No. 14557 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen een op 1 juli 1969 ingekomen verzoek van het bestuur van de Vereniging tot Bevordering van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Wirdum om medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijs- wet 1920, voor de aanschaffing van een pick-up, enige instrumenten voor het muziekonderwijs, te weten 5 triangels, een bekken, 2 tamboerijnen, 2 handtrommen en een stel maracas, alsmede van een tweede handwerkkast, zulks ten behoeve van de Christelijk Nationale School voor gewoon lager onderwijs te Wirdum; overwegende, dat de school niet de beschikking heeft over een pick-up noch over muziekinstrumenten, terwijl een en ander voor het geven van muziekonderwijs noodzakelijk is te achten, wil dit onderwijs voldoen aan de thans geldende eisen; dat de school de beschikking heeft over één handwerkkast, ruimte bie dend voor de berging van het handwerkmateriaal ten behoeve van 48 leer lingen, doch dat door een groter aantal leerlingen handwerkles wordt ge volgd, zodat de aanschaffing van een tweede handwerkkast noodzakelijk is; dat door de inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden; dat het verzoek voldoet aan de in artikel 75 van de Lager-onderwijs- wet 1920 omschreven eisen; gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders, d.d. 2 oktober 1969 (bijlage nr. 508); BESLUIT: de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. .«y-Mi Beroep van de heer J.B. Singelsma tegen weigering van een vergunning voor het oprichten van een studeerruimte aansluitend aan zijn woning op het per ceel Buorren 2, te Goutum. Bijlage no. 309- Leeuwarden, 2 oktober 1969» Aan de Gemeenteraad. De heer J.B. Singelsma heeft bij een op 18 juli 1969 ingekomen schrij ven bij U beroep ingesteld tegen ons besluit d.d. 24 juni 19^9» no. B 182/69, waarbij wij op zijn verzoek om vergunning voor het oprichten van een studeer ruimte aansluitend aan zijn v/oning Buorren 2, te Goutum, afwijzend hebben beschikt. Genoemd schrijven, alsmede onze afwijzende beschikking met bijbe horende bescheiden, liggen voor ter inzage. Ingevolge het bepaalde in artikel 51 van de Woningwet moet hét verzoek om voorziening tegen weigering van een bouwvergunning binnen een maand na de dag waarop het afschrift van het besluit is verzonden, bij de Gemeenteraad worden ingediend. Het betreffende afschrift is op 3 juli 1969 verzonden, zo dat het verzoek om voorziening tijdig is ingekomen en appellant in zijn be roep kan worden ontvangen. De v/oning van de heer Singelsma valt onder de vigeur van het bij raads besluit van de gemeente Leeuwarderadeel d.d. 30 januari 1941 vastgestelde uitbreidingsplan in onderdelen "Goutum en de Kleinedrieromers". Ingevolge dit uitbreidingsplan is het onderhavige perceel bestemd voor enkele dan wel dubbele vrijstaande woningen "bebouwingsklasse I" met winkels. Aangezien de bij genoemd uitbreidingsplan behorende bestemmingsbepalingen geen voorschriften bevatten inzake het oprichten van een aanbouw, als door appellant is aangevraagd, is in dezen de Bouwverordening van toepassing. Realisering van het bouv/plan zal leiden tot overschrijding van de ingevolge de Bouwverordening ter plaatse geldende achtergevelrooilijn, hetgeen op grond van artikel 46 van deze verordening verboden is. Bij de beoordeling van het bouv/plan is dezerzijds nagegaan of er aan leiding zou kunnen zijn op grond van artikel 48 der Bouwverordening van dit verbod vrijstelling te verlenen. Aangezien het bouv/plan echter eveneens in strijd is met het ontwerp-bestemmingsplan "Goutum", hebben wij gemeend van deze vrijstellingsbevoegdheid geen gebruik te moeten maken. In dit ontwerp-bestemmingsplan is achter de woning van de heer Singel sma een strook grond met een diepte van 9 meter geprojecteerd, welke zal zijn bestemd voor "Tuin en open erf II". Op de als zodanig bestemde gronden zullen onder meer aanbouwen mogen worden gebouwd, met dien verstande echter, dat de breedte en de lengte hiervan respectievelijk niet meer dan de helft c.q. 3/5 van de breedte van de gevel, waaraan wordt gebouv/d, zullen bedragen. Aangezien de achtergevel van het onderhavige pand 7 meter breed is, zal de aansluitend hieraan op te richten aanbouw maximaal 3>50 m breed en 4>20 m lang mogen zijn. Inwilliging van het verzoek zal tot gevolg hebben dat, met hetgeen reeds op de voor "Tuin en open erf II" te bestemmen grond aanwezig is, een aanbouw wordt gerealiseerd met een lengte van 7>40 m en een grootste breedte van 6 m, hetgeen in afwijking is van het toekomstige bestemmingsplan. V/ij hebben de door de heer Singelsma gevraagde vergunning dan ook geweigerd. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 390, 2e lid der Bouwverorde ning is appellant in de gelegenheid gesteld het beroepschrift mondeling toe te lichten. Het proces-verbaal van de daartoe gehouden openbare zitting ligt eveneens voor U ter inzage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 274