Artikel 100 van de Woningwet bepaalt dat met de opsporing van de in do
artikelen 93—97 van deze wet bedoelde strafbare feiten zijn belast, be
halve do in artikel 141 Wetboek van Strafvordering aangewezen personen,
do ambtenaren van het Staatstoezicht op do volkshuisvesting en de door
de burgemeester aan te wijzen ambtenaren van het bouw- en woningtoe
zicht
In de artikelen 597 en 598 van de Bouwverordening wordt een nadere uit
werking gegeven van do bevoegdheid van de ambtenaren, die door de burge
meester voor de opsporing zijn aangewezen. Daar do Bouwverordening tevens
bepalingen bevat die op de gemeentewet steunen, ia voer de daarbij straf
baar gestelde feiten een regeling omtrent de opsporingsbevoegdheid nood
zakelijk.
De Woningwet bepaalt in artikel 85, derde lid, dat in de instructie een
verbod wordt opgenomen voor dorden togen vergoeding op hot gebied van
het bouwbedrijf arbeid te verrichten.
- 4 -
Hierbij zij vermeld, dat onder het toezicht op het gc-bruik tevens valt
hot toezicht op hot als woonverblijf in gebruik geven of nemen van ge
bouwen als bedoeld in artikel 55 van de Woningwet jo„ artikel 545 ov.
van de Bouwverordening, alsmede do toestemming om een ontruimde, onbe
woonbaar verklaarde woning voor andere doeleinden dan bewoning in ge
bruik te nomen als bedoeld in artikel 46 van do Woningwet jo. artikel
550 van do Bouwverordening.
Artikel 20.
Het feit dat een ambtenaar belast wordt met de opsporing van in bij
zondere wetten of verordeningen strafbaar gestelde overtredingen, doet
hem stellen onder de supervisie van het Openbaar Ministerie. De bijzondere
opsporingsambtenaar zal steeds van geval tot geval zelfstandig moeten
oordelen of hij zal overgaan tot bet opmaken van oen proces-verbaal, bij
constatering van een overtreding.
Hot optreden van de ambtenaar in zijn hoedanigheid van bijzondere op
sporingsambtenaar heeft in do ambtelijke hiërarchische verhouding deze
consequentie dat hij van zijn optreden in bovenstaande kwaliteit zijn
superieuren van het bouw- en woningtoezicht in kennis stelt en dat be
richt aan burgemeester en wethouders wordt gezonden.
Het kan gewenst zijn een interne afspraak te maken, dat de met opsporing
belaste ambtenaar zoveel mogelijk, alvorens in do kwaliteit van
sporingsambtenaar op te treden, overleg pleegt met zijn superieur(en)
over de vraag of in het desbetreffende geval van overtreding niet met
meer adequate middelen kan worden opgetreden.
Overigens blijft de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om door
toepassing van politiodwang op te treden onverlet, ook al wordt een
strafprocedure ingezet.
Artikel 21.
Dit verbod, nader uitgewerkt in hot onderhavige artikel, laat onverlet
hot verbod voor allo ambtenaren, neergelegd in artikel 69 van het ontwerp-
Algomeon Ambtenarenreglement van het Centraal orgaan inzake gemeen
schappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsa.'angelegonheden:
1. Het is de ambtenaar verboden zonder toestemming van burgemeester en
wethouders oen nevenbetrekking te aanvaarden of nevenwerkzaamheden to
verrichten dan wel nering en handel te drijven of in zijn woning te
doen drijven op zijn naam of op naam ve„n enig lid van zijn gezin.
2. Deze toestemming wordt in elk geval geweigerd, indien de in het eerste
lid bedoelde benadelingen schadelijk kunnen zijn voor zijn dienstver
vulling, of niet in overeenstemming zijn mot hot aanzien van zijn
ambt
Verkoop grond voor winkelcentrum in bestemmingsplan "Bilgaard''
No. 555 Leeuwarden, 12 november 19^9
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 april 1968 besloot U tot het verkopen van een perceel grond ter
oppervlakte van 15050 m^, gelegen in het bestemmingsplan "Bilgaard",
tussen Ludinga en Brandemeer, aan de Nederlandsche Middenstands Finan-
cierings Maatschappij voor Bedrijfsobjecten II.V., gevestigd te Amsterdam.
Genoemde N.V. had het omschreven terrein in koop gevraagd teneinde aldaar
overeenkomstig het bestemmingsplan een winkelcentrum te bouwen. Het bedoel
de raadsbesluit werd door gedeputeerde staten van Friesland goedgekeurd bij
besluit van 5 september 19&8, no. 11089.
Thans vraagt genoemde N.V. ons te willen bevorderen, dat het moge
lijk wordt de overdracht van de kavels, waarop de verschillende winkels wor
den gesticht, rechtstreeks te doen geschieden door de gemeente aan de kopers
van deze winkels, zulks teneinde te voorkomen, dat de uiteindelijke eige
naren tengevolge van een overdracht eerst door de gemeente aan de N.V. en
daarna door de N.V. aan de eigenaren van de winkels extra zullen worden be
last.
Wij menen, dat tegen inwilliging van dit verzoek geen bezwaren be
staan. Derhalve stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het hierbij
gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.