-2-
kwartaal van bouwkosten van woningen, gepubliceerd door hot Centraal Bureau
voor do Statistiek, afgeleid uit de oorspronkelijke bouwkosten van de woning
en voor de grond gesteld op de meest recente prijs van bouwgrond voor woning
wetwoningen in de gemeente of in dat deel van de gemeente waarin do over te
dragen woning is gelegen. Do aldus berekende vervangingswaarde wordt daarna
verminderd net 1-JcJo afschrijving per jaar berekend van de vervangingswaarde
van de opsta]terwijl in voorkomende gevallen de boekwaarde van een aan
wezige centrale verwarmingsinstallatie moet worden bijgeteld. Bij de over
dracht van een woningwetwoning aan de bewoner dienen enige voorwaarden te
worden gesteld, t.w.:
- de nieuwe eigenaar dient de woning zelf te bewonen,
- indien hij zich binnen 5 jaar na overdracht van de woning van zijn bezit
wenst te ontdoen, dient hij de woning tegen de alsdan te taxeren waarde
als bewoonde huurwoning aan de Gemeente of de woningbouwcorporatie aan
te bieden.
Aan deze bepalingen dient een boetebeding van 10.000,-- te worden verbonden.
De Gemeente en de corporaties kunnen de hiervoor genoemde termijn van 5 jaar
vaststellen op een langere periode, doch maximaal 10 jaar.
De Ilinister acht het van belang in voorkomende gevallen tot wederinkoop
van dc- woningen over te gaan.
Do kosten van overdracht komen voor rekening van de koper.
Hot is dc Gemeente mogelijk zekerheid te stellen voor de betaling van rente
en aflossing van een door de nieuwe eigenaar ten behoeve van de financiering
van de eigen woning opgenomen geldlening, op overeenkomstige wijze en onder
de zelfde voorwaarden als vermeld in de Beschikking geldelijke steun eigen
woningen 1968. In het hieruit voortvloeiende risico kan in het algemeen door
het Kijk voor 5O'fo worden deelgenomen. De garantie als hiervoor bedoeld valt
niet onder het garantieplafond
De kopers van een naoorlogse woningwetwoning kunnen in aanmerking komen voor
een in 10 jaar aflopende rijksbijdrage. Deze bijdrage wordt eveneens berekend
aan de hand van de hiervoor reeds eerder genoemde Beschikking geldelijke steun
eigen woningen. Voor de toepassing van deze beschikking wordt als "stdchtings-
kostcn van do woning" aangehouden do som van de vervangingswaarde van de
opstal en dc waarde van de grond. De aan do hand van de genoemde beschikking
berekende bijdrage wordt' verminderd met een kortingspercentage wegens af
schrijving en verschil in kwaliteitsniveau ten opzichte van nieuwe woningen.
Indien bij verkoop van een vooroorlogse woningwetwoning bij de Gemeente of
de corporatie een voordelig verschil ontstaat tussen boekwaarde en verkoop
prijs, dient dit verschil voorlopig te worden gereserveerd. Een eventueel
nadelig verschil wordt in aanmerking genomen bij de vaststelling van de
rijksbijdrage in het eventuele exploitatietekort van het betreffende complex
woningen
Yoor wat betreft de naoorlogse woningwetwoningen komt een voordelig
saldo ten gunste van dc risicoreserve van het complex woningen, waarvan het
verkochte perceel deel uitmaakte en wordt oen eventueel nadelig saldo door
het Rijk gedekt.
De belangrijkste verschilpunten tussen de thans geldende regeling en die
van 30 juni 1967 zijn de volgende.
1Thans geldt voor do adspirant-kopers een maximum inkomensgrens van
15.000,per jaar tegen voorheen 20.000,per jaar (afgezien van ie
mogelijke verhoging i.v.m. het kindertal).
2. Bij de bepaling van de koopprijs van de woning en van het subsidie werd
voorheen het inkomen van de betrokkene mede in aanmerking genomen. Te dezer
zake worden 2 inkomensgroepen onderscheiden, t.w.
- jaarinkomen van maximaal 12.000,en
- jaarinkomen van 12.000,tot maximaal 20.000,
(afgezien van de mogelijke verhoging i.v.m. het kindertal).
Thans geldt voor alle bewoners die op grond van de regeling voor aankoop
van hun woning in aanmerking komen, één wijze van berekening van koopprijs
en subsidie.
3. Voorheen gold de bepaling, dat dc nieuwe eigenaar bij afstoting van zijn
bezit binnen 3 jaar na de overdracht de verplichting had de woning tegen
-
taxatieprijs als bewoonde huurwoning aan de Gemeente of de corporatie aan
te bieden. Thans geldt hiervoor een termijn van minstens 5 tot ten hoogste
10 j aar
Tijdens de behandeling van deze aangelegenheid op 27 februari j.l. werd
gemaakt tegen verkoop van woningwetwoningen aan bewoners
,1
door de Raad bezwaar
met oen inkomen boven de z.g. weistandsgrens (thans 13-200,per jaarj.
Door ons College werden deze bezwaren gedeeld. De mogelijkheid tot koop van
hun woningwetwoning zou dan ook worden beperkt tot de categorie huurders met
een inkomen van maximaal 13.200,por jaar.
In de gewijzigde regeling is do maximum inkomensgrens verlaagd tot
1q.OOO,per jaar (afgezien van de mogelijke verhoging i.v.m. het kinder
tal). Dit komt dus in belangrijke mate tegemoet aan dc in de Raad levende
bezwaren. Gezien het geringe verschil tussen de z.g. weistandsgrens van
13*200,-- per jaar en het in de regeling thans genoemde inkomensmaximum
van 13*000,per jaar en mede in aanmerking genomen, dat de
z.g. welstands
grens per 1 januari 1969 vermoedelijk zal worden verhoogd tot 13.800,
per jaar, zijn wij van mening, dat voor toepassing van dc regeling tot over
dracht van woningwetwoningen aan de bewoners de Gemeente zich wel aan het
door do Minister gestelde maximum kan conformeren.
Zoals in du regeling besloten ligt is verkoop van eon woningwetwoning
uitsluitend mogelijk aan de huurder van hot desbetreffende perceel en dient
hij het pand daarna als eigenaar te blijven bewonen. Ingevolge de regeling
dient voorts te worden bepaald, dat hij, indien hij zich gedurende de eerste
5 jaar na de overdracht van zijn bezit wenst te ontdoen, verplicht is de wo
ning tegen de alsdan te taxeren waarde als bewoonde huurwoning aan de vroe
gere eigenaar aan te bieden. Deze termijn mag door de gemeente of de corpo
ratie worden gesteld op maximaal 10 jaar. Teneinde te voorkomen, dat woning
wetwoningen voorwerp zouden worden van minder gewenste speculatie, verdient
hel naar onze mening aanbeveling bij eventuele verkoop van woningwetwoningen
bedoelde termijn te stellen op het maximum van 10 jaar. Eveneens kan worden
bepaald, dat bij wederinkoop door Gemeente of corporatie binnen de hiervoor
genoemde termijn geen lageie prijs zal worden vastgesteld dan de door de ver
koper betaalde koopprijs van do woning verminderd met maximaal 1 afschrij
ving per jaarmits het pand in oen behoorlijke staat van onderhoud verkeert.
De bepaling van de betreffende termijn van 10 jaar is bedoelde hot maken
van speculatiewinst door dc koper tegen te gaan. Door het opnemen van de
daarna genoemde bepaling wordt do koper gevrijwaard togen een mogelijk be
langrijk verlies bij eventuele verkoop van zijn woning gedurende dc eerste 10
jaar. Aangezien beide bepalingen een zekere onderlinge samenhang vertonen,
liji'-t ons het opnemen van deze voorwaarden in de akten van verkoop van woning
wetwoningen zinvol en redelijk.
Aan het bezwaar van mogelijke minder gewenste ontwikkelingen ten aanzien
van aan bewoners overgedragen woningwetwoningen, waarop ook door de Raad
tijdens de vergadering op 27 februari j.l. is gewezen, wordt naar ons gevoelen
dan in voldoende mate tegemoet gekomen.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt zich op
hot standpunt, dat do woningwetwoningen zijn gebouwd voor gezinnen met een
bescheiden inkomen. Hoewel oorspronkelijk bedoeld als huurwoningen, betekent
dit naar de mening van de Minister niet, dat zij de betreffende 'woni ngor. ni nt
in eigendom kunnen verwerven indien zij hieraan de voorkeur geven. Wij zijn
van mening, dat verkoop van woningwetwoningen aan de categorie huurders met
een inkomen tot 15.000,per jaar (afgezien van de mogelijke verhoging i.
v.m. hot kindertal) geen belemmering betekent van het door ons gevoerde, op
doorstroming' gerichte, huisvestingsbeleid. Immers, de doorstroming richt zich
hoofdzakelijk op die gezinnen, waarvan het jaarinkomen hoger is dan 15.000,-.
Voor dc opvang van gezinnen, die woningen met relatief zeer lage huren
verlaten, zien wij in dit verband ook g'een moeilijkheden, a.angezien verkoop
van woningwetwoningen, naar onze stellige verwachting, niot op grote schaal'
zal plaatsvinden. Bovendien dient hierbij te worden bedacht, dat in het al
gemeen alleen ae bewoners die toon al niet voornemens zijn de door hen bewoon
de percelen te ontruimen, belangstelling voor aankoop van hun huurwoningen
zullen hebben.