IE
REGLEMENT /OOR IIET KAMPEERTERREIN "DE KLEIIIE WIELEN"
«3 mgm
Hoofdstuk IALGEHEHE BEPALINGEN
Artike.l 1
Yoor do toepassing van deze regeling wordt verstaan onders
a. kamperen; het genieten van recreatief buitenverblijfwaarbij wordt over-
nac. t in verplaatsbare onderkomenszoals tenten, caravans of kampeer
auto s
b. kampeerterrein; het onder de Dienst voor Sport en Recreatie ressorterende
kampeerterrein in het recreatie-gebied "De Kleine Wielen", waarop tegen
vergoeding gelegenheid wordt geboden tot kamperen;
c. tent; een in hoofdzaak van textiel of andere daarmee vergelijkbare
materialen vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nachtverblijf, dat
gemakkelijk is op te bouwen en in te pakken;
d. 1. caravan; een al dan niet uitklapbare wagen, niet langer dan 7-35 m»
(opbouw), gebouwd, ingericht en bestemd voor kamperen, welke met een
snelheid van tenminste 60 km./uur langs een vlakke weg achter een
normale personenauto kan worden voortbewogen.
2. sta-caravan: een wagen, langer dan 7»35 (opbouw), niet-mobiel,
staande op een vaste standplaats, niet geschikt voor toeristisch
kamperen
e. vaste standplaats; een standplaats op het kampeerterrein, welke voor
tenminste drie achtereenvolgende maanden wordt verhuurd;
Artikel 2.
1. Onder een kampeerdokument wordt verstaan; een kampeerpaspoort of een
kampkaart, afgegeven door de Nederlandse Kampeerkaartencentrale
2. Riet-ingezetenen-van het Rijk, die in het bezit zijn van een geldig
reisdokument óf identiteitsbewijs, dan wel van een internationaal
kampeercarnet, afgegeven door een vereniging, welke aangesloten is bij
de "Alliance Internationale de Tourisme" (A.Ï.T.) of de "Federation
Internationale de Camping et de Caravanning" (F.I.C.C.), worden geacht
in het bezit te zijn van een geldig kampeerdokument.
Artikel 5
Het het dagelijks toezicht op het kampeerterrein is een kampbeheerder
belas t
Artikel 4-
De Raad stelt de tarieven vast, welke voor het gebruik van het kampeer
terrein verschuldigd zijn.
Hoofdstuk II KAMPEREN.
Artikel '5»
Het kampeerterrein is geopend gedurende een door Burgemeester en
Wethouders te bepalen periode tussen 15 maart en 15 oktober.
Artikel 6.
Burgemeester en Wethouders stellen de voor de gebruikers van het kampeer
terrein geldende kampregels vast.
Artikel 7-
1. Op het kampeerterrein mogen uitsluitend gasten worden opgenomen, die
in het bezit zijn van een geldig kampeerdokument, zulks met inacht
neming van het gestelde in artikel 2 en behoudens het gestelde in het
tweede lid.