on asbussen te doen bijzetten in grafruimten op de tweede afdeling tegen de voor de uitgifte van deze ruinten vastgestelde tarieven. Zoalc wij reeds opmerkten is een voorstel tot het laten vervallen van de uitgifteternijnen voor 60, 00 en 100 jaar, opgenomen in bijlage no. 65 (vast stelling van een Verordening op de Noorderbegraafplaats Artikel Do huidige vergoeding voor het openen en sluiten van een graf is gebaseer op de in 1956 berekende kosten. In verband met de sindsdien opgetreden loon- en kostenstijging dient deze vergoeding o.i. op 70,te worden gebracht. Krachtens artikel 34 van de wet op de lijkbezorging zal voor het begraven van lijken van kinderen beneden 12 jaren niet meer dan de helft en voor het begra ven van lijken van kinderen benoden een jaar niet meer dan een vierde van laatstgenoemd bedrag mogen worden geheven. hordt er in hetzelfde graf tegelijkertijd meer dan één stoffelijk oversell begraven, dan lean in verband met de beperkte meer-kosten die moeten worden go- maakt het tarief voor het volgende stoffelijk overschot lager worden gesteld» Artikel 5 In verband met het toenemen van het aantal crematies en het inrichten van de ruimte voor het bijzetten van asbussen is het noodzakelijk rechten op te nemen voor het plaatsen van oen keldertje en voor het bijzetten van een asbuc. De vergoeding is afgeleid van de kosten die aan het plaatsen c.q. bijzetten zijn verbonden. Artikel 6. Op do algemene begraafplaats is een gedeelte ingericht voor het uitstrooi van as afkomstig uit asbussen. Aangezien het niet uitgesloten is dat in de toekomst gebruik zal worden gemaakt van deze strooiplaatsis het nodig dat hiervoor een vergoeding in de verordening wordt opgenomen. Bij informatie bij crematoria is gebleken dat voor het verstrooien van de as op een daarvoor be stemde plaats een vergoeding wordt geheven van 20,Het komt ons wenselijk voor een zelfde vergoeding te heffen voor het uitstrooien van as op de aange wezen ruimte op de algemene begraafplaats. Artikel 7. De werkzaamheden verbonden aan het opgraven van een stoffelijk overschot zijn vrij lastig en behoren bovendien met grote zorg te geschieden. Het ver dient o.i. aanbeveling deze vergoeding te stellen op het bedrag dat voor het begraven wordt gevraagd vermeerderd met een vast bedrag van 50,--. Teneinde het ruimen van graven, waardoor weer grafruimte ter beschikking kor.it, te stimuleren, verdient het aanbeveling het recht voor het op verzool: van belanghebbenden ruimen van graven te handhaven op 40, Artikel 0. Voor een vergunning tot het plaatsen van een grafkelder in een grafruimte bedraagt het recht thans 25,In deze vergoeding zijn begrepen de kosten van toezicht en die van de afvoer van materialen. Voor het later verwijderen van een grafkelder is in de vergooding thans geen bedrag opgenomen. De kosten hiervan komen te zijner tijd wel ten laste van de gemeente. Aangezien aan het vcrwijderen van een dergelijke kelder aanzienlijke kosten zijn verbonden, is het redelijk dat de aanvrager van een vergunning tot het plaatsen van een grafkelder ook deze kosten draagt..Het verdient aanbeveling de bedoelde kos ten op oc nomen in de vergoeding voor de vergunning tot het plaatsen van een grafkelder, ^en bedrag van 150,inclusief het recht voor het plaatsen van een grafkelder, achten wij aanvaardbaar. Artikel 9. Deze vergoeding is aan hot gestegen kostenpeil aangepast. Artikel 10. Het voor het onderhoud van grafbedekkingen verschuldigde recht is inder tijd vastgesteld aan de hand vs.11 de werkelijke door de gemeente te maken kos ten. xon gevolge van de lonen, sociale lasten en sinds 1956 opgetreden stijgin van do oston van materialen bedragen de kosten thans gemiddeld 0,-- per graf per jaar. De contante waarde voor een periode van 20 en 40 jaar? berekend naar 4':AJ> bedraagt dan respectievelijk 105,en 150, Aangezien is voorgesteld de uitgifte van graven voor 60, 80 en 100 jaren te laten vervallen, kunnen ook do tarieven voor de overeenkomstige onderhouds perioden vervallen. De overige bepalingen betreffen de invordering en behoeven naar onze mening geen nadere toelichting. Onder mededeling, dat do Financiële Commissie zich hiermede kan verenigen, stellen "..'ij U voor de Verordening op de heffing van begrafenisrechten vast te stellen overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. de Jong, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 41