f
I
p
z
a
Artikel C 44°
X**
-
K
namens die commissaris aangewezen plaats, waar het voor het verkeer in het
vater geen gevaar of bezwaar kan opleveren, on het, indien mogelijk, aldaar
te meren en gemeerd te houden.
Artikel C 45
De houder van een in een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijne1
vater gezonken of aan de grond geraakt vaartuig, te water geraakt voertuig
of ander vervoermiddel dan wel ander voorwerp, waarvan de aanwezigheid aldaar
de veiligheid of het verkeer in dat water in gevaar kan brengen, is verplicht
van het zinken, aan de grond raken, of te water raken onmiddellijk kennis te
geven aan de commissaris van politie, en bij dat vaartuig, voertuig, vervoer
middel of voorwerp, indien het is gezonken, de bakens of veiligheidstekens te
plaatsen als hem door of namens die commissaris worden voorgeschreven, als
mede te zorgen, dat het vaartuig, voertuig, vervoermiddel of voorwerp binnen
de door 01 namens die commissaris gestelde termijn uit dat water wordt ver
wijderd
Het is aan daartoe niet bevoegden verboden zonde:? vergunning van burge
meester en wethouders in een water, in beheer en onderhoud bij de gemeente,
te baggeren.
Artikel C 45
1. Het is verboden op een gemeentelijke laad- en losplaats:
a. andere goederen aanwezig te hebben dan die, welke bestemd zijn ter
inlading in een vaartuig of welke aldaar uit een vaartuig gelost zijn;
b. levende dieren langer dan een uur en goederen en stoffen langer
dan vier en twintig uren te doen verblijven;
c. goederen, zodanig aanwezig te hebben, dat deze het laden of lossen
van andere goederen belemmeren;
d. goederen of stoffen zodanig aanwezig te hebben, dat het water daar
mee kan worden verontreinigd;
e. goederen, die niet voor onmiddellijke inlading bestemd zijn, op te
slaan binnen een afstand van 2 meter uit de waterkant.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in het
eerste lid vervatte verboden.
Artikel C 46.
1Hot is verboden te zwemmen of te baden in een openbaar water in de
bebouwde kom.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het
in het eerste lid vervatte verbod.