I K*~V9f 14. De begroting wijst een tekort aan van 620.000,Door het na het inwerking treden van de wet op de verruiming van het gemeentelijke belastinggebied opnieuw invoeren van de opcen- tenheffing op de grond- en personele belasting zal 700.000,beschikbaar komen. Kan deze extra opbrengst in 1969 al gerealiseerd worden? t -A- 13. Een lid zei het te waarderen, dat door overheveling van een bedrag van 145*000,van de post voor kapitaalslasten (volg- no634) naar de post voor wat grotere incidentele uitgaven (volgno. 642) toch weer enige ruimte voor dergelijke uitgaven beschikbaar komt. Deze overhe veling schept echter, naar dit lid meent, geen extra mogelijk heden. Vindt het College de ruimte voor nieuwe werken en incidentele voorzieningen wel groot genoeg? Kunnen er dekkingsmiddelen wor den aangewezen, waardoor meer ruimte voor voorzieningen be schikbaar zal komen? De overheveling schept inderdaad geen extra ruimte. V/ij merken hier bij op, dat in 1968 en vorige ja ren deze ruimte werd gereserveerd als compensatie voor het niet ge heel ontvangen van geraamde belas tingopbrengsten. Voor 19é9 zal do ruimte, die o.i. wel voldoende is, voor extra uitgaven van incidente le aard beschikbaar zijn. V/ij zien momenteel geen mogelijkheid, anders dan door het opvoeren van eigen heffingen, om meer ruimte te schep pen voor het doen van nieuwe voor zieningen. Het betreffende ontwerp is nog niet tot wet verheven. Dit zal in de loop van dit jaar kunnen plaats vinden. De genoemde opbrengst van 700.000,zal in 1969 dan ook slechts voor een gedeelte kunnen worden gerealiseerd. V/ij veronder stellen, dat voor 1970 op de ge hele opbrengst kan worden gerekend (als het wetsontwerp door de Staten Generaal wordt aanvaard). 15. Wordt met de laatste zin van bijlage 2 van de aanbiedings brief bedoeld, dat de extra opbrengst van 700.000, wordt verkregen bij continua tie van de bestaande opcenten- heffing? Of wordt bedoeld, dat uit de invoering van de nieuwe gemeen telijke belasting op onroerend goed t.z.t. een voordeel van 700.000,zal resulteren? Indien de wet tot verruiming van het plaatselijk belastinggebied inwerking treedt en de Raad be sluit tot het terstond weer invoe ren van opcenten op grond- en per sonele belasting, dan betekent dit voor onze gemeente een direct extra voordeel van 700.000, 16. Zullen na de wijziging van het gemeentelijk belastinggebied de rioolbelasting en het riool- afvoerrecht beide gehandhaafd ktmnen worden of zal de riool belasting moetoiopgaan in de nieu we belasting op onroerend goed en kan het rioolafvoerrecht in ongewijzigde vorm blijven be staan? Dij de invoering van de belasting terzake van het onroerend goed zal de rioolbelasting vervallen. Deze moet opgaan in de nieuw te heffen belasting. Het rioolafvoerrecht kan op grond van het voorgestelde artikel 277 blijven bestaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 151