rs&rxm
T?
Herziening lesgeldverordening amateurafdeling Gemeentelijk Muziekinstituut.
Bijlage no. 227» Leeuwarden 18 juni 1969»
Aan de Gemeenteraad.
In de aanbiedingsbrief bij de ontwerpbegroting voor het jaar 1969
hebben wij een voorstel tot verhoging van de lesgeldtarieven voor de
amateurafdeling van het Gemeentelijk Muziekinstituut met ingang van het
cursusjaar 1969/1970 in uitzicht gesteld, zulks in verband met de sterke
stijging van de kosten van dit instituut. Het hiernavolgende voorstel
heeft alleen betrekking op de amateurafdeling van het instituut.
De vakafdeling valt onder de Wet op het Voortgezet Onder\tfijs en wordt in
principe geheel door het Rijk bekostigd. Ten aanzien van het vaststellen
van lesgelden voor de vakafdeling heeft de Gemeente thans geen taak meer.
Het schoolgeld voor de vakafdeling is geregeld in de Schoolgeldwet.
Inmiddels is gebleken, dat de kosten van de amateurafdeling van het
Muziekinstituut, vooral ook als gevolg van het toegenomen aantal
leerlingen, nog sterker zijn gestegen, dan destijds werd verwacht. Uit
het ter inzage gelegde overzicht van het verloop van de tekorten blijkt,
dat naar de thans bekende gegevens op het Muziekinstituut een tekort
moet worden verwacht van f. 380.000,--. In de primitieve begroting was
f. 249.000,-- geraamd. Er is derhalve alle aanleiding de tarieven
politiek met betrekking tot het muziekinstituut aan een nadere beoor
deling te onderwerpen.
Alvoi'ens in te gaan op de hoogte der tarieven, achten wij het van
belang U een wijziging in het tarievensysteem voor te stellen. Bij de
bestudering van deze zaak is ons namelijk gebleken, dat het aanbeveling
verdient het aantal tarieven in te krimpen. Er zijn thans tarieven voor
individuele lessen, voor lessen aan groepen van twee, drie, vier, vijf
en zes of meer leerlingen en voor klassikale lessen. In de laatste
categorie wordt dan nog onderscheid gemaakt tussen verschillende
soorten lessen. Dit uitgebreide systeem voldoet in de praktijk niet.
Eigenlijk wordt in de serie tarieven voor lessen in groepsverband
slechts één tarief toegepast, n.l. het laagste.
Hetzelfde geldt voor de tarieven voor do klassikale lessen van de
verschillende soorten. Bepaalde soorten lessen komen niet voor en vaak
kan er geen duidelijk onderscheid worden gemaakt.
V/ij geven er daarom de voorkeur aan voortaan nog slechts tarieven
vast te stellen voor;
a. individuele lessen;
b. lessen in groepsverband met groepen van minder dan zes leerlingen;
c. lesson in groeps- of klassikaal verband met zes of meer leerlingen;
d. klassikale lessen algemene muzikale vorming.
Daarnaast kan voor leden van harmonie- en fanfarekorpsen nog een
apart, enigszins verlaagd tarief, worden vastgesteld in verband met het
feit, dat de Provincie voor deze leerlingen via de Fryske Kultuerried
oen subsidie beschikbaar stelt van f. 100,-- voor zes leerlingen.
In de Aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begroting voor 1969 stelden
wij, dat uitgangspunt voor de vaststelling van nieuwe tarieven zou kunnen
zijn een kostendekking van een bepaald deel, b.v. de helft, van do
direkte kosten (honoraria der leerkrachten en een berekend normbedrag
voor administratiekosten).