No. 7034
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 mei 1969
(bijlage no. 169);
BESLUIT
tot het verkopen aan de in onderstaande staat vermelde natuurlijke c.q
rechtspersonen van de in die staat omschreven, eerder door de gemeente
in erfpacht uitgegeven percelen, voor de achter deze percelen vermelde
prijs en voorts onder de volgende bedingen:
1 koper aanvaardt het terrein vrij van hypotheek, beslag en huur en ver-I
der in de toestand, waarin dit zich ten tijde van de eigendomsover-
lasten, plichten, erfdienstbaarheden
dracht bevindt, met alle lusten,
ens
daartoe van ouds en met recht behorende, wordende de tijdens he
3-
4-
5-
6.
erfpachtsrecht door de betreffende erfpachter of diens rechtsvoorgan-
gers gevestigde erfdienstbaarheden gestand gedaan zonodig in afwijking
van het bepaalde in artikel 771 slot van het Burgerlijk Wetboek;
alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen die van
de levering van een afschrift van de akte ten behoeve van het Gemeenti
archief, komen voor rekening van de koper;
de levering en de betaling geschieden op de dag van het verlijden van
de akte van overdracht;
het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan ge
heven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de
levering voor rekening van de koper;
de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, al^
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
No.
Naam koper
adres koper
kad.omschr.
v. 11. perceel
opp.v.h.
perceel
pl.bekendh. v.h. perceel
prijs
v.d. yr:
1 mevr.Lde Groot-van der
Sande lacoste
2 S.P.Koopmans
3 Instituut Ziektekosten
voorziening Ambtenaren
(I.Z.A.)
4 H.G.o'e Jonge
BiIdtsestraat 36c
Ramstraat 0
Valeriusstraat 61
Aiiornstraat 19
i-wd D 3664 179 ca. Bi Idtsestraat 36c
Ud F 3793 181 ca. Ramstraat 5
Ud D 4204 208 ca. Li Idtsestraat 47
Lwd G 1J06b 119 ca. Boerhaavestraat 19
f. b.370,"
f. 3.268,-
f. 6.240,--
f. 3.332,-
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vergoeding plaatsvervangend hoofd scholen voor buitengewoon onderwijs.
Bijlage no. 170. Leeuwarden, 7 mei 1969.
Aan de Gemeenteraad,
Het hoofd van de Euterpeschool (openbare school voor buitengewoon
onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden) heeft ons
verzocht te bevorderen, dat aan het plaatsvervangend hoofd van die school
een beloning wordt toegekend voor de door hem te verrichten werkzaamheden.
De leiding van de drie afdelingen (kernafdeling, afdeling voor onaangepaste
kleuters en afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs) van de school
is, aldus het hoofd, door de sterke gerichtheid op de individuele begeleiding
van de leerlingen, maar vooral ook door de dynamische pedagogisch-didaktische
planning van het geheel, een zeer arbeids intensieve taak.
Omtrent dit verzoek hebben wij het advies ingewonnen van de Inspecteur
van het buitengewoon lager onderwijs. Deze acht voldoende termen aanwezig
gebruik te maken van de bevoegdheid, welke artikel 23 van het Besluit
buitengewoon onderwijs 19^7 aan de gemeenteraad toekent. Naar zijn mening is
een dergelijke toelage niet alleen verantwoord, maar zelfs gewenst, gezien
de grote verantwoordelijkheid, welke het leiden van een afdeling voor voort
gezet buitengewoon onderwijs - dit is n.l. onder meer de taak van het
plaatsvervangend hoofd van de Euterpeschool - met zich mede brengt. Wij
kunnen dit volledig onderschrijven en achten een honorering van het plaats
vervangend hoofd van de Euterpeschool alleszins op haar plaats. Daarbij
hebben wij ons evenwel afgevraagd of het wettelijk toelaatbaar en billijk
is alleen aan het plaatsvervangend hoofd van de Euterpeschool een beloning
toe te kennen. Op grond van artikel 194 van het Besluit buitengewoon onder
wijs 1967 zou in ieder geval ook aan het plaatsvervangend hoofd van de
Dr. J. Hoferschool (prot. chr. school voor buitengei-^oon onderwijs aan kinderen
met leer- en opvoedingsmoeilijkheden) een soortgelijke beloning moeten
worden toegekend. Daargelaten of een beperking van bedoelde beloning tot
enkel de 1.o.m.-scholen zich wel verdraagt met de letter en bedoeling van
genoemd Besluit, achten wij een zodanige beperking in elk geval niet billijk.
Wij zijn van oordeel, dat de werkzaamheden van de leiding van alle scholen
voor buitengewoon onderwijs zeer omvangrijk zijn, waarbij met name gedacht
wordt aan de veelvuldige contacten met allerlei instanties en personen
(hoofden van andere scholen, schoolarts, schooladviesdienst, e.d.) en de
vele administratieve bemoeiingen. In de praktijk betekent zulks, dat het
plaatsvervangend hoofd een deel van deze taak verricht. Uiteraard is de taak
van het plaatsvervangend hoofd aan de verschillende scholen voor buitengewoon
onderwijs uiteenlopend, zodat een verschillende honorering gerechtvaardigd
moet v/orden geacht. Dit verschil zou gebaseerd kunnen worden op het aantal
afdelingen, dat een school telt.
Het bestuur van de afdeling Leeuwarden van de Algemene Bond van Onder
wijzend Personeel noemt in zijn bij de raadsstukken voor U ter inzage liggende
brief voor het plaatsvervangend hoofd van de Euterpeschool een bedrag van
f. 600,a f. 700,per jaar. Eerstgenoemd bedrag lijkt ons aanvaardbaar
voor genoemde functionaris, aangezien de Euterpeschool, zoals bovenvermeld,
een school met drie afdelingen is. In vergelijking hiermee zouden wij een
bedrag van f. 400,willen toekennen aan het plaatsvervangend hoofd van een
school met twee afdelingen en een bedrag van f. 200,-- aan dat van een school
met enkel een kernafdeling.
Een door U te nemen besluit, dat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
behoeft, geldt op grond van artikel 194 van het Besluit buitengewoon onderwijs
1967 tevens voor de plaatsvervangende hoofden van bijzondere scholen voor
buitengewoon onderwijs.