No. 9344. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 juni 1969 (bijlage no. 215); gelet op artikel 170 der Gemeentewet; BESLUIT; ten behoeve van de Stichting Théskinkerij Prinsetun, gevestigd te Leeuwarden, een rekening-courant te openen bij de Centrale Kas der Gemeente met een maximum kredietverlening van 10.000,- onder de volgende voorwaarden: 1. de Stichting Théskinkerij Prinsetun is voor de opgenomen bedragen een rente verschuldigd tot een percentage gelijk aan dat hetwelk do Gemeente verschuldigd is voor bij de Coöperatieve Euivelbank opge nomen gelden; 2. de rentevergoeding voor credit-saldi wordt berekend naar hetzelfde percentage als dat hetwelk de Coöperatieve Zuivelbank vergoedt voor credit-saldi Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter Secretaris mm Verordening op de heffing en invordering van een straat- en rioolbelasting Bijlage no. 216 Leeuwarden, 18 juni 1969. Aan de Gemeenteraad. In de aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begrotingen voor 19^9? bijlage no. 424 (1968) hebben wij U medegedeeld, dat de opbrengst dor straatbelasting in de ontwerp-gemeentebegroting 165.000,- hoger was geraamd dan het be drag dat op basis van het voor 1968 geldende tarief mocht worden verwacht. Deze extra-opbrengst van 165.000,- is nodig teneinde het dekkingspercen tage - het percentage van de kosten van straten enz. dat door de belasting opbrengst wordt gedekt- weer op het in onze gemeente gebruikelijke percen tage van 35 te brengen. De tarieven, die thans voor de gebouwde eigendom men en voor de ongebouwde eigendommen respectievelijk 20$ en 10$ van de kadastrale opbrengst bedragen, dienen, teneinde de beoogde extra-opbrengst van I65.OOO,- te verkrijgen, te worden verhoogd tot respectievelijk 22$ en 11$ van de kadastrale opbrengst. Eveneens in de aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begrotingen voor 1969 hebben wij aangekondigd U voorstellen te zullen doen inzake de heffing van een rioolbelasting en een rioolafvoerrechtWij deelden U mede terzake van de rioolbelasting, die voor rekening van de eigenaren van onroerende goederen zou moeten komen, in de ontwerp-gemeentebegroting oen opbrengst van 750.000,- te hebben geraamd. Met deze opbrengst beoogden wij een dekkin van 60$ van de kosten van aanleg en onderhoud van riolen c.a. Wegens op brengst van een rioolafvoerrecht is in de begroting van de Dienst voor Reiniging en Brandweer een bedrag van ƒ615.000,- geraamd, welk bedrag over eenkomt met de voor 1969 geraamde kosten van de rioolwaterzuiveringsinstal latie, voor zover die kosten niet aan de algemene dienst dor gemeente in rekening worden gebracht voor de afvoer van regenwater van straten en open bare terreinen. Het rioolafvoerrecht zal o.i. aan de bewoners van percelen en aan de bedrijven die water via de zuiveringsinstallatie afvoeren in rekening moeten worden gebracht. Overeenkomstig hetgeen wij. U. in genoemde aanbiedingsbrief mededeel den en in overeenstemming met een uit de Raad naar voren gekomen suggestie, doen wij U thans het voorstel de rioolbelasting, d.w.z. de voor rekening van de eigenaren van onroerende goederen komende heffing terzake van aanleg en onderhoud van rioleringswerken tezamen met de bestaan de straatbelasting op te nemen in een nieuwe verordening op de heffing van een straat-en rioolbelasting. V/ij zijn nl. van oordeel- wij deelden dit in de aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begrotingen reeds mede- dat ook de riool belasting dient te worden uitgedrukt in een percentage van do kadastrale opbrengst, dezelfde grondslag derhalve die ook voor de straatbelasting wordt gehanteerd. Een ander motief voor deze samenvoeging van de straatbelasting met de rioolbelasting is, dat beide heffingen berusten op artikel 280 van de gemeentewet, waarin vermeld staat, dat de gemeenten de bevoegdheid hebben wegens gebouwde en ongebouwde eigendommen een jaarlijkse belasting te heffen naar grondslagen, volgens welke een billijke bijdrage wordt gevorderd in de kosten ten laste van de gemeente komende voor aanleg en onderhoud van wegen, voor hun verlichting en voor afvoer van water en vuil. Zovel de elementen, die deel uitmaken van de kosten waarop de straatbelasting is gebaseerd als die waarop de rioolbelasting is afgestemd, vallen onder deze omschrijving. Met de heffing van de rioolbelasting werd, zoals wij in de genoemde aanbiedingsbrief vermeldden, een opbrengst van 750.000,beoogd. Dit be drag komt ongeveer overeen met 60$ van de voor 1969 geraamde kosten van aan leg en onderhoud van riolen. Teneinde de begrotingspositic te verruimen en daardoor een mogelijkheid te scheppen voor het opvangen van verdere kosten stijgingen stellen wij U thans voor het tarief voor de rioolbelasting zo danig vast te stellen, dat de opbrengst van die belasting 70van de kosten dekt. Terzake kan dan op een opbrengst van 875.000,- worden gerekend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 22