7Aanschaffen vloerwrijvers
Ten behoeve van het schoonmaken van verhuurde schoolgebouwen (voor
malige Brugschool en de voormalige Hofschool) dienen twee vloerwrijvers
te worden aangeschaft. Hiermee is een bedrag gemoeid van naar raming
700,--. V/ij stellen U voor terzake een krediet van 700,-- beschik
baar te stellen. Hot bedrag van 700,-- kan werden godekt dcor de post
voor onvoorziene uitgaven met oenzelfde bedrag te verlagen.
Recapitulatie
De raming van de stelpost voor lastenstijgingen (volgno. 632) dient
te worden verlaagd met een bedrag van 5«500*voor het huren van de
bovenverdieping van het pand Hieuwestad 53*
Ha deze verlaging is op volgno. 632 nog een bedrag van 182.175» --
beschikbaar.
De raming van de stelpost voor kapitaalslasten van nieuwe werken
(volgno. 634) dient te worden verlaagd met een bedrag van 23.025,-- voor!
verbouwen en inrichten van het politiebureau
en het perceel Hieuwestad 53 9.660,--
voorzieningen openbare scholen 13.015,
uitbreiden openbare verlichting in verband met
aanleg speelplaats aan de Linnaeusstraat 350,
Totaal 23.025,--
Na deze verlaging is op volgno. 634 voor nieuwe investeringen op
basis van een rente van 5f- nog een bedrag van 71.945,-- beschikbaar,
De post voor onvoorziene uitgaven dient te worden verlaagd met
een bedrag van 15.85O,voor:
telefoon noodbestuurspost Plataanstraat 2.500,
hardglas in ramen van gymnastieklokalen 9.65O,--
vloerwrijvers ten behoeve van verhuurde schoolgebouwen 700,--
vergoedingen aan plaatsvervangende hoofden van scholen
voor buitengewoon-onderwijs 3.000,
15.850,—
Ha deze verlaging is op volgno. 644 nog 105.815,beschikbaar.
Onder mededeling, dat de financiële commissie zich hiermede kan
verenigen, stellen wij U voor de gemeentebegroting en de begrotingen van
het Grondbedrijf, Woningbedrijf, de Gemeentelijke Sociale Dienst en de
Energiebedrijven voor het dienstjaar 1969 "te wijzigen overeenkomstig de
ter inzage gelegde ontwerp-besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
Beroep van W. de Vrij tegen weigering van een taxivergunning voor vervoer
van personen vanaf de standplaats bij het station.
Bijlage no. 183. Leeuwarden, 14 mei 1969»
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend is, is de situatie met betrekking tot de taxistand
plaatsen bij het station enkele jaren geleden radicaal gewijzigd door
de invoering van het zogenaamde gootsysteem. Gold tot 1 oktober 1966
een prioriteitssysteem, inhoudende dat de ondernemer Wiersma met drie
standplaatsen voorrang genoot boven de ondernemer Van Eijck, aan wie
twee standplaatsen waren toegewezen, sinds genoemde datum staan de auto's
niet meer naast, doch achter elkaar, waarbij de passagiers die zich aan
melden steeds moeten worden vervoerd met de voorste, meest oostelijk
opgestelde auto. Voor de ondernemer Wiersma, reeds lang geheel ingesteld
op het stationsvervoer, betekende dit een, zij het reeds een aantal jaren
te voorzien, nadeel, hetgeen voor hem aanleiding vormde bij U in beroep
te gaan. Conform ons desbetreffend preadvies(bijlage no. 394) hebt op
19 december 1966 op dit beroep afwijzend beschikt. De aldus ontstane toe
stand gold aanvankelijk tot 1 januari 1968 en werd daarna verlengd tot
1 januari 1969» Gezegd kan worden, dat de invoering van het gootsysteem
een duidelijk gunstige invloed heeft gehad op de voorziening in de ver
voersbehoefte bij het station.
Voor het jaar 1969 werd wederom een verzoek tot net innemen van stand
plaatsen ontvangen van de bovengenoemde ondernemers, alsmede, evenals voor
1968 het geval was geweest, van de ondernemers Schuhmacher en De Vrij.
Bij ons besluit van 2 april 1969, no. 5483, zijn opnieuw drie,
respectievelijk twee standplaatsen toegewezen aan de ondernemers Wiersma
en Van Eijck, ditmaal evenwel met voor elk van beide ondernemers het recht
zich te doen vervangen door de ander en door Schuhmacher. Voorts geldt
voor elk van beide vergunninghouders de verplichting om, wanneer de laatste
op de standplaats aanwezige wagen deze verlaat, hiervan de andere vergun
ninghouder dan wel Schuhmacher in kennis te stellen. Bil hetzelfde besluit
is op de verzoeken van Schuhmacher en De Vrij cn zelfstandig deel te mogen
nemen aan het stationsvervoer afwijzend beschikt.
Van dit besluit is de heer U. de Vrij thans bij IJ in beroep gekomen.
In het beroepschrift wordt in de eerste plaats bevreemding uitgesproken
over de datum van de beschikking, 2 april 1969, terwijl de daarvóór be
staande vergunning afliep op 1 januari 1969le dien aanzien zij opge
merkt, dat reeds enige tijd gewerkt wordt aan plannen tot verruiming van
de mogelijkheden voor het taxivervoer, zowel wat betreft de standplaatsen
als ook met betrekking tot het opnemen van passagiers onderweg. Dit is
reeds tot uiting gekomen in enkele rapporten van de huurautocommissie,
laatstelijk van 5 maart j.l. De kwestie van de standplaatsen bij het
station kon niet geheel los worden gezien van het totaal van de- -in voorbe
reiding zijnde voorzieningen en werd dan ook in het onderzoek en de
rapportage terzake betrokken. Deze gang van zaken bracht tevens mede,
dat eerst na de zo juist genoemde datum een beslissing op het verzoek
kon worden genomen.
Een tweede bezwaar van reclamant richt zich tegen het aantal stand
plaatsen bij het station, dat op vijf is gehandhaafd. De heer De Vrij
is van oordeel, dat de goot zeker mogelijkheid biedx tot het ruim par
keren van zes auto's.
I-Iet betrekking tot dit bezwaar kunnen wij U mededelen, dat nader is
gebleken, dat de goot voor een zesde standplaats eigenlijk onvoldoende
ruimte biedt. De verkeerspolitie is namelijk tot de conclusie gekomen,