•msmae No. 16088. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen een op 2 september 1969 ingekomen verzoek van het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden om medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de lager- onderwijswet 1920, voor de aanschaffing van een projector ten behoeve van de onder zijn bestuur staande school voor gewoon lager onderwijs, de Willem de Zwijgerschoolaan de J.H. Knoopstraat 3> alhier; overwegende, dat de school over één projector beschikt, doch dat zulks - gelet op het grote aantal klassen en het intensieve gebruik, dat van dit hulpmiddel wordt gemaakt - onvoldoende m»et worden geacht; dat door de inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs ^te stellen, niet zullen worden overschreden; dat het verzoek veldoët aan de in artikel 73 der wet omschreven vereisten gelet op het advies van Burgemeester en Wethoudersd.d. 22 oktober 1969 (bijlage no. 329)? B E S L Ü.'I T: de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. 5aD Onbewoonbaar verklaring van 4 woningen, Bijlage no. 330. Leeuwarden, 22 oktober 1969. Aan de Gemeenteraad. De direkteur van de dienst voor het Bouw- en Woningtoezicht heeft ons gerapporteerd, dat opnieuw een aantal woningen in onze gemeente voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komt. Het gaat thans om 4 woningen, welke niet meer door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbare staat kunnen worden gebracht. Van deze woningen worden de volgende panden nog bewoond; Achter de Grote Kerk 31 ben.; Bonte Papesteeg 4 en Bonte Papesteeg 6. Van elk der woningen is een staat opgemaakt, waarin de voornaamste gebreken van de panden zijn vermeld. Bovendien is daarbij aangegeven op grond van welke gebreken de onbewoonbaarverklaring zal moeten geschieden. Uit deze staten, welke voor U bij de stukken ter inzage zijn gelegd, blijkt voorts, dat ook de Inspekteur voor de Volkshuisvesting van oordeel is, dat de bedo-elde woningen onbexfoonbaar dienen te worden verklaard. Ingevolge art. 33? lid 3? van de Woningwet moet het besluit tot onbewoonbaarverklaring tevens een bevel tot ontruiming van de woning binnen een daarbij te bepalen termijn van ten hoogste zes maanden, bevatten. In het algemeen komt het ons juist voor bij bewoonde panden deze maximale ontruimingstermijn van 6 maanden aan te houden. Bij onbewoonde panden heeft het stellen van een ontruimingstermijn uiteraard minder betekenis en kan naar onze mening met een termijn van één week worden volstaan. Gezien het vorenstaande kan in het onderwerpelijke geval de ont ruimingstermijn voor de woning Reindersbuurt 11 worden bepaald op 1 week. Voor de overige panden behoort naar onze mening deze termijn op 6 maanden te worden gesteld. Wij geven U in overweging over te gaan tot vaststelling van een besluit, zoals hierna in ontwerp is afgedrukt. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris. i.Tyyr -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 331