mm u Maatstaf van heffing. J\g 'ik 'i -2- in artikel '1 tingjaar niet Indien er ten v/orden 3.11,- a komen te verkeren3 voor het op die datum aangevangen belas als belastingplichtigen beschouwd aanzien van een eigendom twee of meer genothebbondon zijn, als belastingplichtigen beschouwd. Artikel 4. De maatstaf waarnaar de belasting wordt geheven is de belastbare opbrengst op 1 januari 'an het belastingjaar van de in artikel 1 genoemde eigen dommen zoals deze is vermeld in de kadastrale leggers, genoemd in het tweed lid van artikel 3» Van de eigendommen, ten aanzien van welke in de kadastrale leggers geen be lastbare opbrengst is opgenomen, wordt deze 'opbrengst vanwege- en op kosten van de gemeente geschat, zulks naar de toestand op 1 januari van het belas tingjaar en op de voet van de wettelijke bepaling inzake het vc.ntstellen van de belastbare opbrengst van eigendommen voor de heffing van de grondbe lasting. Bedrag van de belasting. Artikel 3 - D.e belasting bedraagt jaarlijks; a. van de belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen 34^ 'b. van de belastbare opbrengst van ongebouwde eigendommen 11 fo Artikel 6. Bij het berekenen van het overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 verschuldig' de bedrag wordt het bedrag van de belastbare opbrengst op volle guldens naar beneden afgerond. Verschuldigdheid bij meervoudige belastingplicht Artikel 7 In het geval, bedoeld in het vijfde lid van artikel 3? is ieder van de daar be' doelde personen hoofdelijk voor het gehele bedrag van de belastingschuld aan sprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de een, de andore of de anderen van zijn, respectievelijk hun belastingschuld bevrijdt. Vrij stelling. Artikel 8, De belasting wordt niet geheven voor de gebouwde en ongebouwde eigen dommen waarvan de gemeente de genothebbende is en die uitsluitend voor de pu blieke dienst worden gebezigd. Kohier. Artikel 9 1. Zo spoedig mogelijk na de aanvang van het belastingjaar maakt do controleur der gemeentebelastingen van de verschuldigde belasting een kohier op. 2. De aanslagen, welke niet op het oorspronkelijke kohier zijn geplaatst, wor don op een aar vu 1.1 i ngs kohier gebracht. De controleur der gemeentebelastingen zendt de kohieren binnen veertien dagen na de vaststelling aan de Gemeenteontvanger ter invordering. Ontheffing. Artikel 10 Voor gebouwde eigendommen, die met de daarbij behorende erv©n gedurende twaalf achtereenvolgende maanden ongebruikt en onverhuurd zijn gebleven, wordt aan hem, die daarvoor gedurende dat gehele tijdvak voor deze be lasting is aangeslagen, voor dat tijdvak ontheffing van zijn aanslag, of, naar evenredigheid van zijn aanslagen, verleend. Ter verkrijging van deze ontheffing moet de aangeslagene binnen twee maan den na het einde van het bedoelde tijdvak een verzoekschrift indienen bij de controleur der gemeentebelastingen. Gehele of gedeeltelijke ontheffing van een aanslag in deze belastingen wordt verleend, indien op grond van artikel 53? van de wet van 26 mei 1870 staatsblad nr. 82 ontheffing of vermindering van grondbelasting is ver leend Ter verkrijging van deze ontheffing moet de aangeslagene binnen twee maan den na de datum waarop een beslissing inzake de toepassing van artikel 53? van de wet van 26 mei 1870 Staatsblad nr. 82, ter kennis van do belasting plichtige is gebracht, of, indien het aanslagbiljet na die datum werd uit gereikt, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet, on der overlegging van een afschrift van de desbetreffende beslissing, een verzoekschrift indienen bij de controleur der gemeentebelastingen. Vermindering. Artikel 11 Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen ambtshalve worden verminderd of ver nietigd, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. P.estitutie Artikel 12 Indien ten gevolge van een beslissing op bezwaar- of beroepschriften of van het verlenen van ontheffing of afschrijving, dan wel van een ambtshalve ver mindering of vernietiging van een aanslag, overeenkomstig do bepc-lingen van de gemeentewet en/of van deze verordening genomen of gedaan, roods betaalde bedragen moeten worden teruggegeven, geschiedt zulks zo spoedig mogelijk, doh in ieder geval binnen één maand na de dagtekening van de desbetreffende be slissing. Navordering Artikel 13 Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte is afge zien van het vaststellen van een aanslag, dan wel dat een aanslag ten on rechte is vernietigd of verminderd of ten onrechte een te lage aanslag is opgelegd, kan de te weinig geheven belasting worden nagevorderd, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. Delegatie Artikel 14 Voor de toepassing van de artikelen 297 en 299 van de gemeentewet treedt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 25