Gelet op de vele tevoren gehouden besprekingen 011 gedane toezeggingen konden wij geen vrijheid vindon op ons reeds schriftelijk vastgelegde stand punt terug te komen. V/ij achten hiervoor overigens te minder aanleiding, on- dat het bestuur van de Vereniging Openbare Bibliotheek Leem/arden ons bij brief van 9 december 19&7 berichtte, dat een bibliotheek in of nabij een loopcentrum gevestigd zou moeten worden. Het bestuur hoopte en verwachtte dat wij voor dit standpunt, dat volgens dat bestuur onbestreden wasbegrip zouden opbrengen en bij het vrijkomen van bouwgrond in de binnenstad, terbe schikkingstelling hiervan aan do vereniging zouden willen bevorderen. In een bij genoemde brief van 9 december 1967 gevoegd schrijven dd. 4 december 1967 van de Rijksinspecteur der Openbare Bibliotheken werd gewezen op het feit, dat ook een mogelijke wijziging in de situatie door de aanlog van de noordtangent van het binnenstadswegenvierkant niet van zodanige aard zal v/orden dat de communicatie met hot winkelcentrum belangrijk zal worden verbeterd. Be inspecteur stelt, dat hot uitgangspunt bij de plaatsbepaling van de bibliotheek moot zijn do mogelijkheid van een maximaal gebruik door do bevolking. Een gebouw, dat voldoende centraal en in de loop van hot publie ligt, dat door zijn plaats en uiterlijk een wervende werking heeft, kan slechts de hoge kosten die ermee gemoeid zijn rechtvaardigen. Voor een open bare bibliotheek die hot publiek dichter bij- het boek moot brongen en de niet-loser "boekminded" moot trachten te maken, speelt - aldus nog steeds genoemde inspecteur - de ligging van hot gebouw een veel grotere rol dan voor een wetenschappelijke bibliotheek (zoals de Provinciale Bibliotheek), waarvan mensen mot sterk gerichte belangstelling of met bepaalde studiedoel einden gebruik maken. De inspecteur adviseert dan ook stappen te doen tot het verkrijgen van een stuk grond of een gebouw zo dicht mogelijk gelegen bij hot winkelcentrum in de binnenstad. Hot bestuur van de Vereniging Openbare Bibliotheek Leeuwarden heeft dat advies blijkens zijn brief van 9 december 1967 tor harte genomen. Het laat oen mogelijke plaats op of bij het Oldehoofsterkorkhof los - wij hebben al thans genoemde brief niet anders kunnen lozen - en attendeert tegelijkertijd op het terrein van hot voormalige hotel "De Nieuwe Doelen". In dit verband herinneren wij U tevens aan een op deze aangelegenheid betrekking hebbende vraag, gesteld bij de behandeling van de begroting voor het dienstjaar 1968. Op bis. 33 van hot sectieverslag en de memorie van ant woord is onder 18 vermeld; "Enkele loden vroegen wanneer hot preadvies van het college kan worden tegemoet gezien op de brief van de vereniging Openba re Bibliotheek van 12 september 1966 inzake de beschikbaarstelling van oen terrein voor de bouw van een nieuwe centrale bibliotheek". Uij antwoordden daarop; "Dit preadvies zal voorshands naar alle waarschijnlijkheid niet ver schijnen, omdat het bestuur van genoemde vereniging inmiddels een standpunt hoeft ingenomen, dat volledig afwijkt van hetgeen in de brief van 12 septem ber 1966 is vermeld. Er vindt over oen aanvaardbare vestigingoi^laats van de centrale bibliotheek thans overleg plaats tussen ons college en hot bestuur van do vereniging". V/ij kunnen U mededelen, dat bedoeld overleg heeft plaats gehad, steeds over een plaats gelegen in hot winkelcentrum, derhalve voort durend uitgaande van het gestelde in de brief van het bestuur van 9 december 1967. Do vorenomschrevon gang van zaken heeft ons tenslotte gebracht tot ons voorstel van 7 riei j.l., bijlage nr. 164tot het verkopen aan do Staat der Nederlanden van het terrein, gelegen naast de provinciale bibliotheek. Do raad besloot overeenkomstig ons voorstel op 19 mei j.l. Een delegatie van ons collego hoeft, voorafgaande aan ons voorstel van 7 mei j.l., nogmaals oen bespreking gehad mot een vertegenwoordiging van hot bestuur van de Openbare Bibliotheek Leeuwarden over de bouw van een biblio theekgebouw. Ook daarbij is geen aandacht meer geschonken aan het terrein, gelegen ten oosten van de Provinciale Bibliotheek. Nog afgezien van het feit, dat hot niet mogelijk is do met hot nemen van het raadsbesluit van 19 nei 19^9 "tot stand gekomen verbintenis tussen do Staat der Nederlanden en onze gemeente eenzijdig te verbreken, menen wij op grond van het bovenstaande, dat geen redenen aanwezig zijn ons oerderbe- docldc voorstel van 7 ^oi 19^9 opnieuw in overweging te nomen. Uij geven U dan ook in overweging het verzoek van het bestuur van do Openbare Biblio theek Leeuwarden af te \/ijzen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. Tiekstra, loco-Burgemeester. T.J. Kingma, loco-Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 105