Wo. 888
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van ló januari
1969 (bijlage no. 51)
gelet op de artikelen 21 en volgende van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening;
BESLUIT
te verklaren dat voor het gebied, begrensd door de Dokkumer Eede Span
jaardslaan, het Rengerspark en de Oude Meer, alsmede een smalle strook
grond gelegen ten westen van de Dokkumer Ee tussen de Oude Meer en de
Dammelaan, zoals een ^n ander op dc bij dit besluit behorende tekening,
no. H9/29, in zwarte arcering is aangegeven, een bestemmingsplan wordt
voorbereid.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Straataanleg te Wirdum
Bijlage no. 52 Leeuwarden, 21 januari 19^9
Aan de Gemeenteraad.
In de vergadering van 9 december j.l. besloot U naar aanleiding van ons
voorstel van 27 november 1968, bijlage no. 480, een krediet van 443*500,
beschikbaar te stellen voor het aanleggen van straten enz. in Wirdurn-Zuid
Het eigenlijke plan voor deze straataanleg werd niet vastgesteld, aangezien
daartegen van de zijde van de raad beswaren bestonden.
Deze bezwaren richtten zich in hoofdzaak tegen het feit, dat de boomwal,
welke thans aanwezig is in het zuidelijke en oostelijke gedeelte van de pas-
torietuin, in verband met het gekozen wegtracé gedeeltelijk zou moeten worden
gekapt, alsmede tegen het voorstel om de verbinding over de Wirdumervaart
te maken als vaste betonbrug, gefundeerd op houten palen. Aan ons college
werd verzocht deze punten aan een nader onderzoek te onderwerpen en na over
leg met de Commissie voor Openbare Werken het al of niet gewijzigde plan op
nieuw aan de raad ter vaststelling voor te leggen.
Dit onderzoek en overleg heeftinmiddels plaats gevonden. Hierbij zijn
wij met de Commissie van Openbare V/erken tot de conclusie gekomen, dat hei-
aanbeveling verdient het tracé van de ontworpen wegen niet te wijzigen en
derhalve het plan tot wegaanleg vast te stellen overeenkomstig de ter inzage
gelegde tekeningen nos. 15-38-01, 15-38-02 en 15-38-03- Gebleken is n.l., dat
de toestand van de bedoelde boomwal in het algemeen niet erg rooskleurig is
te noemen. Slechts een beperkt aantal bomen kan als fraai worden aangemerkt.
Verder is het mogelijk, dat van de bomen, die zouden moeten verdwijnen, enke
le goede alsnog kunnen worden gehandhaafd door deze in het trottoir op te
nemen, of het plan hier en daar met zeer geringe afwijkingen uit te voeren.
Een meer rigoureuze wijziging van het noord-zuid lopende tracé is naar onze
mening en ook naar de mening van de Commissie voor Openbare V/erken niet moge
lijk omdat dan de situatie van de weg ten opzichte van de kleuterschool niet
aanvaardbaar is. Momenteel worden met de Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeen
te Wirdum onderhandelingen gevoerd over het aankopen van de strook grond,
welke nodig is voor het aanleggen van de weg op de thans voorgestelde wijze.
Ten aanzien van de te maken verbinding over de Wirdumervaart merken wij
op, dat ons voorstel van 27 november j.l behelst het maken van een vaste
betonbrug, gefundeerd op houten palen. De doorvaarthoogte van deze brug is
gelijk aan die van de brug in de Swichumerdyk (1,36 m FZP)de doorvaart-
breedte bedraagt 5*00 m. De breedte van het brugdek (rijdek) is ontworpen
op 6.00 m, overeenkomende met de rijstrook van de aansluitende wegen. Aan
weerskanten van het rijdek zijn trottoirs ontworpen ter breedte van 2.00 m,
eveneens overeenkomende met de trottoirbreedte van de aansluitende wegen.
Dit plan stemt overeen met de situatie, welke is aangegeven op de tekening,
behorende bij het bestemmingsplan Wirdum-Zuidzoals dat door de raad is vast
gesteld in zijn vergadering van 29 november 1966. Weliswaar is in die ver
gadering gebleken, dat omtrent de te maken brug over de Wirdumervaart ver
schillende meningen bestonden, maar de raad heeft zich destijds omtrent dit
punt niet definitief uitgesproken. Het bestemmingsplan werd conform ons voor
stel vastgesteld.
De Commissie voor Openbare Werken is van oordeel, dat de brug dient te
worden uitgevoerd als een eenvoudige voetbrug, althans indien de hoofdtoegang
voor het gebied ten zuiden van de kern van het dorp Wirdum langs de west
zijde van de kleuterschool op de voorgestelde breedte kan worden aangelegd.
Het maken van een brug voor voetgangers- en rijwielverkeer betekent echter,
Hat de weg ten westen van de brug een doodlopende rijweg wordt, zodat in dat
geval nabij de brug een zwaaiplaats voor auto's zal dienen te worden gemaakt.