No. 16011. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDENj Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 okto ber 1969 (bijlage no. 338); BESLUIT: I. tot het aangaan van een overeenkomst met de N.V. Nederlandse Spoor wegen, gevestigd te Utrecht, betreffende het aanleggen, onderhou den en vernieuwen van een stamlijn vanaf het hoofdspoor Earlingen- Leeuwarden (bij km 24-540) naar het industriegebied "Schenken schans", overeenkomstig het bij dit besluit behorende ontwerp- contract met de daarbij behorende "Algemene voorwaarden voor stam lijnen 1966" en de tekening no. L6o/l2^4/[py 821°; II. voor de Uitvoering van de onder I bedoelde werken een aanvullend krediet van 13O.5OO,- beschikbaar te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Beschikbaar stellen van kredieten voor het ophogen en bouwrijp maken van terreinen in het oostelijke deel van het bestemmingsplan Lekkumerend. Bijlage no. 359» Leeuwarden, 22 oktober 1969» Aan de Gemeenteraad. Verwacht mag worden, dat de gemeente binnen afzienbare tijd door mid del van voorlopige inbezitneming de beschikking kan verkrijgen over een aan tal percelen en perceelsgedeelten, gelegen in het bestemmingsplan "Lekkumer end", tot onteigening waarvan de raad besloot op 29 januari 1968. Het ont- eigeningsbesluit werd goedgekeurd bij koninklijk Besluit van 22 november 1968, nr. 17» W.ij achten het noodzakelijk, dat het betreffende gebied on middellijk na de voorlopige inbezitneming op de vereiste hoogte wordt ge bracht, opdat daarna zo spoodig mogelijk tot verwezenlijking van het bedoel de bestemmingsplan kan worden overgegaan. V/ij hebben daarom aan de directeur van het Grondbedrijf gevraagd ons te adviseren omtrent de te treffen voorzieningen. Het blijkt, dat voor de ophoging van het betreffende gebied, rekening houdende met do te verachten zakking van de ondergrond, 192.000 m3 grond benodigd is. Van deze hoeveelheid moet 29.000 mJ worden aangebracht in het gedeelte van de afgegraven terp, dat is gelegen ten zuiden van de prof. mr. P.S, Gerbrandyweg; de kuil ten noorden van deze weg moet van gemeente wege worden aangevuld met 62.000 m3. Op het resterende, binnen de grenzen van het plan gelegen terrein moet nog 101.000 m5 grond worden aangebracht. Ophoging door middel van opspuiting is zowel technisch als financieel gezien minder aantrekkelijk dan ophoging "in den droge". De ligging van het object ten opzichte van het groot vaarwater, de betrekkelijk kleine hoeveel heid benodigd ophoogmateriaal en de moeilijkheid van het verwijderen van het spuitwater uit de beide diepe kuilgedeelten maken het ophogen door middel van opspuiting te duur, Wij menen dan ook, dat in het onderhavige geval het ophogen van de terreinen in den droge dient te geschieden, waarbij wij op merken, dat voor het ophogen van het gedeelte ten zuiden van de prof.mr. P.S. Gerbrandyweg gebruik kan worden gemaakt van het gedurende de laatste tijd vrij grote aanbod van grond, afkomstig van gemeentelijke en particu liere projecten» De totale kosten van het ophogen worden geschat op 1.650.000,-, waar in is begrepen een bedrag, dat dient te worden besteed voor het ploegen van de grasmat van de hoger gelegen terreingedeelten voordat deze terreinge deelten worden opgehoogd. Het ploegen van de grasmat ter plaatse van de af gegraven terp is niet noodzakelijk, omdat het op te brengen grondpakket vol doende dik zal zijn om als tijdelijke waterberging te dienen. V/ij achten het voorts wenselijk, dat U thans tevens het voor straat- aanleg c.a. benodigde krediet beschikbaar stelt. Het zo spoedig mogelijk in gereedheid brengen van de bouwterreinen in dit gedeelte van het bestemmingsplan is namelijk noodzakelijk voor de voort gang van de bouw van woningen. De kosten van het bouwrijp maken als hiervoren bedoeld, kunnen globaal worden geraamd op 1.3 50.000,-. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging to besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp. De Commissie voor Openbare V/erken, alsmede de Financiële Commissie kun nen zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. de Jong, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 132