Organisatie van de financiële administratie van de algemene dienst der
gemeente
voorzieningen electrische installatie stadhuis 2.000
voorzieningen t.b.v. de begraafplaats Huizum 3.475
herstel dal: n.t.s. - f 2^500
totaal; 7.975,-
Ha deze verlaging is op volgno. 644 nog 7365,- beschikbaar.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan ver
enigen, stellen wij U voor de gemeentebegroting en de begroting van het
Grondbedrijf, het Woningbedrijf en de Dienst voor Sport en Recreatie voor
hot dienstjaar 1969 te wijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ont-
werp-bcsluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S.-Brandsma" Burgemeester
de Jong Secretaris»
Bijlage nr. 272. Leeuwarden, 20 augustus 1969.
Aan de Gemeenteraad,
In het kader van de voorzieningen die worden getroffen met betrekking
tot de huisvesting van de secretarie en enkele andere onderdelen van de
gemeentelijke dienst zal voor het kantoor van de Gemeente-ontvanger huis
vesting worden gecreërd in de benedenverdieping van het langs de Sint
Jacobsstraat gelegen gedeelte van het stadhuis. De voormalige conciërge
woning aan die straat wordt in verband hiermede als kantoorruimte ingericht.
Eén en ander wordt uitgevoerd overeenkomstig Uw besluit van 19 februari 1968.
Ons in bijlage no. OO/1968 vervat voorstel van 7 februari 1968 heeft tot
dit besluit geleid.
In genoemd voorstel van 7 februari 1968 deelden wij U o.m. mede, dat
het, ingevolge een wijziging van de gemeentewet bij wet van 2 maart 1966,
staatsblad 94, niet meer noodzakelijk is, dat een gemeente de functie van
Gemeente-ontvanger handhaaft. De gemeentewet opent thans de mogelijkheid,
één of meer ambtenaren aan te wijzen, die met de vervulling van de taken
welke bij of krachtens de wet aan de ontvanger zijn opgelegd, worden belast»
Het de totstandkoming van bedoelde wetswijziging werd de daarvoor in diverse
gemeenten bestaande praktijk, waarbij het hoofd van de afdeling financiën
der secretarie met de ontvangerswerkzaamheden werd belast en onder diens
leiding een kassier voor een bepaald gedeelte daarvan werd aangewezen,
gelegaliseerd. Wij schreven toen, dat het voor de hand ligt, dat bij de
pensionering van de ontvanger onzer gemeente ook hier voor de financiële
administratie van de algemene dienst een nieuwe regeling wordt getroffen.
Inmiddels hebt U bij besluit van 9 jani 1969 aan de huidige ontvanger,
de heer H. Schraffordt Koops, met ingang van 1 oktober 1969 eervol ontslag
verleend»
Overeenkomstig hetgeen wij U hebben medegedeeld in ons eerdergenoemd
voorstel van 7 februari 1968 (bijlage no. 8O/1968) doen wij IJ hierbij thans
een voorstel toekomen tot het vaststellen van een verordening met betrekking
tot de organisatie van de financiële administratie en het kasbeheer van de
algemene dienst der gemeente en tot het vaststellen van instructies voor de
net het voeren van de administratie belaste ambtenaar - de comptabele - en
voor de kassier.
De huidige situatie op het gebied van de financiële administratie van
de algemene dienst der gemeente is zodanig, dat deze administratie voor een
deel wordt gevoerd op de secretarie en voor een deel door de ontvanger. De
ontvanger mag slechts betalen op door Burgemeester en Wethouders afgegeven
bevelschriften. Ook voor de invordering van de inkomsten is de ontvanger
afhankelijk van de gegevens, die hem door Burgemeester en Wethouders worden
verstrekt. Hiervoor staat ons college als administratief apparaat de
secretarie, i.e. de afdeling Financiën en Belastingen ter beschikking. Hier
wordt terzake een omvangrijke administratie bijgehouden, die o.a. bestaat
uit de z.g. secretarieregisters van inkomsten en uitgaven.
De ontvanger treedt op als kassier van de algemene dienst en beschikt
over wettelijke bevoegdheden omtrent de invordering. Hij zou voor deze taak
kunnen volstaan met een eenvoudige kas-administratie. Het feit, dat hij
volgens de wet ook belast is met het opmaken van de gemeenterekening maakt
het echter noodzakelijk, dat hij grootboeken van inkomsten en uitgaven bij
houdt, die grotendeels een doublure zijn van de ter secretarie bijgehouden
registers.
In een aantal gemeenten - met name in gemeenten waar een ontvangers
vacature ontstond - is reeds vóór de genoemde wetswijziging van 2 maart
1966 oen integratie van do werkzaamheden op het gebied van de financiële
administratie bewerkstelligd door het benoemen van het hoofd van de afdeling
financiën der secretarie tot ontvanger".