II I II - 14 - u I? Bijlage 5 (vervolg). Nu gaat het hier om een rijksregeling, die de mogelijkheid biedt, indien de Gemeente daarin voorgaat, een ruimer subsidie te ontvangen, zij het op een aantal bijzondere voorwaarden. In het onderhavige geval vraagt de gesubsidieerde instelling om toepassing van die mogelijkheid, daarmee welbewust de bijzondere voor waarden accepterende. Zij telt het te ontvangen hogere subsidie zwaarder dan het moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden en het zich moeten onderwerpen aan een aantal controlemaatregelen. Het zou o.i. niet juist zijn bij de beoordeling van de vraag,of aan het gedane verzoek moet worden voldaan, te treden in de beslissing van de instel ling omtrent de gemaakte keuze. ,T)at zou in feite een groter inbreuk maken op de vrijheid van handelen van de instelling dan het stellen van een aantal voorwaarden. Het Gemeentebestuur moet zich o.i. slechts laten leiden door overwegingen van algemeen en financieel gemeente beleid. V/at de controle betreft, een vereniging of instelling, die uit de overheidskas een subsidie ontvangt, zal altijd aan een aantal voor waarden moeten voldoen, welke zwaarder worden naar gelang een hoger bedrag wordt uitgekeerd en/of de regeling zodanig is, dat automatisch steeds hogere subsidies moeten worden verleend. Be subsidiërende overheid moet in staat worden gesteld verantwoording af te leggen voor het verleende subsidie. Het Is duidelijk, dat als gesubsidieerd wordt tot 9O/0 van de kosten, een vrij scherpe controle en binding nodig is. Beze controle moet zich echter in de eerste plaats richten op hoofdzaken en behoeft niet in te houden, dat op de instelling of op de Gemeente een ondraaglijke last wordt gelegd. Als er goede accountantsrapporten worden ingeleverd, wordt de controle van gemeente wege al veel eenvoudiger. In de praktijk valt dit bezwaar dan ook wel mee tot nu toe. V/ij hebben hier echter te maken met een nog geheel in ontwikkeling zijnde materie. Be rijksregeling is nog een voorlopige. Mocht de ontwikkeling gaan in een richting die in dit opzicht te veel bezwaren zou opleveren, dan kan deze kwestie opnieuw in overweging worden genomen. Het gaat onzes inziens bij het bepalen van een standpunt in dezen om de vraag of de gesubsidieerde taak van zodanig belang wordt geacht, dat een hoger subsidie ingevolge de alternatieve regeling, gelet op de budgettaire positie van de Gemeente verantwoord is. Wij zijn van oordeel, dat dit inderdaad het geval is. Het is duidelijk gebleken, dat het dienstencentrum in een behoefte voorziet. Bij subsidiëring tot het lagere bedrag zou het centrum in financiële moeilijkheden kun nen geraken, die de uitoefening van haar taak in gevaar zouden brengen. Aangezien de Gemeente bij deze subsidiëring voorop gaat, zou zij met een afwijzende beslissing het dienstencentrum eveneens de aan spraak op een stuk rijkssubsidie onthouden. Beze beslissing sou echter niet worden genomen, op grond van do hierboven door ons als aanvaardbaar aangemerkte motieven van gemeente beleid, maar uit de overweging, dat de normale regeling aan de gesub- sidiëerde instelling meer vrijheid laat en derhalve meer recht doet aan het particulier initiatief. Een dergelijke beslissing zou tegenover de instelling eigenlijk slechts verantwoord zijn, als de Gemeente bereid is hot financiële nadeel dat uit die beslissing voor de instelling voortvloeit voor haar rekening te nemen. Bit zou kunnen door van gemeentewege to subsidiëren overeenkomstig artikel 9 (9<-$) cn van de Minister een rijksbijdrage in het verleende subsidie te vragen overeenkomstig do normale regeling, maximaal 64.000,-- derhalve. Be Gemeente zou in dit geval de aan de instelling op te loggen voorwaarden zelf kunnen vaststellen, maar veel minder streng dan de voorwaarden die het Rijk stolt zouden zo tocii niet kunnen zijn, vil zij verantwoord zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 108