Organisatie Iledische en Geriatrische Dienst.
Bijlage no. 120 Leeuwarden, 6 maart 1969°
Aan de Gemeenteraad.
Gedurende de laatste maanden hebben wij ons intensief bezig gehouden met
het vraagstuk betreffende de organisatie van:
a. de geneeskundige- en gezondheidsdienst;
"d het ziekenhuis
c. de verpleeginrichting voor chronisch zieken en
d. het verzorgingstehuis voor bejaarden.
Het gaat hierbij in de eerste plaats om de vraag, of alle hierboven ge
noemde instellingen administratief-organisatorisch dienen te worden samenge
bundeld in een tak van dienst en zo ja, of dan de dagelijkse leiding van deze
tak van dienst moet worden opgedragen aan één directeur, dan wel of, rekening
houdende met de aard en de omvang der onderscheidene instellingen, de voorkeur
noot worden gegeven aan gescheiden directies. In verband hiermede merken wij
het volgende op
A. Hén tal: van dienst.
Het ingang van 1 januari 1954 is het "stadsziekenhuis" opgeheven als bur
gerlijke instelling van weldadigheid en ingebracht bij de per die datum in .het
leven geroepen tak van dienst: de geneeskundige- en gezondheidsdienst. Do
directeur van de geneeskundige- en gezondheidsdienst heeft dientengevolge ook
de dagelijkse leiding in het ziekenhuis. De administratie van het ziekenhuis
wordt gevoerd door de administrateur van de geneeskundige- en gezondheidsdienst
Het nieuwe ziekenhuis en de verpleeginrichting voor chronische zieken worden
gebouwd als één economische eenheid met tal van gemeenschappelijke voorzienin
gen, zoals de keuken, de wasserij, de beddencentrale, de verwarmingsinstalla
tie, de rovalidatieafdeling, enz. Reeds in het raadsvoorstel van 20 mei 19^31
bijlage no. 173? over te gaan tot do bouw van het ziekenhuis en de verpleeg
inrichting, is gewezen op het grote economische belang van gemeenschappelijke
voorzieningen zoals die thans bij do uitvoering van de bouwplannen worden ver
wezenlijkt, ook met het oog op de personeelsbezetting van diverse dienstonder-
d cl en
Van verschillende gemeenschappelijke voorzieningen die tot stand worden
gebracht bij het ziekenhuis en de verpleeginrichting kan tevens gebruik wor
den gemaakt door het verzorgingstehuis voor bejaarden, wanneer dit wordt
gebouwd op eon terrein ten noorden van de Borniastraat in de onmiddellijke om
geving van de beide andere inrichtingen. Hierbij valt onder meer te denken
aan de keuken, de wasserij, de rovalidatieafdeling, de administrs-tiede tech
nische dienst, enz.
Hoewel de doeleinden die in de onderscheidene instellingen worden nage
streefd verschillend zijn, dient er naar onze mening toch een zeer nauwe samen
werking te bestaan tussen het ziekenhuis, de verpleeginrichting en het ver
zorgingstehuis voor bojaarden.
Artikel 1 van de wet op de geneesmiddelen-voorziening omschrijft oen zie
kenhuis als: een inrichting bestend voor of gebezigd tot verpleging van personen,
opgenomen voor het ondergaan van genees-, heel- of verloskundige behandeling
of genees-, heel- of verloskundig onderzoek. Onder deze begripsomschrijving
valt ook een verpleeginrichting. Aan het verschil in karakter tussen beide
inrichtingen is echter in ruime mate aandacht geschonken in een advies van do
centrale raad voor de volksgezondheid aan de Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, uitgebracht in april 1966. In het ziekenhuis is do medisch-
specialistische zorg primair. De verpleeginrichting is echter bedoeld voor
opname vc.11 patiënten die voortdxircnde niet-specialistische geneeskundige zorg
nodig hebben.