- 2 - Evenals in ons voorstel (bijlage no. 350 tot verhoging van het kosten- bedrag bij het gewoon lager onderwijs is gedaan zouden wij ook hier de gele genheid willen aangrijpen meteen de vergoedingen aan de schoolbesturen over 1969, gebaseerd op het gemiddeld aantal leerlingen over dit jaar, te doen vaststellen met verrekening van de bij het in de aanhef genoemde raadsbesluit toegekende voorschotten, gebaseerd op het gemiddeld aantal leerlingen over 1968. De vaststelling van de werkelijke kosten van exploitatie van het open baar buitengewoon onderwijs zal t.z.t. nog moeten geschieden. Wel zal bij de vaststelling van de vergoedingsbedragen rekening moeten worden gehouden met het feit, dat de Chr. school voor imbecielen op 14 februari 1969 in plaats van omstreeks 1 maart 19^95 zoals indertijd werd verwacht, het gebouw aan de Speelmansstraat (hetwelk in bruikleen was gegeven) heeft verlaten. De school is sindsdien gehuisvest in het gebouw aan de Tylkedam waarvan ook de kosten van instandhouding ten laste van het schoolbestuur komen. De van de schoolbesturen ontvangen aanvragen om vergoeding over 1969 lig gen bij de stukken voor ter inzage. Wij geven tenslotte in overweging te besluiten overeenkomstig het hier na opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris, NO. 15994 DE RAAD DER GEMEENTE LEEÏÏWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 oktober 1969 (bijlage no. 335); gezien de desbetreffende verzoekschriften van de na te noemen school besturen; mede gezien zijn besluiten van 19 -februari 1968, no.2007 en 24 febru ari 1969? no. 2474e.; gelet op het bepaalde in de artikelen 106, 189 en 191 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967? B E S L I T A. voor het jaar 1960 hot bedrag, dat per leerling van de afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs voor jongens van de openbare school voor debiele kinderen beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55? onder e tot en met h en p, van de Lager- onderwijswet 1920, alsmede van die van instandhouding, te verhoging met 20,-- en nader vast te stellen op 457,38; B. voor het jaar 1969 I. het bedrag, dat per leerling van het openbaar buitengewoon onderwijs beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55? onder e tot on mot h en p, der Lager-onderwijswet 1920, alsmede van die van instandhouding, te verhogen t'ot a. 366,83 voor de kernafdeling van do school voor debiele kinderen; b. 322,09 voor dezelfde afdeling, maar zonder de kosten van instand houding; c. 313?25 voor de afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs voor jongens van laatstgenoemde school; d. 782,25 voor de school voor imbeciele kinderen; e. 581,25 voor dezelfde school, maar zonder de kosten van instand houding; f. 392,36 voor de kernafdeling van de school voor kinderen mot leer en opvoedingsmoeilijkheden; g. 344,98 voor de afdeling voor onaangepaste kleuters van dezelfde school h. 365,63 voor de afdeling voor voortgezet buitengexvoon onderwijs van dezelfde school; i. f 534,58 voor de klas voor woonwagenkampkinderen; II. het bedrag, dat per leerling van het bijzonder buitengewoon onderwijs aan schipperskinderen beschikbaar wordt gesteld tor bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55 onder e tot en met h en p, van de Lager-onderwijswet 1920, alsmede van die van instandhouding, te ver hogen met 3,en nader vast te stellen op 204, III. het bedrag der vergoedingen, ais bedoeld in artikel 189 van het Be sluit buitengewoon onderwijs 1967 vast te stellen als.aangegeven in kolom 5 van bijgevoegde staat; IY. Burgemeester êtl Wethouders te machtigen de sub III. bedoelde vergoo dingen, met inachtneming van de terzake uitgekeerde voorschotten, on verwijld met de schoolbesturen te verrekenen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 120