BE MAD DER GEMEENTE LEEWARD EN;
-8-
repressief toezicht noodzakelijk is, genoegen villen nemen met het invoeren
van een meldingsplicht
Op grond van het vorenstaande stellen vij U voor het U in ontverp aan
geboden besluit vast te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong, Secretaris
ITo. 6203
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 1969
(bijlage no. 147);
kennis genomen hebbende van het verslag van de commissie ad hoe, inge
steld bij zijn besluit van 2 februari 1966, teneinde te adviseren omtrent het
ontverp van een nieuwe Algemene Politieverordening;
gelet op de artikelen 168 en 195 van de gemeentewet;
BESLUIT
1. vast te stellen de "Algemene Politieverordening Leeuwarden" overeenkomstig
de bij dit besluit behorende bijlage;
2. te bepalen,
a. dat de onder 1 bedoelde verordening in werking treedt op een door bur ge-
meester en wethouders vast te stellen tijdstip;
b. dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn om, indien dit nodig mocht
blijken, voor een of meer onderdelen van de onder 1 bedoelde verordening
een tijdstip van inwerking-treding vast te stellen, dat afwijkt van het
algemeen inwerkingtredingstijdstip vastgesteld ingevolge het onder a
gestelde
5. a. met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de onder 1 bedoelde
verordening vervallen te verklaren;
1e. de "algemeene politieverordening voor de gemeente Leeuwarden"
(van 22 maart 1910 en sedertdien herhaaldelijk gewijzigd).
2e. de "Verordening, regelende de politie op de openbare vermake
lijkheden en plaatsen van vereeniging"
3c. de "Verordening op de slaapsteden".
4e. de "Verordening van politie op het begraven en de begraafplaat
sen in de gemeente Leeuwarden"
5e. de "Verordening ter beperking van het rooken door kinderen".
6e. de "Verordening van politie op het leggen van schepen en op de
scheepvaart in de gemeente Leeuwarden".
7e. de "Verordening op het venten in de gemeente Leeuwarden",
8e. de "Verordening op het inzamelen van schillen of resten van
levensmiddelen in de gemeente Leeuwarden".
9e. de "Verordening, regelende de verplichting inzake de nummering
der gebouwen".
10e. de "Verordening op het aanleggen, onderhouden en gebruiken der
openbare ijsbanen in de gemeente Leeuwarden"
11e. de "Verordening tot instandhouding van de goede orde op de
buitenpleinen van en de toegangen tot het spoorweg-station
te Leeuwarden".
b. te bepalen, dat burgemeester en wethouders indien zij gebruik maken van
de onder 2, sub b, aan hen toegekende bevoegdheid, bij de vaststelling