Vaststellen aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare scholen en toekennen voorschotten bijzondere scholen voor buitengewoon onderwijs, beide voor 1969- Bijlage no. 83. Leeuwarden, 12 februari 1969» Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 193? eerste lid, van het Besluit buitengewoon onder wijs 1967 bepaalt de Raad van de gemeente, die ten behoeve van een of meer openbare scholen en afdelingen, onderscheiden naar de soorten, bedoeld in ge noemd Besluit, vakonderwijzers heeft aangesteld, vóór 1 maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen en afdelingen het aantal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit aantal wordt berekend door deling van het totaal aantal per week te ge ven uren vakonderwijs door het aantal verplichte leerkrachten aan die scholen en afdelingen. Bij het openbaar buitengewoon onderwijs wordt alleen vakonderwijs in de logopedie (spraakonderwijs) gegeven; a. aan de kernafdeling van de school voor debiele kinderen 13 uren per week gedeeld door 8 verplichte leerkrachten over 1969 is 1 5/8 wekelijks les uur per leerkracht; b. aan de afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs voor jongens van de school voor debiele kinderen 2 uren per week gedeeld door 2 verplichte leerkrachten is 1 wekelijks lesuur per leerkracht; c. aan de school voor imbeciele kinderen 6 uren per week gedeeld door 3 ver plichte leerkrachten is 2 wekelijkse lesuren per leerkracht; d. aan de kernafdeling van de school voor kinderen met leer- en opvoedings moeilijkheden 20 uren per week gedeeld door 7 verplichte leerkrachten is 2 6/7 wekelijks lesuur per leerkracht. De besturen van de gelijksoortige bijzondere scholen (afdelingen zijn er nog niet) kunnen voor 1969 voor beloning van hun vakleerkrachten aanspraak naken op een vergoeding uit de gemeentekas, welke wordt bepaald met inachtne ming van bovenbedoelde getallen wekelijkse lesuren, het getal verplichte leerkrachten aan hun scholen en een beloning tot een bedrag, waarop de vak onderwijzers aanspraak zouden hebben, indien zij in dienst der gemeente waren. De daarvoor in aanmerking komende besturen van de bijzondere scholen voor buitengewoon onderwijs hebben gebruik gemaakt van de hun bij artikel 193s 7c lid, van bovengenoemd Besluit geboden gelegenheid op vorenbedoelde vergoeding een voorschot aan te vragen. Deze voorschotten worden op gelijke wijze berekend als de definitieve vergoeding, terwijl na afloop van het ka lenderjaar de afrekening met de schoolbesturen plaats vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 56