u
2. In geval van splitsing van een gebouw; of van vereniging van twee
of neer gebouwen is de rechthebbende verplicht daarvan voor de beëindiging
van de voor de splitsing onderscheidenlijk vereniging nodige werkzaamheden
schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders. De recht
hebbende van een bij een splitsing of vereniging als vorenbedoeld betrok
ken gebouw is verplicht indien burgemeester en wethouders hem schriftelijk
kennis hebben gegeven van de door hen voor dat gebouw bepaalde nummering,
dat gebouw binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving op de door
burgemeester en wethouders vastgestelde wijze van die nummering te voorzien.
Indien op het tijdstip van de verzending van de zoëven bedoelde kennis
geving van burgemeester en wethouders de voor de splitsing onderscheidenlijk
vereniging nodige werkzaamheden nog niet zijn beëindigd, moet de bedoelde
nummering word en aangebracht binnen twee weken na de beëindiging van die
werkzaamheden
Artikel C 2.
De rechthebbende van een gebouw is verplicht te zorgen dat:
a. daarop steeds de door burgemeester en wethouders bepaalde nummering
op dc door hen vastgestelde wijze goed leesbaar en zichtbaar aangegeven is;
b. het van geen andere nummering voorzien wordt of blijft dan daarvoor
door burgemeester en wethouders ie bepaald.
Artikel C 3
Indien burgemeester en wethouders de vernummering van een gebouw nodig
oordeion, is de rechthebbende verplicht toe te laten, dat daar an van
gemeentewege de nieuwe nummering wordt aangebracht.
Afdeling 2.
2tend- en 1igplaatson.
artikel C A
1 liet is verboden zonder vergunning van l>iiTgöiuceütör wethouders
op oen weg, waarop geen markt wordt gehouden, of aan een openbaar water
dan wel op een van een weg of een openbaar water bereikbare plaats buitens
hui s
a. mot een tent, een kraam, een voertuig of anderszins standplaets in te
nemen tot verkoop of tentoonstelling van waren of goederen, het verlenen
van diensten, het houden van bijeenkomsten of het bieden van vermaak;
b. war n of goederen uit te stallen.
2. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders
in een openbaar water met een vaartuig ligplaats in te nemen tot een van de
in het eerste lid genoemde doeleinden.