Op dezelfde post (volgnr. 634) is voor kapitaalslasten van nieuwe investeringen 525-000,-- geraamd. Ook dit bedrag zal in de loop van 1970 tij wijzigingsbesluiten naar diverse functionele begrotings posten worden overgebracht, naar gelang de Raad besluiten neemt tot het doen van nieuwe investeringen en vaststaat - nadat ook zeker heid zal zijn verkregen aangaande eventuele subsidies van het Rijk voor die nieuwe investeringen - welk bedrag aan kapitaalslasten voor die werken ten laste van de gemeente zal blijven. V/ij merken in dit verband op, dat voor enkele grote werken, waartoe de Raad reeds heeft besloten, nog geen kapitaalslasten op functionele posten in de begroting zijn geraamd, omdat er nog subsidieaanvragen voor die werken lopen. Het ten laste van de gemeente blijvende deel van de kosten van die investeringen is dus nog niet bekend. Het vorengenoemde bedrag van 525.000,voor kapitaalslasten van nieuwe onrendabele werken is afgestemd op een investering van ongeveer 5 miljoen (afschrijving gemiddeld 3"g$ en rente 7^ over een vol jaar). Voor 1969 was een onrendabele investering van 4,5 miljoen geraamd. De in 1970 uit te voeren onrendabele werken zullen nog door de Raad moeten worden aangewezen. Uiteraard zullen wij dienaangaan de voorstellen doen. Wij verwijzen in dit verband naar de kolom "1970" van het in bijlage 1 opgenomen voorlopige programma. Aange zien wij er van uit gaan, dat voor verschillende werken belangrijke investeringssubsidies door het Rijk zullen worden toegekend, is dit totaal van de in kolom "1970" van bijlage 1 opgenomen bedragen aan zienlijk hoger dan het bedrag van 5 miljoen, waarvoor op volgno. 634 kapitaalslasten zijn geraamd. Op volgnos. 636 en 638 zijn voor kapitaalslasten van nieuwe onrendabele werken ook nog bedragen van respectievelijk 38«465,-- en 116.340,-- beschikbaar. Deze investeringsvolumes zijn beschik baar gekomen door de verhoging van de erfpachtscanons en door ver fijning van de gemeentefondsuitkering (verfijning probleemgebieden). De uit dien hoofde beschikbare middelen zijn inmiddels grotendeels besteed. De nog resterende bedragen van respectievelijk 38.465,-- en 116.340,komen ongeveer overeen met investeringen van onder scheidenlijk 300.000,(afschrijving 5/^ en rente 7c/o en ft200.000,(afschrijving 2-g^ en rente 7/6). Zoals wij reeds vermeldden, is op volgno. 632 voor nieuwe in 1970 te ramen lasten (exclusief "loonronden"150.000,beschik baar. Dit bedrag is in hoofdzaak bestemd voor noodzakelijk blijkende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 13