2. Hetgeen is "bepaald in het eerste lid geldt niet voorzover van toe
passing zijn de krachtens artikel 27 van de Spoorwegwet geldende regelen.
3. Niet strafbaar is hij die van het vinden van een hem niet toebehorend
voorwerp van onige waarde in een inrichting, waarvoor een vergunning ingevolge
de Drank- en Horeca of een verlof ingevolge de Drank- en Horecaverordening
geldt, terstond onder opgave van zijn naam en adres aangifte doet aan de
houder van die inrichting of aan degene, die hem alszodanig vervangt.
4. Vee, dat onbeheerd op de weg wordt aangetroffen, wordt van gemeente
wege in bewaring genomen en, indien het binnen drie dagen na mededeling aan de
eigenaar of verzorger dan wel na openbare kennisgeving niet door de eigenaar
of verzorger is opgeëist, verkocht. Bij teruggave van in bewaring genomen
vee worden de gemaakte kosten ingevorderd. Bij verkoop worden uit de opbrengst
betaald de kosten van bewaring en verkoop, alsmede de kosten, gemaakt tot
opsporing van de eigenaar of verzorger.
De overblijvende gelden worden in de gemeentekas gehouden totdat de eigenaar
zich aanmeldt met het verzoek om uitbetaling daarvan.
Artikel C 73.
1 liet is verboden bij ramp, brand of brandgevaar onbevoegd enig goed
verder van de plaats des onheils of van de bedreigde plaats te vervoeren
dan noodzakelijk is.
2. Hij, die bij ramp, brand of brandgevaar enig goed onder zich of in
bewaring neemt of krijgt, is verplicht hiervan binnen vier en twintig uur
kennis te geven aan degene, die houder van dat goed was, of aan de commis
saris van politie.
Artikel C 74.
1Het is verboden tussen 22 uur en 6 uur op een weg te vervoeren of
bij zich te hebben inbrekersgereedschap, lopers, valse sleutels, touwladders
of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat kan dienen om zich onrecht
matig toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen
te openen of te verbreken, een inbraak te vergemakkelijken of het maken van
sporen te voorkomen.
2. Het in liet eerste lid vervatte verbod geldt niet indien aannemelijk
is te achten, dat het vervoeren of bij zich hebben van het gereedschap,
voorwerp of middel geschiedt met enig ander dan het in het eerste lid ver
melde doel.
rtikel C 73-
Het is verboden openbare telefooncellen, abri's of wachthuisjes te
bezigen voor andere doeleinden dan waartoe deze bestemd zijn.