I
h
It
andere voor het publiek toegankelijke plaats met goederen of waren te
venten of te colporteren.
2. Het is de venter en de colporteur verboden bij het ten verkoop aan
bieden van zijn goederen of waren een beroep te doen op de geheel of ge
deeltelijk liefdadige bestemming van de opbrengst daarvan.
3. Onder liefdadige bestemming wordt verstaan een sociaal, kerkelijk
of ander niet economisch doel.
4. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet;
a. voor het bedienen van geregelde klanten ter uitoefening van een
winkelbedrijf dan wel ter uitoefening van het beroep van broodverkoper,
verkoper van melk- en zuivelprodukten of verkoper van groenten en/of fruit
en dergelijke;
b. het venten of colporteren met goederen of waren op een markt;
c. net venten of colporteren met goederen of waren op een standplaats,
voorzover zulks ingevolge een op grond van artikel C 4 verleende vergunning
geoorloofd is;
d. het venten of colporteren met gedrukte of geschreven stukken of
afd e eld ingen
3. burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de openbare orde
Wiigon aanwijzen, waarvoor een ingevolge het eerste lid verleende vergunning
naot geldt, hetzij in het geheel niet, hetzij gedurende de bij die aanwij
zing bepaalde dagen of uren.
Artikel C 51
liet is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders
cp dagen of gedeelten van dagen en op wegen of gedeelten van wegen, door
burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde bij openbare
kennisgeving aangewezen, geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen te
koop of om niet aan te bieden of daarop op enigerlei wijze de aandacht te
vestigen.
Afdeling 3°
haatregelen tegen overlast; bescherming van de eigendom.
1. Maatregelen tegen overlast.
Artikel C 32.
i. u-t rs in andere gevallen dan die, welke straatschenderij in de zin
--tikel 424, eerste lid, van het Wetboek van strafrecht opleveren,
verboden
a. or; of aan een weg baldadig aan een huisschel of een bel te trek-
-on of daarop te drukken of deze op andere wijze in werking te stellen