102,
-22-
100. In welke mate ic in 1968 steun
verleend aan woningbouwcorpora
ties voor de renovatie van oudere
woningwetwoningen?
101. In welke omvang zijn er plannen
voor het verbeteren van oud wo-
ningbezit?
103,
I 04-
In de afgelopen weken zijn aan
een aantal gemeenten in het oos
ten van onze provincie subsidies
voor het verbeteren van oude wo
ningen toegezegd.
Waarom valt Leeuwarden niet on
der deze regeling.
Is men elders actiever geweest?
105.
Op welke wijze ie, respectie
velijk wordt, door het college
aandacht besteed (anders dan
door het verlenen van bijdragen)
aan de doorstroming?
Een ander lid vroeg om een
concreet plan voor de doorstro
ming.
Het voldoen aan de verplichting
om een closet met aansluiting
op een gemeentelijk riool te
maken levert vaak financiële
bezwaren op voor woningeigenaren
In hoeverre kan de gemeente in
dergelijke gevallen in finan
cieel opzicht behulpzaam zijn?
In 1968 is tot uitvoering gekomen
het plan tot renovatie van 78 wo
ningen aan de Saskiastratenin
exploitatie bij de Woningvereniging
Leeuwarden
De nationale Woningraad heeft in
de laatste maanden van 1968 een
onderzoek ingesteld naar de toe
stand van alle vooroorlogse woning
wetwoningen van de woningbouwcor
poraties en van de gemeente. Een
onderzoek van een omvang als het
onderhavige is nog in geen enkele
gemeente verricht. Het rapport on
trent dit onderzoek wordt binnen
kort verwacht. Aan de hand daarvan
zal worden nagegaan, welke wonin
gen voor renovatie in aanmerking
komen en welke zullen moeten worden
gesaneerd
In november 1967 is de Premierege
ling Woningverbetering-en-splitsing
1953 in verband met de toen heer
sende werkloosheid zodanig gewij
zigd, dat hogere premies voor wo
ningverbetering konden worden ver
strekt. Met ingang van 1 juni 1968
is de oude regeling voor een groot
gedeelte van het land en ook voor
de gemeente Leeuwarden weer gaan
gelden. Alleen voor gebieden met
hoge werkloosheidscijfers, o.a. in
het oosten van de provincie is de
gunstige regeling tot nu toe blij
ven bestaan.
103 en 104.
Door activiteiten van het Woningbe
drijf en de afdeling Huisvesting
wordt de doorstroming van goedkope
naar duurdere woningen zo veel mo
gelijk gestimuleerd. V/ij menen, dat
daarbij een behoorlijk succes wordt
verkregen. Nadere suggesties zien
wij met belangstelling tegemoet.
Onderzocht wordt in hoeverre de ge
meente bij het vinden van een op
lossing voor deze moeilijkheden
behulpzaam kan zijn.