3. Indien in de loop van enig jaar in de bezoldiging van de deelnemers wijzigingen worden aangebracht, welke een algemeen karakter dragen, wordt met ingang van 1 januari daaropvolgende door het bestuur het maximum bedrag, waarover de bijdrage wordt berekend, in overeen komstige mate gewijzigd en naar boven afgerond op een veelvoud van honderd gulden. Daarbij wordt telken male uitgegaan van het laatste lijk door het bestuur vastgestelde bedrag. De tweede zin van lid twee is van overeenkomstige toepassing. 4. De bijdrage van de in dienst van een gemeente, een lichaam of een in stelling zijnde deelnemer wordt door die gemeente, dat lichaam of die instelling- bij iedere uitbetaling van bezoldiging ingehouden of in voorkomend geval op ander: wijze ingevorderd en, vermeerderd met een gelijk bedrag als bijdrage van een gemeente, dat lichaam of die in stelling, op de door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut gestort. De overige deelnemers storten hun bijdrage en de gemeente, het lichaam of de instelling aan het dienen waarvan hun deelnemerschap is ontleend, stort een gelijk bedrag als bijdrage van die gemeente, dat lichaam of die instelling op de door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut. Indien de gemeente, het lichaam of de instelling is opgeheven en de verplichtingen daarvan niet zijn overgegaan op een andere gemeente, een ander lichaam of een andere instelling, is de deelnemer gehouden, in afwijking van het in het eerste lid bepaalde, het dubbele van dedaarbedoelde bijdrage in de kas van het instituut te storten. o. in afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste, tweede en vijfde lid draagt een als deelnemer toegelaten wethouder over een Kalenderjaar bij een bedrag, gelijk aan het volgens de begroting van het instituut voor dat jaar gemiddeld per deelnemer aan bijdragen van de deelnemers, de gemeenten, de lichamen en de instellingen op te brengen bedrag en stort de desbetreffende gemeente in de kas van het instituut zoveel minder als de bijdrage van de wethouder méér be draagt dan het geval zou zijn, ware niet van het bepaalde in het eerste, tweede en het vijfde lid afgeweken. 7. De gemeentehet lichaam of do instelling, alsmede de deelnemers, oedoela in het vijfde lid, verstrekken het bestuur alle inlichtingen, nodig voor de vaststelling van de bijdragen." Irtikel Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin de afkondiging in de Staatscourant heeft plaatsgevonden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Verkoop percelen industrieterrein, gelegen in het industriegebied "Schenken schans" Bijlage no. 313 Leeuwarden, 2 oktober 1969» Aan de Gemeenteraad. De N.V. Internationale Transport Maatschappij "Pax", gevestigd alhier, heeft ons verzocht te bevorderen, dat de op de voor U ter inzage gelegde te kening roodomlijnde en met de cijfers 6,7 en 8 aangegeven percelen industrie terrein, ter gezamenlijke grootte van plm. 5880 m2alsmede het op de teke ning groenomlijnde en met het cijfer 21 aangeduide perceel industrieterrein, ter grootte van plm. 1125 m2, aan haar worden verkocht. Het is de bedoeling op het roodomlijnde terrein onder meer een reparatiewerkplaats en op het groenomlijnde terrein een kantoorgebouw te stichten. Tegen inwilliging van het verzoek hebben wij geen bezwaar. De prijs van de grond dient voor de percelen 6,7 en 8 "te worden gesteld °P f 27,50 per m2 en voor perceel 21 op 26,-- per m2. De eigendomsover dracht kan overigens onder de gebruikelijke bedingen plaatsvinden. Onder mededeling, dat belanghebbende zich met een en ander kan verenigen geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden J.S. Brandsma Burgemeester de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 280