Artikel 11 Ontheffing. 1. Indien een leerling tussen de aanvang van het heffingstijdvak en 1 januari het Muziekinstituut verlaat, wordt voor ..de helft van het lesgeld ontheffing verleend. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt, indien een leerling in de loop van het heffingstijdvak overlijdt of het Muziekinstituut verlaat wegens vertrek naar een andere gemeente, ont heffing van het lesgeld verleend ten aanzien van zoveel één/vierde van het bedrag daarvan, als er nadien nog volle kwartalen in het heffingstijdvak overblijven. 3« Indien een leerling wegens ziekte het Muziekinstituut ge durend; langer dan drie kalendermaanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt ontheffing van het lesgeld verleend over zoveel volle kwartalen, als hij gedurende het heffingstijdvak het Muziekinstituut niet heeft bezocht 4- Indien een leerling wegens het sluiten van het Muziekinstituut dit gedurende langer dan drie kalendermaanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt ambtshalve ontheffing van het lesgeld verleend over zoveel volle kalendermaanden, als het Muziekinstituut gesloten is geweest. 5.. Ter verkrijging van de in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel bedoelde ontheffingen moet een daartoe strekkend verzoekschrift worden ingediend bij de Controleur der Gemeente belastingen binnen twee maanden, nadat de leerling is overleden, of het Muziekinstituut heeft verlaten, onderscheidenlijk binnen vijf maanden, nadat het bezoek aan het Muziekinstituut wegens ziekte is ges taak t Artikel 12. Vermindering. Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen binnen drie jaren na het einde van het heffingstijdvak door de Controleur der Gemeente belastingen ambtshalve worden verlaagd of vernietigd. Artikel 13 Af schri jvin. 1. Indien een lesgeldschuldige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar het lesgeld of het volle lesgeld te betalen. Kan het verschuldigde geheel of gedeeltelijk worden afgeschreven. 2. De aanvrage tot afschrijving wordt door de lesgeldverscliul- digde schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders ingediend; op de aan vrage wordt niet beslist, dan nadat de ontvanger der gemeente is gehoord Artikel 14 Delegatie Ingevolge het bepaalde bij artikel 301 van de Gemeentewet treedt voor de toepassing van de artikelen 297? 299 Gn 300 dier wet in de plaats van de Gemeenteraad, van Burgemeester en Wethouders en van de Burgemeester, de Controleur der Gemeentebelastingen. Artikel 15. Kohier 1. De direkteur van het Gemeentelijk Muziekinstituut zendt zo spoedig mogelijk na de aanvang van het heffingstijdvakin ieder geval vóói" 1 oktober, aan de Controleur der Gemeentebelastingen een opgave, vermeldende in alfabetisch-lexicografiscke volgorde do namen en voornamen der leerlingen, die tot de lessen zijn toegelaten met vermelding van geboortedata, woonplaatsen en eventuele beroepen, alsmede de namen, voornamen, geboortedata, beroepen, woonplaatsen en adressen van hen, die voor deze leerlingen lesgeldplichtig zijn. De opgave dient tevons te vermelden welke lessen door de leerlingen worden gevolgd. 2. Voor de leerlingen, die in de loop van het heffingstijdvak worden ingeschreven, het Muziekinstituut verlaten of dio overlijden, zendt de direkteur voor de 10e van iedere maand, op de wijze als in het eerste lid van dit artikel is aangegeven suppletoirs opgaven over de afgelopen kalendermaand in, onder vermelding van de dag van in schrijving, vertrek of overlijden. Artikel 16. Invordering. 1. Aan de hand van de in artikel 13 bedoelde opgaven maakt de Controleur der Gemeente-belastingen, zo spoedig mogelijk, van het verschuldigde lesgeld een kohier op. 2. De kohieren worden binnen veertien dagen na de vaststelling aan de Gemeente-ontvanger ter invordering gezonden. Artikel 17» De Gemeente-ontvanger zendt binnen veertien dagen na ontvangst van een kohier, als bedoeld in artikel 16, aan iedere aangeslagene een gedagtekend aanslagbiljet, waarvan het model door de Controleur der Gemeentebelastingen wordt vastgesteld. Artikel 18. 1. Het lesgeld is invorderbaar; a. voor de lessen genoemd in artikel 5? onder A on onder B, sub la, in vijf gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede een maand later en zo ver volgens

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 65