- 6 -
5. Do ambtenaar onderzoekt, nadat gebreken in do toestand van sloten
en andere wateren nabij gebouwen en van riolen en putten buiten ge
bouwen zijn geconstateerd en voor zover een aanschrijving, als be
doeld in het eerste lid, niet is vereist, of
oen aanschrijving als bedoeld'in artikel 338 van do Bouwverordening
is vereist»
4. Do ambtenaar stolt zich naar aanleiding van hot in do vorige leden
bedoelde onderzoek, overeenkomstig do voorschriften van do Woningwet
in verbinding mot de eigenaar van hot bouwwerk, van het open erf of
het terrein, onderscheidenlijk de bewoner van het bouwwerk en tracht
zoveel mogelijk door hot geven van inlichtingen, beleidvol optreden
en het houden van besprekingen een bevredigende toestand te bereiken
5. Do ambtenaar treft, indien do veiligheid onverwijld ingrijpen eist.
terstond do vereiste maatregelen, zo mogelijk'na overleg te hebben'
geploegd mot hot hoofd van bouv/- en woningtoezicht»
Artikel 17»
1» Do ambtenaar maakt van het in artikel 16 bedoelde onderzoek en over
leg rapport op voor het hoofd van bouv/- en woningtoezicht
2. Indion oen aanschrijving, als bedoeld in de artikelen 25-31 van de
i.'oningwetdan wel in artikel 338 of 342 van de Bouwverordening, is
vereist, wordt door het hoofd van bouv/- en woningtoezicht rapport
gezonden aan burgemeester en wethouders»
HOOFDSTUK VI
Het toezicht op het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 18.
De ambtenaar houdt toezicht op het naleven van de bepalingen van de
Woningwet en van de Bouwverordening, die betrekking hebben op het ge
bruik van bouwwerken, open erven en terreinen.
HOOFDSTUK VII
Het toezicht in verband met het slopen van bouwwerken
Artikel 19»
1. De ambtenaar houdt toezicht op het naleven van de bepalingen van de
Bouwverordening, die betrekking hebben op het slepen.
2. De ambtenaar onderzoekt, nadat kennis gegeven is van het voornemen
tot slopen als bedoeld in artikel 305 van de Bouwverordening, of een
aanwijzing als bedoeld in artikel 306 van deze verordening moet
v/orden gegeven.
3» Een aam/ijzing kan slechts v/orden gegeven op een door het hoofd van
bouw- en woningtoezicht te bepalen wijze.
- 7 -
HOOFDSTUK VIII
Opsporingsbevoegdheid
Artikel 20.
Het hoofd van bouw- en woningtoezicht en de ambtenaar, die met opsporing
is belast, geven van het door elk van hen opgemaakte proces-verbaal ter
zake van een overtreding van enige bepaling, waarvan het toezicht op het
naleven aan hen is opgedragen, binnen tweemaal 24 uur kennis aan burge
meester en v/ethouders, onderscheidenlijk aan burgemeester en wethouders
en het hoofd van bouv/- en woningtoezicht.
HOOFDSTUK IX
Verbod tegen vergoeding voor dorden arbeid te verrichten
Artikel 21.
1. Het is het hoofd van bouw- en woningtoezicht en de ambtenaar verboden
voor derden tegen vergoeding arbeid te verrichten op het gebied van
het bouwbedrijf.
2. Burgemeester en v/ethouders kunnen in bijzondere gevallen om zeer ge
wichtige redenen ontheffing vdtn het in het eerste lid bedoelde ver
bod verlenen.
HOOFDSTUK X
Slotbepaling
Artikel 22.
1. Dit besluit kan v/orden aangehaald als "Instructie ambtenaren bouv/- en
woningtoezicht"
2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1970.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.