wel do invloed van die consequenties moeten ondervinden. IV. Karakter Algemene Politieverordening. De samenstelling van een Algemene Politieverordening moet worden gezien als een poging tot codificatie van het strafrecht van de gemeente, tot het systematisch bijeenbrengen en ordenen van de door de gemeenteraad vastgestel de strafbepalingen. Volledig zal een dergelijke codificatie nimmer kunnen zijn; in tweeërlei opzicht niet; 1e. het is een illusie te menen, dat een gemeentelijke strafverordening zou kunnen worden ontworpendie alles regelt wat nu en in de toekomst ge regeld moet worden; van een volledige en onveranderlijke regeling kan geen sprake zijn; de veranderende samenleving doet steeds weer de behoefte ge voelen aan nieuwe verbods- of gebodsbepalingen, terwijl er anderzijds van die bepalingen zijn, die verouderen, die niet meer toegepast kunnen worden of waaraan geen behoefte meer bestaat; 2e. hot verdient geen aanbeveling alle gemeentelijke strafverordeningei of strafbepalingen te vervangen door één algemene politieverordening; in de eerste plaats zijn er strafverordeningen, die strekken ter uitvoering van bi; zondere vetten - dus niet of niet geheel liggen op het terrein, van wat men wel de autonomie van de gemeente pleegt te noemen - en die op zichzelf een bundeling van de regelen betreffende een bepaalde materie behelzen, b v. de bouwverordening; veelal zijn de straffen hierbij ook in de bijzondere wetten geregeld; in de tweede plaats zijn er gemeentelijke strafverordeningen, die behalve enkele strafbepalingen ook een administratieve regeling van een be paalde materie behelzen; deze laatste hoort niet thuis in de A.P.V.; ander zijds zou. het overhevelen van alleen de strafbepalingen naar de politiever ordening tot een ongewenste verbrokkeling leiden; in de derde plaats kan hei soms wenselijk blijken een bepaalde materie, die niet voor allen, die zich in de gemeente bevinden, van belang is, doch een min of meer beperkte cate gorie betreft, in haar geheel in een afzonderlijke verordening te regelen. Ondanks deze beperkingen, waarvan de inachtneming bij het samenstellen van een nieuwe A.P.V. aanbeveling verdient, kunnen wij toch wel stellen, dat een aanzienlijk verder gaande codificatie van communaal strafrecht in onze gemeente dan nu het geval is kan worden doorgevoerd. Zo komen hier thans naast de Algemene Politieverordening o.m. voor; a. de Verordening, regelende de politie op de openbare vermakelijkheden en plaatsen van vereniging; b. de Verordening tot voorziening tegen en bij brand; c. de Verordening van politie op het leggen van schepen en op de scheep vaart in de gemeente Leeuwarden; d. de Verordening ter beperking van het roken door kinderen; e. de Verordening van politie op het begraven en de begraafplaatsen in de gemeente Leeuwarden; f. de Verordening op de slaapsteden; g. de Verordening op woonwagens en woonschepen; h. de Marktverordening; i. de Veemarktverordeningen; De materie, geregeld in verschillende ven deze verordeningen, kan gevoeglijk in de Algemene Politieverordening een plaats vinden. V. Inhoud Algemene Politicverordening. Een moeilijk te beantwoorden vraag is steeds wanneer er behoefte be staat aan een rechtsregel en met name wanneer een dergelijke rechtsregel een strafbepaling behoort te zijn. Als minimum-eisen voor het stellen van st: op niet-nakoning ven een rechtsregel zijn wel genoemd ("Gemeentelijk Straf recht" - Dr. M. Troostwijk - 1947 blz. 21 e.v.): 1de niet-nakoming moet de gemeenschap raken; 2. de regel moet stroken met hot rechtsbewustzijn van het volk, althans daarin opgenomen kunnen worden; 3zonder strafbedreiging is het euvel, waartegen men wil optreden, niet of niet voldoende te bestrijden. Of aan deze eisen voldaan wordt, is een kwestie, waarbij het subjectieve inzicht een grote rol kan spelen. Bovendien zal het oordeel hieromtrent van tijd en plaats afhankelijk zijn. De wetgever (ook de gemeentelijke) moet trachten te ontkomen aan het gevaar "ongehoorzaamheidsdelicten" uit te vaardigen. Hij is een dienend orgaan, dat alleen dan bepalingen in het leven mag roepen als werkelijke belangen dat eisen. Diet om het genoegen zich te laten gehoorzamen mag hij wetten geven, doch alleen, wanneer belangen van meerdere of mindere importantie in mogelijk gevaar zouden kunnen worden gebracht, indien hij zulks zou nalaten. Deze on dergrens mag nimmer uit het oog worden verloren, zal de wetgever niet het verwijt kunnen worden gemaakt, dat hij zich aan keuromanie is te buiten ge gaan. (Troostwijk, t.a.p. blz. 23/24). Bij de samenstelling van het ontwerp van de nieuwe A.P.V. is bewust niet de thans geldende, oude en verouderde politieverordening als uitgangs punt genomen. liet leek verstandiger met behulp van min of meer modern verge- lijkingsmateriaal een geheel nieuwe opzet tot stand te brengen. Als zodanig materiaal werden gebezigd het model van een Algemene Politieverordening, opge steld door een Commissie van de afdeling friesland van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en door het Bestuur van die afdeling aan de gemeente besturen in friesland aangeboden in 1950, met inachtneming van de sedertdien daarin aangebrachte veranderingen en de Algemene Politieverordeningen van een aantal andere gemeenten. Geenszins is echter de inhoud on formulering van een van deze stukken geheel of ook maar grotendeels overgenomen. In hoofdzaak heeft het genoemde materiaal als leidraad voor het bepalen van de te regelen materie gediend. De commissie ad hoe heeft er echter op gewezen, dat zij een zekere terug houdendheid neeft betracht ten aanzien van de beperking van de vrijheid van de burgers, die het opnemen van verbods- en gebodsbepalingen nu eenmaal be tekent. lij kunnen ons daarmee, gelet ook op hetgeen wij hierboven in de aanhef van dit onderdeel stelden,verenigen. VISysteem. Zoals bij het merendeel van de moderne politieverordeningen het geval is, is ook bij do samenstelling van het voorliggende ontwerp een indeling gevolgd, die zoveel mogelijk aansluit op het systeem van de Code van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze code is algemeen gebruikelijk voor de ordening van de nieuwere gemeentelijke administraties en archieven en behelst een logisch en - althans voor wat de hier van belang zijnde hoofdlijnen betreft - betrekkelijk eenvoudig stelsel. Met betrekking tot de juiste plaats van be paalde artikelen of groepen artikelen kan men uiteraard wel eens twijfelen; soms zijn verschillende oplossingen zeer goed te verdedigen, soms is de keuze van een opzichzelf misschien minder juiste plaats voor een bepaald artikel gewenst met het oog op de samenhang met andere bepalingen. VIINummering van de artikelen. liet meest aantrekkelijk is een zodanig stelsel van nummering, dat het bij het invoegen van nieuwe artikelen niet nodig is ofwel steeds bis - en dergelijke - nummers te bezigen (illustratief was hier b.v. artikel 126 duodevicies van de - oude - provinciale wet) dan wel alle volgende artikelen te vernummeren. De gedachten kunnen daarbij uitgaan naar een decimaalstelsel, doch do grootte van sommige hoofdstukken of paragrafen maakt dit praktisch onhanteerbaar Een andere methode is die, welke wel als "hotelkamernummering" wordt aangeduid. Daarbij begint elk hoofdstuk met een nieuw honderdtal. Hoofdstuk I bevat b.v. de artikelen 101 t/m 100, daarop volgt hoofdstuk II met de arti kelen 201 t/n 202, enz. Een bezwaar, dat aan dit nummerstelsel kleeft, is, dat het moeilijkheden oplevert bij het invoeren van een nieuw hoofdstuk. Men heeft dan immers geen honderdtal beschikbaar voor een dergelijk hoofdstuk. Daar komt nog bij, dat er in het voorliggende ontwerp een enkel hoofdstuk is, dat meer dan 100 artikelen omvat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 194