:
2. De vakantietoelage bedraagt voor elke maand, bedoeld in het eerste
lid, 6c/o van de op 1 mei van het jaar van uitbetaling of op de datum
van indiensttreding in de loop van die maand, voor de ambtenaar
geldende bezoldiging per maand, met dien verstande, dat aan de amb
tenaar, die op één van de in dit lid genoemde data een betrekking met
een volledige dagtaak vervult en die:
a. 23 jaar of ouder is, of
b. jonger is dan 23 jaar, doch voor de heffing van de loonbelasting
is ingedeeld in een der tariefgroepen II, III of de bijzondere ta
riefgroep voor de werkende gehuwde vrouw,
tenminste een bedrag wordt uitbetaald gelijk aan de voor overeen
komstig rijkspersoneel vastgestelde minimum-vakantietoelage.
3. De vakantietoelage wordt vermeerderd met een bedrag per maandgelijk
aan het voor overeenkomstig rijkspersoneel vastgestelde bedrag, voor
elk kind, waarvoor de ambtenaar op één van de in het tweede lid ge
noemde data aanspraak heeft op:
a. voor wat betreft het eerste en tweede kind, ten minste het
minimum-bedrag van de kindertoelage, genoemd in de Kindertoelage
regeling overheidspersoneel, of, indien geen aanspraak bestaat op
dit minimum-bedrag, het volledige bedrag van de kinderbijslag in
gevolge de Kinderbijslagwet voor loontrekkenaen
b. voor wat betreft het derde en ieder volgend kind, het volledige
bedrag van de kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslag-
wet
c. De leden 34 s 5 en 6 van artikel 25a worden vernummerd tot respectieve
lijk 5,6,7 en 8.
Artikel II
1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid wordt voor de ambtenaar, die 00
1 mei 1968 als zodanig in dienst was, de vakantietoelage over de perio
de 1 juni 1967 tot en met 31 mei 1968 vastgesteld overeenkomstig het
bepaalde in artikel 25a van het Algemeen Ambtenarenreglement, zoals
dit luidt na de inwerkingtreding van deze verordening.