Overdracht van woningwetwoningen aan de bewoners. Bijlage no. 483 Leeuwarden, 27 november 1$68. Aan de C-emeenteraad, Op 30 juni 1967 heeft de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening door middel van zijn circulaire MG 67-18 er bij de gemeentebesturen op aangedrongen medewerking te verlenen aan de toepassing van de Regeling inzake de overdracht van woningwetwoningen aan de bewoners, indien in een voorkomend geval een bewoner van een woningwetwoning er de voorkeur aan geeft het door hem bewoonde pand in eigendom te verwerven. Hoewel de mogelijkheid tot verkoop van woningwetwoningen aan de bewoners reeds gedurende lange tijd heeft bestaan is deze aangelegenheid door de hiervoor genoemde circulaire van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimte lijke Ordening, waarbij de tot dat tijdstip bestaande regeling eveneens op verschillende punten werd gewijzigd, in het middelpunt der belangstelling ge plaatst. Op 27 februari 1968 hebt U tijdens de behandeling van de begroting van het Woningbedrijf voor 1968 reeds uitvoerig over eventuele overdracht van woningwetwoningen aan de bewoners gediscussieerd. Aan het slot van de dis cussie hoeft de kleinst mogelijke meerderheid van de Raad zich gesteld achter een motie, waarin is vastgelegd, dat U bereid bent tot overdracht van woning wetwoningen aan bewoners, een en ander met inachtneming van de ministeriële voorwaarden en op voorstel van ons College. v/ij komen thans op deze aangelegenheid terug met de bedoeling U voor stellen te doen omtrent de wijze waarop in deze Gemeente de betreffende rege ling tot overdracht van woningwetwoningen kan worden geconcretiseerd. In ver band hiermee merken wij op, dat de Minister van Volkshuisvesting en RuLmtelijce (Mening de regeling op 16 september 1968 weer heeft gewijzigd. Een exemplaar van do regeling, zoals deze op 30 juni 1967 werd vastgesteld en een exemplaar van de regeling, zoals deze thans luidt, liggen met de bijbehorende circulai res van de Minister voor U bij de stukken ter inzage. Het lijkt ons echter nuttig in deze raadsbrief een samenvatting van de (gewijzigde) regeling op te nemen. Alleen woningen, die in woon- en bouwtechnisch opzicht voldoen aan re delijke eisen en in een behoorlijke staat van onderhoud verkeren, komen voor overdracht aan de ocwcners in aanmerking. Duplexwoningenwoningen be stemd voor alleenstaanden en bejaarden en z.g, keuzewoningen mogen niet worden overgedragen. De adspirant-koper dient de betreffende woning als huurder te bewonen. Hij moet financieel in staat zijn de lasten van de c-igen woning te dragen. Voorts zal hij ten minste 10^ van de verwervingskosten als eigen kapitaal in de woning moeten investeren. Eet jaarinkomen van de nieuwe eigenaar mag een bedrag van 15.000, niet overschrijden. Hieronder wordt verstaan het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964genoten in het 2e jaar voorafgaande aan het jaar waarin de bewoner het verzoek tot aankoop van zijn woning doet. De inkomensgrens van 15.000,wordt verhoogd met 500,per kind, te rekenen vanaf het J>q kind, dat grotendeels ten laste van de aan vrager komt De overdrachtsprijs bedraagt voor wat betreft een vooroorlogse woning wetwoning: de verkoerswaarde in bewoonde toestand, vast te stellen door 2 deskundigen, waarvan 1 aan te wijzen door het Rijk en 1 door de gemeente cf woningbouwcorporatie^oor wat betreft oen naoorlogse woningwetwoning wordt de overdrachtsprijs gebaseerd op de vervangingswaarde van do woning op het tijdstip waarop het verzoek tot overdracht door de bewoner wordt gedaan. Deze vervangingswaarde wordt voor de opstal met behulp van de indexcijfers per 'tsis*®*..

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 420