1/ij merken hierbij nog op, dat het van belang is, dat deze verordeninr in geen geval later van kracht wordt dan het nieuwe "Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gëmee_nte. Leeuwarden"; dat wij U bij af-" s onder li jkjyo.orstel (bijlage nr. 10'4 ter vaststelling hebben voorgelegd, aangezien zoals uit het vorenstaande blijkt, anders door de vaststelling van dit reglement en de daarin vervatte vervallenverklaring van het huidige Reglement van orde een leemte zou ontstaan met betrekking tot de regeling van de presentiegelden voor de raadsvergaderingen enz. Vanzelfsprekend houdt het concept van de Verordening presentiegelden ook rekening met de inhoud van het ontwerp van het nieuwe Reglement van orde, Daarom wordt in artikel 2 ook niet meer gesproken van de "secties", maar is dit artikel afgestemd op de in het nieuwe Reglement van orde voorgestelde "afdelingen" van de raad. In artikel 3 van-het ontwerp zijn niet alleen de door de gemeenteraad ingestelde "commissies" genoemd, maar is nu reeds rekening gehouden met de mogelijkheid, dat de gemeenteraad met toepassing van de artikelen 61 e.v. van de gemeentewet aan een of meer "commissies" in wettelijke zin het karakter van een "raad" geeft. V/ij komen hierop binnenkort in onze nota over de commissies etc. terug. V/ij willen verder nog attenderen op de inhoud van artikel 5 van het ont werp. Het lijkt ons niet juist, dat ook degenen, die ambtelijk of anderszins qualitate q.ua deel uitmaken van een commissie, in aanmerking zouden komen voor een presentiegeld. Zij zijn in dit artikel dan ook daarvan uitgesloten. V/ij menen, dat ter gelegenheid van de vaststelling van een nieuwe rege ling omtrent de toekenning van presentiegelden ook aandacht moet worden be steed aan de hoogte van de bedragen daarvan. Met ingang van 1 januari i960 hebben Gedeputeerde Staten van friesland, na de raad hierover conform artikel 60 van de gemeentewet te hebben gehoord, het bedrag van het presentiegeld voor de raadsvergaderingen en de vergaderingen van de secties van de raad ver hoogd van f. 20,op f. 25,per lid per vergadering. (Zie het voorstel van de Burgemeester van 20 maart 1968, bijlage nr. l6l). In vergelijking met hetgeen in andere gemeenten in friesland en in met de onze ongeveer overeen komende gemeenten buiten de provincie geldt, moet laatstgenoemd bedrag te laag worden geacht. V/ij geven U daarom in overweging Gedeputeerde Staten te verzoeken het bedrag van de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de raad en voor hot bijwonen van de vergaderingen van een afdeling van de raad vast te stellen op f. 35?per lid por vergadering. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de door de gemeenteraad ingestelde raden en commissies kan dan naar ons gevoelen worden bepaald op f. 20,per lid per vergadering. Laatstgenoemd bedrag zal dan door de werking van' artikel 4 van de voorgelegde ontwerp-verordening automatisch ook gelden voo: de leden van de door ons college en door de Burgemeester met toepassing van artikel 62, eerste lid, van de gemeentewet ingestelde commissies. l/ij achten het voorts juist, dat aan een en ander terugwerkende kracht wordt verleend tot 1 januari j.l. l/ij stellen U, op grond van het vorenstaande, dan ook voor; a. over te gaan tot vaststelling van de U in ontwerp aangeboden Verordening presentiegelden en b. aan Gedeputeerde Staten te verzoeken het bedrag van de presentiegelden, ingaande 1 januari 1969 vast te stellen als hierboven omschreven. l/ij kunnen U hierbij nog meedelen, dat wij, zowel over de inhoud van be doelde ontwerp-verordening, als over do hoogte van de genoemde bedragen de voorzitters van de fracties van de raad hebben geraadpleegd. Burgemeester en Uethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris. ITo. 5106. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUl/ARDEN Gelezen hot voorstel van Burgemeester en Uethouders van 26 maart 1969 (bijlage nr. 132); gelet op de artikelen 60, 64 en I67 van de gemeentewet; BESLUIT; vast te stellen de volgende Verordening, regelende de presentiegelden voor de vergaderingen van de gemeenteraad, de.afdelingen van de gemeenteraad, de door de gemeenteraad, door Burgemeester en Uet houders en door de Burgemeester ingestelde conuissies Artikel 1 De leden van de gemeenteraad genieten voor het bijwonen van zijn vergaderingen een vergoeding als bedoeld in artikel 60 van de gemeente wet. Artikel 2 De leden van de gemeenteraad genieten voor het bijwonen van de vergaderingen van een afdeling van die raad, voorzover zij de presentie lijst voor de desbetreffende vergadering hebben getekend, een ver goeding als bedoeld in artikel 60 van de gemeentewet. Artikel 3 De leden van de door de gemeenteraad ingestelde raden en commissies genieten voor het bijwonen van de vergaderingen van die raden en commissies een vergoeding als bedoeld in artikel 64 f juncto artikel 60 van de gemeentewet Artikel 4 De leden van de door Burgemeester en Uethouders en door de Burge meester met toepassing van artikel 62, eerste lid, van de gemeentewet ingestelde commissies genieten voor het bijwonen van de vergaderingen van die commissies een vergoeding, die gelijk is aan die welke do lcdcti van de in artikel 3 bedoelde raden en commissies voor het bijwonen van de vergaderingen .van-.die gadon/en-eo.mmis-si.es genieten. Lrtikel 5 De artikelen 3 en 4 gelden niet ten aanzien van leden - niet zijnde leden van do gemeenteraad-, die uit hoof&va-n een gehonoreerde fnhetlö lid zijn van oom.raad of oen: comma sie als.,in die artikcleft bedoeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 175