In bruikleen geven van depot-goederen uit het museum "Het Princessehof
Bijlage no. 56 Leeuwarden, 12 februari 1969,
Aan de Gemeenteraad.
In 1971 za-l in de stad Groningen een ethnografisch museum worden geopend,
dat zal zijn verbonden aan het Instituut voor Godsdiensthistorische Beelddo-
cumentatie van de Rijksuniversiteit. De kern van het te exposeren materiaal
zal worden gevormd door een onlangs geschonken collectie van de hoogleraar
directeur Prof.Dr. Th.P. van Baaren, aangevuld met een textiel-collectie uit
Amsterdam, de verzameling ethnografica van de schilder Jaap Wagenmaker en
bruiklenen uit het Museum voor Volkenkunde te Leiden.
Een belangrijke aanvulling van vorengenoemde collecties zou het gemeente
lijk museum "Het Princessehof" alhier kunnen leveren met het in langdurig
bruikleen afstaan van een aantal voorwerpen van Aziatische kunstnijverheid
uit de gemeentelijke verzameling Anne van der Meulen. Prof. van Baaren heeft
daartoe de medewerking van de directeur van het museum ingeroepen.
Het betreft hier voorwerpen, waarvan thans reeds vaststaat, dat deze na de
verbouwing en de herinricnting van Het Princessehof tot het depot van het
museum zullen gaan behoren en niet voor opstelling in aanmerking komen.
Leze voorwerpen zouden thans deel kunnen gaan uitmaken van een levende ver
zameling, waarin zij tot hun recht zullen komen. Wij achten dit een aantrekke
lijke en zinvolle bestemming.
Een zorgvuldige behandeling van de voorwerpen is daarbij gewaarborgd, het
geen nog versterkt wordt door de aanbieding van een plaats in het stichtings
bestuur, dat belast zal zijn met het houden van toezicht op de gang van zaken
in het nieuwe museum.
Door het ontbreken van stringente voorwaarden aan de schenking Anne van
der Meulen doen zich ten aanzien van het in bruikleen geven van voorwerpen uit
deze collectie juridisch geen problemen voor; zo was het in 1967 eveneens moge
lijk enig overbodig depot, behorende tot die verzameling, te doen veilen.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging in positieve zin
op het verzoek te beschikken. Aangezien eerst ten tijde van de inrichting van
het museum in Groningen exact zal kunnen worden bepaald welke voorwerpen kun
nen worden opgesteld, stellen wij U voor thans in principe te besluiten tot
het in bruikleen afstaan van tot bedoelde collectie behorende voorwerpen en de
uitvoering van dit besluit, i.e. de nadere aanwijzing van die voorv/erpen, -p
te dragen aan ons cellege, een en ander overeenkomstig het hierna opgenomen
ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.